PREMIUMVan date tot sollicitatiegesprek

Zo maak je een goede eerste indruk in 10 simpele stappen

null Beeld

Of het nu om een date of een sollicitatiegesprek gaat: we krijgen nooit een tweede kans om een eerste indruk te maken. Waarom onthouden we dat moment zo goed?

Liesbeth Smit

Hoe die dingen gaan. Ze kwam te laat op onze afspraak (‘Supersorry, ik had de bus gemist’). Ze keek wat onzeker om zich heen (‘Wow, ik wist niet dat jullie in zo’n groot gebouw zaten’) én haar haren zaten in de war (‘Ik heb keihard gerend om nog op tijd te komen’). Mijn eerste indruk van haar was, kortom, een chaotische. Al wist ik toen niet dat die chaos eenmalig was. En ook niet dat de grappigste stagiaire die ik ooit zou krijgen zojuist tegenover me was gaan zitten. Toch zorgde juist die eerste vrolijke ‘hallo’ en die eerste wegkijkende blik dat het al was gebeurd. En dat allemaal binnen een halve minuut. Want zo veel tijd heeft een mens gemiddeld nodig om tijdens een live ontmoeting een eerste indruk van een ander te krijgen en een beoordeling of keuze te kunnen maken. Aardig? Conservatief? Intelligent? Betrouwbaar?

null Beeld

Razendsnel

Die indruk is voor 38 procent gebaseerd op stem en intonatie, voor 55 procent op lichaamstaal, geur en gezichtsuitdrukking en ‘maar’ voor 7 pro- cent op wat er daadwerkelijk wordt ­gezegd. Daar- naast spelen tal van andere factoren een rol. ­Zoals (onbewuste) vooroordelen over leeftijd, sekse en afkomst, verwachtingen en ­associaties, en ­culturele normen en waarden. Ook de kwaliteit van onze nachtrust, de hoogte van ons stress­level en andere algehele malaise beïnvloeden hoe we de ander ontvangen (of onszelf juist ­presenteren). En voilà: welkom in de wondere, maar ook zeer complexe wereld van de ­eerste indruk. Dat zegt ook hoogleraar sociale psycho­logie en columnist dr. Roos Vonk, die ooit promo­­veerde op dit onderwerp en daar het boek De eerste indruk over schreef. “Tijdens een eerste ontmoeting hebben we razendsnel veel ­indrukken te verwerken zoals het algehele ­uiterlijk en lichaams­taal via beweging, blik en ­mimiek. En dan moet iemand bij wijze van spreken nog beginnen met praten. Dat eerste oordeel is dus niet feilloos, maar dat is niet erg: het nut ervan is dat we er onze ­indrukken mee kunnen plaatsen waardoor we verdere informatie makkelijker verwerken. In eerste instantie werkt het als een kapstok, waar we vervolgens verdere informatie over die ander aan gaan ophangen. Daarna is het wel ­belangrijk wat we daarmee doen. ”

null Beeld

Niet-denken

Een kapstok dus. En dat is een instinct: door anderen snel te scannen en te plaatsen, wist de oermens immers of-ie moest vechten of vluchten. Maar in onze tijd draait de eerste indruk inmiddels om meerdere psychologische processen, zegt de Amerikaanse journalist Malcolm Gladwell in zijn bestseller Intuïtie. De kracht van onbewust denken. Want hoe komt het dat we soms onmiddellijk een besluit nemen rond iets of iemand – een mens, een boek, een foto, een liedje op de radio? En wat is dat oordeel waard?

Gladwell specialiseerde zich in intuïtie en het onderbewuste deel van ons brein – de twee belangrijkste onderdelen in het ­eerste-indrukproces. Die halve minuut om tot een oordeel te komen noemt hij thin-slicing (vertaling: ‘in dunne plakjes snijden’). En het is wat hem betreft een cadeau dat te weinig mensen weten uit te pakken. Want ons brein velt maar al te vaak een correct oordeel in die eerste seconden, waar wij vervolgens maar met moeite naar willen luisteren of ­handelen. “Het is hoog tijd dat we onze eerste indrukken wat ­serieuzer gaan nemen. Want in dat niet-denken zit veel kracht ­verborgen.” ­Gladwell staat daar niet ­alleen in, de ­wetenschap denkt er hetzelfde over. Zo ­onderzocht de beroemde Stanford University het fenomeen van de eerste indruk door een groep studenten kort naar een videofragment van een college van een professor te laten kijken. Wat bleek? Hun oordeel kwam grotendeels overeen met dat van een groep studenten die drie maanden wekelijks met deze professor in aanraking was geweest. De conclusie was daarom dat met de eerste indruk vaak niets mis is. Het zijn onze vooroordelen, verwachtingen en conclusies daarna die het pas ingewikkeld maken. Dat is ook wat Roos Vonk bedoelt met die kapstok: het is bijna onmogelijk om aan een eerste indruk te ontkomen en dat is ook helemaal geen probleem. Sterker: als het moet of nodig blijkt, stellen de meeste mensen die eerste indruk vaak ook wel weer bij.

