Zelf maken – Gebreide boomversiering
Maak zelf je eigen kerstversiering. Gebreide boomversiering laat je kerstboom namelijk nóg meer stralen. De sneeuwvlok en ster worden op dezelfde manier gemaakt, met een verschillende teltekening.
Nodig: breipennen no. 2,5, haaknaald no. 3, dikke naald met stompe punt, dun wollen garen in wit, ecru of rood, piepschuimvulling diameter 7 cm (Pipoos).
Kijk op de wikkel van het bolletje wol naar de dikte. Gebruik garen dat geschikt is voor pennen no. 2,5 of 3. Liever iets te dik dan te dun garen, want het is niet de bedoeling dat je de vulling door het breisel heen kunt zien. Het garen dat voor de voorbeelden gebruikt is, heet ‘Cashsoft’ van Rowan Yarns. Vergelijkbaar is bijvoorbeeld ‘Lambswool 51’ van Phildar (H.W. Mur).
Werkwijze: De kerstballen worden in tricotsteek gebreid. Elke heengaande naald alle steken recht en elke teruggaande naald alle steken averecht. Je begint aan de onderkant van de bal. Er moeten eerst veel steken gemeerderd worden, vanwege de bolling van de bal. Meerderen doe je door bij een steek (in een heengaande, rechte toer) een extra steek te breien uit de daaronder onderliggende steek (dus van de toer ervoor).
Let op: Het telpatroon begint terwijl er ook nog steken gemeerderd worden, dus tel goed en meerder in patroon, met de juiste kleur.
Als je met twee kleuren breit, zorg dan dat de ‘rustende draad’ die achter het werk doorloopt (aan de averechte kant), niet te strak zit, anders gaat het breisel in elkaar trekken. Als de rustende draad veel steken moet overbruggen, moet je de draad waarmee je breit er af en toe omheen slaan, zodat er geen lange lussen ontstaan. De maximale overbrugging waarbij je nog niet om hoeft te slaan, is ongeveer 4 steken.
Zet 18 steken op. Neem hierbij ruime lengte van de draad, zodat er een lange draad overblijft om straks de bal dicht te naaien vanaf de onderkant.
toer 1: alle steken averecht (teruggaand).
toer 2: in deze heengaande rechte toer 8 steken meerderen, als volgt: 1 steek recht, * in volgende steek 1 steek meerderen, dan weer 1 steek gewoon recht, herhalen v.a. *, tot laatste twee steken, die allebei gewoon recht.
Elke even, teruggaande toer de steken normaal breien (averecht).
In toer 4, 6, 8 en 10 steeds 8 steken verdeeld meerderen, op hetzelfde punt waar de meerderingen in de eerste toer zitten. Dat betekent bij elke volgende even toer een steek extra gewoon breien tussen de meerderingen.
In toer 12, 14 en 16 steeds 4 steken verdeeld meerderen, boven het 2e, 4e, 6e en 8e meerderingspunt. Als het goed is, heb je na alle meerderingen in totaal 70 steken op de naald staan.
Let op: In toer 14 begint tevens het telpatroon.
Positionering van het telpatroon: de eerste rode steek in het werk is bij de sneeuwvlok de 8e steek, geteld vanaf het begin van de toer en bij de ster de 7e steek.
Het telpatroon eindigt in een heengaande toer. Brei vervolgens 5 toeren tricotsteek. In de 6e toer v.a. het patroon minder je verdeeld 8 steken door telkens de 7e en 8e steek recht samen te breien. De laatste 6 steken van de toer brei je normaal. In de 10e toer herhaal je deze mindering door 8 keer de 6e en de 7e steek samen te breien.
Je hebt nu in totaal 54 steken op de naald staan.
In de 12e toer v.a. het patroon brei je een rij gaatjes om straks de bal dicht te kunnen trekken: 2 steken recht, * 1 omslag, 2 steken recht samenbreien, nog 25 keer herhalen vanaf *. De teruggaande 13e toer alle steken averecht. De 14e toer recht en de 15e ook, zodat er langs de bovenrand een ribbel ontstaat. In de 16e toer v.a. het patroon alle steken afkanten. Doe dit niet te los.
Naai de bal dicht v.a. de onderkant. Gebruik de loshangende opzetdraad. Rijg eerst de draad door de onderrand van de opzetsteken en trek goed aan, maak daarna de naad dicht. Liefst onzichtbaar, door de ‘matrassteek’ te gebruiken. Zorg ervoor dat het patroon mooi aansluit. Stop met dichtnaaien ter hoogte van de bovenkant van het patroon, doe dan de piepschuimbal erin en naai verder dicht. Rijg een draad door de gaatjes in de bovenrand, trek aan, knoop dicht en werk de draadjes weg. Haak een touwtje van 20 cm lengte van ecru garen. Je haakt alleen lossen achter elkaar. Naai het touwtje als een lus netjes vast in de bovenkant van de bal.