PREMIUM
Dagboek van Manon: “Mensen draaien zich nieuwsgierig om: wie is die vrouw die zo huilt?”
Manon heeft een zware week voor de boeg: ze moet naar de uitvaart van Jaap, die net is overleden.
Woensdag
Jaap is overleden. Anja belde net om te vertellen dat hij vanochtend niet meer wakker is geworden. Ik vroeg of ik iets voor haar kon doen, maar ze zei dat haar dochters onderweg waren. Daarna hing ze vrij snel op omdat ze nog meer mensen wilde bellen. Ik heb Boy en de kinderen het nieuws geappt, daarna een poosje uit het keukenraam gestaard en ben toen met Titia en Arie naar het park gegaan.
De zon schijnt, Arie rent vooruit en Titia brabbelt in de wagen. Opeens valt me een roodborstje op dat me vanuit een struik nieuwsgierig aankijkt. Het vogeltje vliegt weg als ik langsloop. Even verderop zie ik hem weer. Het lijkt wel alsof hij me volgt. Oom Jaap, denk ik dan. Misschien brengt hij me via dit vogeltje wel een laatste groet.
Dinsdag
“Zo goed?” vraagt Wils. Ze draait een rondje om haar as. Ze ziet eruit alsof ze een greep in de verkleedkist heeft gedaan: ze draagt een zwarte bloes van mij die haar veel te wijd is, daaronder een kort zwart rokje en dan haar kistjes.
“Het is goed, schat.”
Ik twijfel over mijn eigen outfit. Mijn little black dress is sinds mijn zwangerschap zo little geworden dat ik hem steeds naar beneden moet sjorren. De mannen doen het een stuk beter: Boy ziet er verrukkelijk uit in zijn zwarte broek en zwarte overhemd en Robbert heeft een prachtig pak aan. Ik durf niet te vragen hoe hij eraan komt.
We zijn wat aan de late kant. Op het allerlaatste moment heb ik toch nog iets anders aangetrokken, omdat Robbert zei dat mijn pantybroekje onder mijn jurk uit kwam. In de aula is alleen achteraan nog plaats. Mams en Han zitten vooraan, vlak achter Anja en haar twee dochters, hun partners en kinderen. Gek eigenlijk dat ik ze nog nooit heb ontmoet.
De uitvaartbegeleider opent de ceremonie en vertelt iets over de laatste dagen van Jaap. “En dan kunt u nu luisteren naar een van Jaaps lievelingsliedjes.” Fly me to the moon van Frank Sinatra schalt uit de speakers. Er komen herinneringen boven aan Jaap die vroeger plaatjes voor me draaide. Hij liet me kennismaken met Ella Fitzgerald, Louis Armstrong, Sarah Vaughan, Nancy Wilson. Hij legde uit waarom hij die muziek zo mooi vond. Soms zong hij mee, hij had een prachtige donkere stem. Allemaal voorbij. Zoals alles voorbijgaat, want alles gaat kapot en iedereen gaat dood. Ineens begin ik keihard te huilen, ik kan het niet tegenhouden.
Bezorgd kijkt Boy me aan. “Gaat het wel?”
Als ik ja knik, loopt een snotdraad uit mijn neus richting mijn mouw. In mijn tas zoek ik naar een zakdoek. Dat ik alleen maar billendoekjes bij me heb, maakt me nog meer overstuur. Mensen draaien zich nieuwsgierig om: wie is die vrouw die zo verschrikkelijk verdrietig is?
“We gaan even naar de wc.” Boy pakt me bij mijn arm en loodst me de aula uit, de damestoiletten in. “Wat is er nou?”
“Ik weet het niet”, snik ik.
“Houd je handen maar even onder de koude kraan.” Ik doe wat hij zegt en het gekke is dat het inderdaad helpt. Mijn tranenvloed stopt.
“Sorry”, mompel ik.
Hij slaat zijn armen om me heen. “Het geeft toch niet? Je bent gewoon nog een beetje labiel. Het komt wel goed.” Ik ruik zijn geruststellende geur en voel me langzaam ontspannen. “Wil je weer naar binnen?” vraagt hij na een poosje.
Als we teruglopen naar de aula, komen we Wils en Robbert tegen, gierend van de lach.
Meer lezen van Manon? Dat kan hier!
Manon is de dochter van Anne-Wil. In haar dagboek schrijft ze over haar moeder, gezin, haar vriendinnen en haar werk bij de plaatselijke krant. Met haar ex Joris kreeg ze Robbert en dochter Willeke, nu pubers. Ze heeft een relatie met de veel jongere Boy, de vader van baby Titia.