null Beeld

De klikfactor

Maar daar zit ook meteen een onverwachte valkuil. Want wanneer we onze zuivere intuïtie de vrije loop laten, maken we zelden een verkeerde inschatting. Het is dus aan te raden daar bij belangrijke keuzes goed naar te luisteren, ook als onze ratio razendsnel met logische verklaringen komt om dat vooral niet te doen. En naast intuïtie heeft de evolutie ons nog een vaardigheid meegegeven: de klikfactor. Van die klik – of juist het ontbreken ervan – wordt vaak gedacht dat-ie onveranderlijk is (‘we matchen gewoon niet!’) maar niets is minder waar. Want klikken is vrijwel altijd afhankelijk van de context waarin het gebeurt, en dus te manipuleren. Zo blijkt uit onderzoek dat we mensen aardiger vinden als we langer met ze optrekken. Die eerste indruk soms even bewust opschorten en eerst samen gedeelde ervaringen opdoen kan daarom een goede uitwerking hebben. Want als twee mensen zich veilig en begrepen voelen, zullen ze het beste uit hun onderlinge contact halen. Dat betekent niet dat we het met iedereen goed moeten kunnen vinden: ruggengraat, selectiviteit en principes zijn veel waard. Soms moeten we dus erkennen dat het er echt niet inzit, ook niet na een uitgestelde eerste indruk. Maar dat, zou Malcolm Gladwell zeggen, zou uiteindelijk alleen maar een mooi bewijs zijn van een – inderdaad – goed- werkende intuïtie.

Stereotypen

Nu vormen we onze eerste indruk niet alleen met of over een ander. We geven er regelmatig zelf eentje weg, ook online. En om te begrijpen hoe dat in een relatief korte periode onderhevig is geraakt aan allerhande nieuwe uitingsvormen, hoeven we alleen maar even op Facebook, Twitter of datingsite Tinder te kijken. Psycholoog Roos Vonk: “Door de tijd heen is het sterk veranderd hoe mensen zichzelf promoten. Het idee van ‘kijk mij eens’ lijkt meer ingeburgerd, en we denken aan de hand van een foto of kort tekstje op Instagram mensen te kunnen categoriseren. Categorieën en stereotypen bestonden altijd al, maar ons huidige tijdvak zorgt er wel voor dat we mensen sneller indelen op basis van politieke of persoonlijke voorkeuren. Terwijl al die zogenaamde ‘klimaatgekkies’, ‘wappies’ of ‘linkse deugers’ in het echte leven natuurlijk veel gelaagder zijn dan de beperkte informatie en momentopnames die hun profielen op social media geven. Face to face krijg je een completere indruk, en daarmee een beter contact.”

De beste kaarten

Tijd is sowieso een belangrijke factor, want door de jaren heen kan onze smaak nu eenmaal veranderen. Al bestaan er wel persoonlijkheidskenmerken die over het algemeen als positief en daarmee ­sociaal wenselijk worden ervaren. Professor ­William Ickes van de University of Texas onderzocht bijvoorbeeld dat hoe meer ‘pro-sociale’ trekken iemand heeft, hoe vriendelijker hij of zij overkomt. Maar ook wie het jongste kind is, aantrekkelijk of vrouw is, heeft onbewust een streepje voor, zegt de hoogleraar. Vooral een man met oudere zussen of een vrouw met oudere broers heeft de beste kaarten, omdat ze al vroeg leerden om zich in te leven in de ander. En eerlijk of niet: op het eerste gezicht worden knappe mensen competenter, slimmer en aardiger gevonden, waardoor ook eerste ontmoetingen vaak positiever uitpakken.

