Interview met Ronald Giphart
Ronald Giphart (44) verenigt graag het nuttige met het aangename. Zodoende zitten we op een gewone grauwe maandag tegenover elkaar in een brasserie in Utrecht, de thuisbasis van de schrijver. Lunch en interview worden gecombineerd. Giphart ziet er goed uit in zijn soepelvallende grijze pak. Hij is duidelijk een paar kilootjes afgevallen sinds hij voor het laatst in de media verscheen. De focus in zijn boeken lijkt de laatste jaren te zijn verschoven: van seks naar eten. Hij schreef onder andere Keukenprins, Eten, drinken, slapen en Troost. Alle drie boeken waarin chef-koks en culinaire geneugten ruimschoots aan bod komen. In zijn nieuwste roman IJsland ontbreken echter zowel seks als eten. Het gaat over een succesvol cabarettrio dat plotsklaps failliet blijkt te zijn en een baby die direct na de geboorte wordt opgenomen op de kinder-intensivecare.
Eigen ervaringen
In hoeverre heb je tijdens het schrijven van dit boek geput uit je eigen ervaringen? “Mijn eigen zoon heeft, toen hij vier jaar geleden geboren werd, tien weken in het ziekenhuis gelegen. Dat heb ik inderdaad gebruikt. Vooral het decor van de kinder-intensivecare. De stilte die daar heerst, is verpletterend. Het is een zaal met hier en daar wat bedjes. Overal klinken zachte piepjes. En je zit daar maar. Te wachten. Soms wel 24 uur achter elkaar. Hopend op verbetering. Mijn kind werd geboren met een – goedaardige – tumor in zijn buik, net zoals het kind uit mijn boek. Toch heb ik in IJsland niet zijn verhaal willen vertellen. Ik wil dat wat ik schrijf in mijn romans groter is dan wat ik zelf meemaak. Ik til het op naar fictie.”
Is schrijven voor jou een manier om te verwerken? “Tja. Schrijven is een wapen tegen de wereld. Als iemand mij heel erg beledigt, heb ik de neiging om dat er even keihard uit te tikken als ik thuiskom.
Seks & eten
We kennen je vooral van boeken waarin je nogal expliciet over seks schrijft. In je laatste romans is de liefdesdaad echter geheel afwezig. Is dat een bewuste keuze? “In de opbouw van een roman gaat het erom dat het verhaal goed loopt. Als een seksscène daarvoor zorgt, dan is dat zo, maar in Troost en ook in IJsland hoorde het niet thuis. Het zou die verhalen niet sterker gemaakt hebben. In het geval van mijn laatste roman draait het om de vriendschap tussen drie mannen en om een jongetje dat ziek wordt. Daar past geen seks bij.”
Er was een reden, destijds, om zo veel over seks te schrijven. Is die reden er nog steeds? “Jawel, die is er nog steeds. Waar het om draait in de literatuur is dat je de mensen wilt laten nadenken over onderwerpen als liefde, dood en vriendschap. Over de hypocrisie die in ons schuilt. Als er één onderwerp is waarmee je dat kunt bewerkstelligen is het wel seks. Wat betreft seks gedraagt niemand zich zoals hij zich zou willen gedragen. Alles heeft te maken met decorum. We kunnen nu eenmaal niet op elk moment onze lusten volgen. Dat vind ik mooi. Om daar over te schrijven. Maar dus niet altijd en niet in iedere roman.”
Romans zijn niet het enige waaraan Giphart zich waagt. Hij is columnist voor de Volkskrant, ging op tour met Martin Bril en Bart Chabot en schreef voor de televisieserie De co-assistent. De laatste jaren verdiepte hij zich in eten, onder andere door stage te lopen in de restaurants van Jonnie Boer (De Librije in Zwolle) en Sergio Herman (Oud Sluis in Sluis) en door honderd dagen bij te houden wat er zijn mond in ging. Hij is kritisch op wat hem voorgeschoteld wordt. Met de polenta met knoflookschuim, die hij deze tijdens deze maandaglunch bestelt, lijkt hij niet onverdeeld blij. Hij prikt er wat in en laat een deel staan. Wat heb jij met eten? “Aandacht voor eten heb ik van huis uit meegekregen. Mijn ouders hielden niet van vakantie, maar wel van goed eten. We gingen dus niet naar een ver land, maar naar sterrenrestaurants. Vaak wel twee of drie keer per week. We aten ook nooit mayonaise uit een potje. Dat maakte mijn moeder zelf.
Kinderen
Lezen je kinderen je boeken al? “Nee, daar hebben ze nog geen interesse in. Ik heb twee zoons van twaalf en vier en een dochter van tien, dus ze zijn er ook nog wat te jong voor, vind ik. Als ze het zouden willen, zou ik het niet tegenhouden, maar mijn vrouw en ik stimuleren het niet. Natuurlijk weten ze dat ik schrijver ben en het gebeurt weleens dat ik op straat loop en dat iemand een handtekening vraagt, maar dat maakt niet veel indruk, geloof ik. Als het moment komt dat ze mijn boeken gaan lezen en op die expliciete seksscènes stuiten, zal ik uitleggen dat ook zij tijdens een heel expliciete seksscène verwekt zijn. Het is misschien een beetje vervelend om te constateren, maar aan iedereen die we om ons heen zien, is een sekspartij voorafgegaan. En uiteindelijk willen we dat toch ook graag? Dat we in wilde passie verwekt zijn?”
Ijsland, de nieuwe roman van Ronald Giphart, ligt vanaf 9 november in de winkel.
Lees het hele interview met Ronald Giphart in Libelle 45 op bladzijde 26.
Interview: Femke Sterken. Fotografie: Daniel Maissan.