Column: Femke vergeet dat zoontje Max ook een paspoort nodig heeft

Twee dagen voordat Reinier en ik voor het eerst met Max op vakantie zouden gaan, bekroop me ineens een heel akelig gevoel. Ik stelde me voor hoe we met ons kind zouden inchecken en hoe we hem door de douane zouden dragen. Douane… paspoortcontrole… PASPOORT! Max heeft geen paspoort. Het is vreemd hoe hersenen op zo’n moment werken. Ik dacht letterlijk: o, dan neem ik toch gewoon ons trouwboekje mee! Daar staat hij in bijgeschreven. Maar toen vielen daar de kwartjes. Tik. Tak. Tok. Een kind is een persoon. Een persoon heeft een paspoort nodig om te reizen. Max MOET een paspoort hebben. Op mijn smartphone begon ik als een gek te googelen op ‘noodpaspoort’. Op Schiphol zou ik binnen een paar uur zo’n document moeten kunnen regelen. Even zakte de spanning.
[swopquote]Op mijn smartphone begon ik als een gek te googelen op ‘noodpaspoort'[/swopquote]
Toen Reinier echter naar Schiphol belde en een onwillig Marechaussee-mannetje aan de telefoon kreeg, bleek het niet zo makkelijk te zijn. Max heeft nooit een paspoort gehad en er bestaat geen identificatiedocument met zijn foto. Er moest dus eerst een aanvraag voor een paspoort, compleet met foto, gedaan worden bij de gemeente. Het was echter weekend. “U kunt maandag terecht bij Burgerzaken, mevrouw”, zei een ambtenaar toen we naar een of ander spoednummer belden. “Maar we vliegen zondag”, zei ik wanhopig. Het mocht niet baten. Op de website van de gemeente lazen we dat we voor ons kind binnen twee dagen een spoedpaspoort konden regelen. Maar daarmee zouden we onze vlucht, de volgende dag, niet halen. Van frustratie liep ik vloekend en tierend door het huis, Reinier (gestopt met roken) stak zelfs een sigaret op. Dat we onszelf in de penarie geholpen hadden, vond ik niet eens zo heel erg, maar we zouden vliegen met een alleenstaande vriendin en haar twee kinderen en die waren de dupe van onze stomme actie.
We belden de luchtvaartmaatschappij om te kijken of we de tickets konden omboeken. Gelukkig was dat mogelijk. Even later zaten Reinier en ik hoofdschuddend naast elkaar op de bank. In mijn hoofd probeerde ik na te gaan waar het mis was gegaan. “Weet je nog dat we twee jaar geleden spontaan naar Boston gingen en daar geen hotel konden vinden, omdat het een feestweekend was? En dat we toen bijna op straat moesten slapen?”, vroeg Reinier. Ik knikte.
Vooruitkijken. Niet onze sterkste kant. En ons kind? Tja, dat vergeten we af en toe.
Femke Sterken (32) is reportageredacteur bij Libelle. Ze is getrouwd met Reinier en moeder van baby Max. Femke woont in Amsterdam. Lees ook haar column over het verbeteren van de wereld of een van de andere columns.