PREMIUM
Dagboek van Manon: “Ik voel me steeds beter: ik huil minder, slaap beter, heb weer zin in sex”
Manon heeft met de auto een paal in de parkeergarage geraakt en flinke schade veroorzaakt. Dan belt baas met de vraag of ze van plan is om terug te keren naar de redactie.
Dinsdag
Boy reageerde bijna bovenmenselijk meelevend. “Ach liefje”, zei hij, “parkeergarages zijn een ramp. Ik heb een keer een muur geraakt, en toen was mijn hele zijkant ingedeukt.”
Wils en hij liepen meteen mee naar buiten om de schade op te nemen. In het schemerdonker van de parkeergarage leek het nog mee te vallen, maar toen Wils met de zaklamp van haar mobiel de auto belichtte, bleek het een serieus probleem. Motorkapje gekreukeld, verfrommeld nummerbord, grote deuk in de bumper. “Jemig, mam”, zei Wils, en ze maakte een paar foto’s, “reed je met je ogen dicht of had je gedronken?”
“Twee glazen wijn, meer niet. Ik weet niet wat er was, ik wilde een stukje afsnijden en toen botste ik tegen die paal.”
“Ik ga er morgen wel mee naar de garage”, zei Boy. “Ik denk dat het een dure grap gaat worden. Jammer dat we hier niet voor zijn verzekerd.”
“Wat nu? We kunnen niet zonder auto. Jij hebt hem ook nodig.”
“We kijken wel. Het komt goed, op een of andere manier. We kunnen er nu in elk geval niets aan doen.”
Binnen ploften Boy en Wils weer op de bank om de film af te kijken, ik nam een douche om de schrik van me af te spoelen. Daarna pakte ik mijn telefoon. Vier berichten, allemaal heel meelevend.
Mams: “Lieverd, wat een verhaal! Wat zul je geschrokken zijn. Gaat het een beetje? Geen last van je hoofd?”
Joris: “Ik kan bij een sloperij langsgaan om te zoeken naar een andere motorkap en bumper. Laat maar weten.”
Robbert: “De auto niet wegdoen! Misschien kan ik er nog mee op vakantie.”
Floris: “Ik denk dat mijn vader wel een mannetje weet die dit kan fixen.”
Gister heeft Boy de auto naar de garage gebracht en ze verwachten dat de reparatie rond de vijftienhonderd euro gaat kosten. Dan kunnen we net zo goed gaan voor een andere tweedehands, vindt Boy en sindsdien is hij verslaafd aan Autotrader en Marktplaats. Hij stuurt me de ene na de andere occasion met de vraag: wat vind jij? Het maakt me weinig uit, zolang hij maar goed rijdt, airco heeft en niet grijs (want saai) of wit (snel vies) is.
Woensdag
Ik dacht dat ik boeken zou gaan lezen, naar musea zou gaan of vriendinnen zou bezoeken op de dagen dat Titia bij mama was. In de praktijk vliegen ze voorbij met huishoudelijke taakjes en hazenslaapjes. Maar ik merk wel dat ik me steeds beter ga voelen: ik ben minder huilerig, slaap beter, heb weer zin in sex en kan meer hebben. Aan praktijkbegeleider Tom en de roos in zijn baard ga ik me steeds meer ergeren, en dat is volgens mij ook een gunstig teken. Ik ben de badkamer aan het schoonmaken wanneer mijn telefoon gaat. “Hi, met Leslie.”
Mijn baas! Onmiddellijk laat ik mijn dweil vallen. “Vandaag was ik op de redactie om de baby te laten zien en door te spreken wanneer ik weer begin, en toen hoorde ik dat je thuis zit met een burn-out. Dat wist ik helemaal niet. Je komt toch wel terug? Ik kan je niet missen, hoor. Wie moet dan die mooie interviews schrijven?”
Het is maar goed dat we niet facetimen, want ik sta te glimlachen of ik een waanzinnige ben. “Dat is wel mijn plan.”
“Mooi, zullen we dan voor die tijd even koffiedrinken? Ik wil alles horen.” We maken een afspraak, kletsen nog een poosje en hangen dan op. Alles gaat écht de goede kant op, denk ik blij.
Als Boy thuiskomt, wil ik hem meteen vertellen over het gesprek met Leslie, maar hij heeft zelf ook goed nieuws. “Manon, ik heb de perfecte auto gevonden. Een klantje van me gaat scheiden en wil van haar grote bak af. We kunnen hem voor nog geen vijftienhonderd euro overnemen.”
Meer lezen van Manon? Dat kan hier!
Manon is de dochter van Anne-Wil. In haar dagboek schrijft ze over haar moeder, gezin, haar vriendinnen en haar werk bij de plaatselijke krant. Met haar ex Joris kreeg ze Robbert en dochter Willeke, nu pubers. Ze heeft een relatie met de veel jongere Boy, de vader van baby Titia.