Even bellen met... gedragspsycholoog Suzie Geurtsen over fouten van mensen met voorbeeldfuncties

Betrapt worden op het niet naleven van de coronamaatregelen terwijl je een voorbeeldfunctie hebt: een onvergeeflijke fout óf menselijk? En is een aangewakkerde laksheid van het volk hiervan een logisch gevolg? Wij vroegen het gedragspsycholoog Suzie Geurtsen.
Suzie is werkzaam als gedragspsycholoog bij onderzoeks- en adviesbureau D&B.
Koningspaar en minister onder vuur
Onlangs lekte er een vakantiekiekje van koning Willem-Alexander en koningin Máxima uit, waarop zij zich niet aan de 1,5 meter afstand-regel hielden. Het volk was boos en het koningspaar bood hun excuses aan. Nu is het minister Ferd Grapperhaus van Justitie en Veiligheid die dezelfde fout begaat. Er ontstond vorige week commotie rondom zijn trouwfeest toen er een foto uitlekte waarop zijn gasten geen afstand van elkaar hielden. Ook hij bood zijn excuses aan, maar nu blijkt dat boa’s als gevolg hiervan minder coronaboetes uitschrijven.
Bellen met een gedragspsycholoog
Tijd om eens aan gedragspsycholoog Suzie Geurtsen te vragen wat haar kijk is op dit soort ‘foutjes’ van mensen met voorbeeldfuncties en de nasleep hiervan:
Wat vind jij vanuit jouw oogpunt als gedragspsycholoog van de ‘foutjes’ die gemaakt werden door zowel het koningspaar als de minister?
“Mensen zijn erg gevoelig voor wat anderen doen, vooral in onzekere tijden zoals deze. De minister en het koningspaar hebben daarbij natuurlijk een voorbeeldfunctie. Het is heel menselijk om fouten te maken, dat gebeurt in dit geval grotendeels onbewust. Het zit in onze natuur om dichtbij anderen te komen, dat doen we op de automatische piloot, tenzij we erg gemotiveerd zijn om het anders te doen. Maar deze foutjes zijn wel erg onhandig.”
Het volk ziet nu dat mensen met voorbeeldfuncties zich ook niet altijd aan de maatregelen houden. Wat kan het effect zijn op het volk wanneer dit soort foto’s rondgaan?
“Dit komt de geloofwaardigheid van de overheid niet ten goede en kan voor weerstand zorgen: ‘Zij zeggen dat we afstand moeten houden, maar doen het zelf ook niet, zo belangrijk zal het dan wel niet zijn’. Er ontstaan dan twee soorten van weerstand: reactance en scepticisme.
Reactance is weerstand tegen een boodschapper: wat de minister doet en zegt komt niet overeen, dat kan ervoor zorgen dat mensen hem minder serieus nemen. Scepticisme is weerstand tegen de inhoud van een boodschap. Mensen kunnen hieruit ook de informatie halen dat 1,5 meter afstand houden dus toch niet zo belangrijk is en dat corona niet zo gevaarlijk is als degenen die dit propageren het zelf ook niet doen. Dit verkleint de kans dat mensen daadwerkelijk 1,5 meter afstand houden.”
We verwachten van mensen met voorbeeldfuncties dat ze op het gebied van de coronamaatregelen nooit een fout maken. Kun je van een mens verwachten helemaal foutloos te zijn?
“Goed punt. Nee, fouten maken is menselijk. Een groot deel van ons gedrag (zo’n 95%) verloopt onbewust. Dat gebeurt op de automatische piloot en wordt gestuurd door diepgewortelde behoeften en omgevingsfactoren. Dichtbij anderen zijn is een van die behoeften. 1,5 meter afstand houden gaat dus tegen onze natuur in en kost daarom veel moeite. We vinden het niet fijn en moeten hier constant alert op zijn, anders vervallen we in ons vertrouwde oude gedrag. Het is logisch dat dit ook gebeurt bij mensen met een voorbeeldfunctie.
Hoewel ik wel verwacht dat zij hier alerter op zijn en meer motivatie hebben om afstand te houden. Niet per se voor corona, maar juist omdat zij die voorbeeldfunctie hebben en niet publiekelijk af willen gaan. Dat is een sterke drijfveer: hoe anderen ons zien is erg belangrijk voor ons en we gedragen ons vaak automatisch naar de sociale rol die we hebben in deze maatschappij.”
Wat is voor mensen met deze voorbeeldfuncties de juiste manier om met de situatie om te gaan als zo’n ‘foutje’ uitlekt? Excuus maken zoals minister Grapperhaus en het koningspaar hebben gedaan?
“Ja, het beste is om transparant en eerlijk te zijn. Zo’n foutje kan leiden tot een onbetrouwbaar imago: je zegt en doet wat anders. Dat kun je enigszins rechtzetten door toe te geven wat er gebeurde en uitleggen dat het onhandig was. In dit geval zou ik het ook omzetten naar inleving in hoe moeilijk het is voor de rest van Nederland, door dit te erkennen. Maar het liefst dan wel gekoppeld aan een duidelijk handelingsperspectief. Door bijvoorbeeld te zeggen: ‘Het is heel moeilijk, maar zo *tip* ga ik het in het vervolg wel goed doen’. Het is weliswaar lastig om ons aan 1,5 meter afstand te houden, maar als we goed scherp houden waarom we dit zelf belangrijk vinden, bijvoorbeeld om onze ouders, opa’s en oma’s te beschermen, en er steeds aan herinnerd worden in de openbare ruimte is het zeker haalbaar.”
De beste berichten van Libelle in je mailbox ontvangen? Meld je aan voor onze nieuwsbrief.
lees ook
Beeld: Suzie Geurtsen