null Beeld
null Beeld

Stel jezelf in zakelijke situaties voor met voor- én achternaam. Alleen je voornaam noemen, maakt je (onbewust) meteen minder ‘belangrijk’.

null Beeld

Let op lichaamstaal en energie, want dat zegt meer dan duizend woorden. Zit of sta rechtop en sla geen armen voor je borst. Tip: glimlach, ook tijdens (eerste) telefoongesprekken is dat essentieel voor een fijne energie. Vrolijkheid is sowieso besmettelijk, ontspannend en stelt (ook) de ander op zijn of haar gemak.

null Beeld

Pas op met te veel ge-sorry en met zinnetjes als ‘ik heb me niet zo goed voorbereid, maar…’. Bedenk: die ander gaat onze onzekerheid vaak pas zien nadat wij hem of haar daar eerst zelf fijntjes op hebben gewezen.

null Beeld

Bereid je goed voor op dat feestje, dat sollicitatiegesprek, die nieuwe manager of buurtborrel: het geeft ons een natuurlijke voorsprong en staat sympathiek. Jezelf vooraf een duidelijk doel stellen helpt ook.

null Beeld

Wees geïnteresseerd en stel vragen. Het geeft niets als we niet alles weten, oprechte interesse werkt altijd en luisteren is soms krachtiger dan praten.

null Beeld

Zorg voor een verzorgde outfit want dat is – net als op tijd komen – een kwestie van beleefdheid. En een goed powerpak geeft meteen meer zelfvertrouwen.

null Beeld

Vermijd zenuwtrekjes als pulken, friemelen of (help!) met de vingers knakken: het hoeft niet dus doe maar niet. Tip: leg bij zenuwen je handen gevouwen op tafel of in je schoot.

null Beeld

Maak oogcontact. De hele tijd door is wat griezelig, maar op gezette tijden kun je een verhaal er kracht mee bijzetten.

null Beeld

Stel je kwetsbaar op. Te veel privé-informatie hoeft zeker niet, maar de ander ontspant wel als hij of zij merkt dat hier een echt mens met echte emoties in het spel is.

null Beeld

Laat de ander opgewekt en/of geïnspireerd achter bijvoorbeeld door een slim weetje, lief compliment of leuk grapje. Uiteindelijk onthouden we wat voor gevoel iemand ons gaf, niet wat er precies werd gezegd.

Intuïtie

Ook vrouwen hebben volgens Ickes dus een streepje voor in het eerste-indruk-proces. En dat komt volgens hem omdat zij zichzelf en de situatie sneller ‘veilig’ verklaren dan mannen, vooral als ze onder elkaar zijn. Zo glimlachen onbekende vrouwen meer naar elkaar en stemmen ze vaker met elkaar in met elkaars opmerkingen dan mannen. De reden? Mannen geven liever niet het signaal af dat ze ‘zwakker’ zijn dan de ander. Maar vooral: veel vrouwen leerden al vroeg dat het beter is om aardig gevonden te worden, dan competent. En daar zit meteen een probleem, zegt Vonk. “Als een vrouw zegt dat ze iets goed kan, wordt dat al snel als arrogant gezien. Daarom zal ze moeten schipperen en de sympathie moeten bewaken door interesse te tonen of niet te zelfverzekerd te zijn.” Extra reden om de zogenaamde vrouwelijke ­intuïtie kritisch te bekijken. Vonk: “Vrouwen zijn gewend om goed op lichaamstaal en andere signalen te letten, waardoor ze inderdaad meer ­oppakken.” Toch doen een ­gezonde dosis interesse en vriendelijkheid een heleboel. Ook als die pas bij de tweede indruk gaan opvallen. Dat was het geval bij mijn leuke stagiaire van ooit. Die mij aan het eind van haar stage een kaartje stuurde, waarin ze haar eerste indruk van mij beschreef. ‘Ik vond je best stevig in het begin, ik was zelfs een beetje bang van je. Maar je bleek ook invoelend en oplettend te zijn. Dankjewel, strenge maar lieve juf. Ik heb meer van je geleerd dan ik had verwacht.

Meer weten?

•• De eerste indruk, Roos Vonk € 18,- vernieuwde editie (Maven Publishing)
•• Intuïtie. De kracht van onbewust denken, Malcolm Gladwell € 17,50 (Business Contact)

Op alle verhalen van Libelle rust uiteraard copyright. Linken kan altijd, eventueel met de intro van het stuk erboven. Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@libelle.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden