PREMIUM
Dagboek van Manon: “‘Wat zie jij er lekker uit’, fluistert Tom, als we elkaar begroeten”
Manon spreekt weer met Tom af, maar deze keer vertelt ze hem dat ze elkaar niet meer moeten zien, toch?
Woensdag
Ik word gek van mezelf. De hele dag denk ik aan Tom, aan wat hij zei, aan hoe hij naar me keek, de lachrimpels rond zijn ogen, de zoen… Ik weet dat ik ermee moet stoppen, maar ik kan aan niks anders denken. Wat het extra lastig maakt, is dat hij me steeds grappige appjes stuurt, en als ik er niet op reageer stuurt hij me filmpjes van verdrietige lama’s of een nieuwsbericht dat hij opmerkelijk vindt. Misschien moet ik hem weer blokkeren of zeggen dat ik hem nooit meer wil zien, maar ik weet niet of ik dat aankan.
Om mezelf af te leiden heb ik vanochtend met Titia een heel stuk gefietst. Nu doet ze haar middagslaapje en bak ik een cake van bruin geworden bananen. Niet dat ik er zelf veel van zal eten, door de spanning van de afgelopen tijd krijg ik geen hap door mijn keel. Dat is het enige voordeel van deze crisis, ik val moeiteloos kilo’s af. Ik ben suiker aan het afwegen als mijn telefoon gaat. Op het schermpje staat Robbert. “Hoe is het, lieverd?”
Aan zijn stem hoor ik meteen dat het mis is. “Gisteravond was ik weer naar een hospiteeravond, en ze appten net dat ze toch voor een andere jongen zijn gegaan. Ik heb er zo genoeg van. Wéér een hele avond mijn allerleukste zelf zitten zijn om vervolgens te worden afgewezen. En dan de bedragen die ze voor een kamer durven vragen: zevenhonderd euro voor een hok waar ik nog niet eens een tafel in kwijt kan.”
“Er komt vast iets anders op je pad”, sus ik.
Hij reageert meteen fel. “Ik moet eind deze maand uit mijn kamer! En weet je hoe vaak ik de afgelopen weken heb gehospiteerd? Twaalf keer! Soms denk ik: ik moet gewoon maar wat gaan kraken. In Amsterdam staan 19.000 woningen leeg, omdat ze te hoge huren vragen.”
“Het is schandalig”, beaam ik. “Maar je kunt altijd hier weer komen wonen.”
Hij zucht, en ik weet ook wel dat dat voor hem geen optie is. Voor ons ook niet echt, Wils heeft inmiddels zijn slaapkamer ingepikt. Dan vraag ik of hij nog nagedacht heeft over het familieweekend. “Je weet hoe heerlijk oma het vindt als ze de hele familie om zich heen heeft.”
“Ik kijk nog wel. Met een beetje mazzel ben ik dat weekend aan het verhuizen.”
Vrijdag
Na mijn werk heb ik weer met Tom afgesproken en ik ben minstens zo zenuwachtig als de vorige keer. Mijn plan is te zeggen dat we elkaar niet meer moeten zien of appen. Ik heb een nieuwe beha aan die mijn borsten wat omhoog duwt en knalrode lippenstift opgedaan. Net als vorige keer staat Tom bij de bar op me te wachten. Als we elkaar een hug geven, fluistert hij: “Wat zie jij er lekker uit…” Onmiddellijk gaan de vlinders in mijn buik tekeer. We bestellen witte wijn en hij vertelt een hilarisch verhaal over een klant, die de verzekering probeerde op te lichten. Daarna zeg ik dat we ermee moeten stoppen, neem ik me voor. Maar dan vraagt hij of Robbert al woonruimte heeft, praten we over de plannen van Hugo de Jonge en discussiëren we over de kloof tussen arm en rijk. Vervolgens stelt hij voor om ergens een hapje te gaan eten, wat ik een goed idee vind. Hij is tenslotte helemaal voor mij naar de stad gekomen. Ik had tegen Boy al gezegd dat het best laat kon worden. Na het toetje vertel ik dan wel dat we elkaar niet meer moeten zien. Maar zodra we buiten staan, neemt hij me in mijn armen. Ik zweef weg.
Meer lezen van Manon? Dat kan hier!
Manon is de dochter van Anne-Wil. In haar dagboek schrijft ze over haar moeder, gezin, haar vriendinnen en haar werk bij de plaatselijke krant. Met haar ex Joris kreeg ze Robbert en dochter Willeke, nu pubers. Ze heeft een relatie met de veel jongere Boy, de vader van baby Titia.