Column: Hans wijst een riekende collega op haar geur

Iemand op het werk heeft een probleem waarover achter haar rug volop wordt gesproken. Daar zit in dit geval wat in. Vooruit, dit is het probleem: ze stinkt naar zweet – en niet zo’n beetje ook. Het bevreemdt iedereen, want a) ze is verder volstrekt normaal, aardig om te zien, en b) ze is getrouwd, al jaren, dus is er óf iets mis met de neus van haar man óf hij doet al jaren hetzelfde als wij. We nemen ons telkens voor het haar eens een keer te vertellen om het telkens weer uit te stellen. Tot gisteren. Drie collega’s kwamen naar mijn bureau. De een zei: “Je móet iets doen aan die… nou ja, die geur van Ellen.” De andere twee knikten ernstig. Ik keek zo neutraal mogelijk, daar zijn mannen best goed in, maar schrok me rot. Hoe ging ik in hemelsnaam een vrouwelijke collega meedelen dat ze – hè ja, alleen al de woorden vinden om die boodschap over te brengen.
“Waarom ik?”, zei ik.
“Jij bent officieel haar leidinggevende.”
De hele dag wilde ik haar aanspreken, maar het kwam er maar niet van. Aan het eind van de dag, beloofde ik mezelf. Maar aan het eind van de dag was ze ineens weg. Meteen morgenochtend, beloofde ik mezelf.
Die ochtend stond ik met haar in de lift. Ik steeg boven mezelf uit, ja, het was eruit eer ik er erg in had: “Kan ik je even spreken?”
Daar zaten we dan. “Ik…”, begon ik, want dat leek me wel een goed begin. Nu nog een paar woorden erachteraan, klaar, toch? Ik nam een slok koffie. “Collega’s van je…” Dit was weliswaar laf, maar klonk mij stukken beter in de oren. “… klagen over je. Niet over je werk, dat is uitstekend. Maar…” Weer een slok koffie. “Je geurt nogal.”
Ze keek me stomverbaasd aan.
“Kan gebeuren”, zei ik snel. “Maar je moet er wel iets aan doen.”
“Ik geur?”, zei ze.
“Ja, heel erg eigenlijk”, zei ik. “Misschien… deodorant.”
“Deodorant?”, zei ze.
“Of de huisarts”, opperde ik.
“De huisarts?”, zei ze.
Wat erg: ze ging alles herhalen wat ik zei. Maar echt erg: ik kreeg het warm, ja, ik begon toch zwaar te zweten. Vooral onder mijn oksels. Dit gesprek nam, zogezegd, een onverwachte wending. Ze keek me vies aan.
“Jij stinkt ook!”, zei ze, en vertrok, woedend.
Collega’s kwamen naar me toe, vragende blikken: en? En?
“Het was een goed, open gesprek”, zei ik. “Van beide kanten.”
Hans Verstraaten is getrouwd. Hij is journalist en columnist voor o.a. Management Team. Lees ook zijn column over de chaos op een parkeerplaats of lees een van de andere columns.