Joke (49) kreeg een beroerte: "Zo stom dat we niet direct 112 belden"

Het is vandaag Wereldberoertedag. Veel mensen die een beroerte hebben gehad, gaan pas uren later naar het ziekenhuis omdat de signalen niet tijdig worden herkend, blijkt uit onderzoek van de Hartstichting. Ook Joke wist niet meteen wat er met haar aan de hand was.
In de rubriek De Dag Nadat vertelt ze haar verhaal.
Joke (49): “Ik zit op de rand van een bed en kijk om me heen. Het kamertje heeft de grootte van een cel en de enige afleiding die ik heb, is het uitzicht op de binnenplaats van het ziekenhuis. Het lijkt eeuwen te duren voordat er iemand van het personeel naar mijn kamer komt. Ik zeg tegen een verzorgster dat ik wil douchen. Ze vraagt of ik hulp nodig heb. Nee, zeg ik automatisch. Ik zeg altijd nee als iemand hulp aanbiedt. Moeizaam strompel ik naar de douche. De linkerzijde van mijn lichaam voelt verlamd. Mijn arm en been doen niet meer wat ik wil. Het kost me de grootst mogelijke moeite om mezelf te wassen en aan te kleden. Als ik eindelijk klaar ben, ga ik weer op de rand van het bed zitten. Ik weiger met een pyjama aan onder de deken te gaan liggen. Ik ben niet ziek. Ik ben nooit ziek. Terwijl ik daar zit, probeer ik te bevatten wat er gisteren is gebeurd.”
Beroerte
“Het was zondagochtend en ik zat met een kopje thee aan tafel. Opeens begon mijn hele lichaam te bibberen, van mijn kruin tot aan mijn tenen, alsof ik een tekort aan suiker had. Het leek alsof het leven zo uit me wegvloeide. Het lukte me nog net om mijn zus te bellen die vlakbij woont. Het enige wat ik dacht, was: ik ga toch niet dood? Dat kan ik mijn 2 zoons niet aandoen. Dan hebben ze geen ouders meer! Binnen 2 minuten stond mijn zus op haar sokken in huis. Zo stom dat we niet direct 112 belden. We gingen op eigen gelegenheid naar de huisartsenpost in het ziekenhuis. Nadat ik over een lijn had gelopen, werd ik door de arts weer naar huis gestuurd. Niks aan de hand. Mijn bloeddruk werd niet eens opgenomen. Maar ’s middags voelde ik me zo slecht dat ik terugging, dit keer samen met mijn jongste zoon. Mijn linkerarm en been deden het niet goed en op de eerste hulp werd besloten een hersenscan te maken. Op de scan was duidelijk te zien dat ik die ochtend een herseninfarct had. Ik moest blijven. Mijn zoon ging naar huis om kleding te halen.”
Eenzaam
“Ik zit nog steeds op de rand van het bed terwijl ik doodmoe ben. Ik kan niet meer, maar ik ben niet ziek. Ik blijf rechtop zitten. Vannacht werd ik om het uur gecontroleerd. Slapen deed ik toch niet. Mijn kamertje grenst aan de balie en de hele nacht was het een herrie van jewelste. Alsof het personeel tikkertje op de gang deed. Ik voel me eenzaam en aan mijn lot overgelaten. Als er eindelijk een verpleegkundige verschijnt, zeg ik tegen haar dat ik niet op deze afdeling hoor. ‘Ik heb een beroerte gehad en ik hoor op neurologie te liggen’, zeg ik. ‘Niet hier.’ Ze reageert beledigd en gaat weer weg. Aan het einde van de ochtend komen mijn jongens op bezoek. Ze zijn geëmotioneerd en verschrikkelijk geschrokken. 4 jaar geleden is hun vader overleden. Ik ben nu even oud als hij toen hij overleed. Ik stel ze gerust, zeg dat het allemaal goed komt. Ik blijf krampachtig op de rand van het bed zitten. Zodra ik ga lopen, zullen ze de verlamming in mijn arm en been zien en dat wil ik niet.”
Boos op de arts
“Na het bezoekuur staat er opeens een arts voor mijn neus. Het enige wat hij zegt is: ‘Ik heb goed nieuws en ik heb slecht nieuws. U heeft geen MS maar het is wel 100% zeker dat u een herseninfarct hebt gehad.’ En weg is hij. Binnen een minuut. Verbijsterd blijf ik in m’n eentje achter. Hoezo geen MS? Was dat dan een optie? Dat van dat infarct wist ik al. Boos druk ik op het knopje. Even later staat een verpleegkundige naast mijn bed. Ik vertel wat er zojuist is gebeurd. Dat het belachelijk is om iemand op deze wijze te informeren. Dat ik wil dat hij terugkomt en alles normaal uitlegt als mijn familie erbij is.”
Domme pech
“’s Middags komen mijn zoons, zus en de rest van mijn familie. De arts heeft de boodschap begrepen en vertelt rustig wat een infarct precies inhoudt en hoe het revalidatietraject zal verlopen. Ik kan 3 maanden intern revalideren of 3 keer in de week naar het centrum komen. Op de vraag waarom ik op zo’n jonge leeftijd een beroerte heb gekregen terwijl ik gezond leef, kan hij geen antwoord geven. Ik heb gewoon pech gehad. Als iedereen weer vertrokken is, ben ik doodmoe. Maar ik blijf op de rand van mijn bed. Ik ben niet ziek, zeg ik tegen mezelf. Het kan niet zo zijn dat mij dit is overkomen.’
lees ook
Interview: Anne-Gine Goemans. Beeld: iStock.
Dit interview stond eerder in Libelle.