Te klein hoofd…..

God straft meteen. Dat dacht ik gisteren na mijn dertigweken-echo. Schreef ik vorige week nog een column over hoe bang ik was voor een lelijk kind… op dit moment is alles anders.
Ik begrijp de Femke van vorige week niet meer. Ze is een ander. In eerste instantie had ik het niet eens door. Ik vertelde de echoscopist laconiek dat ik dit onderzoek overdreven vond, maar dat de twintigwekenecho een ietwat klein hoofdje had laten zien wat de vorige echoscopist deed besluiten om tien weken later nog een echo te laten doen. “Tja”, knikte deze echoscopist, “uw kind heeft inderdaad een heel klein hoofd.”
Ik haalde mijn schouders op en zei dat mijn man dat ook heeft, maar de echoscopist leek vastbesloten om ons met onze neus op de kille feiten te drukken. “Je hebt klein en héél erg klein. En dit, mevrouw Sterken, is HEEL ERG klein. Ik moet u naar het ziekenhuis verwijzen, want in het ergste geval kan dit wijzen op microcefalie.”
Een paar minuten later stonden we buiten. Ik bleef vrij laconiek en zei tegen Reinier: “Ik weet niet of ik naar de gynaecoloog wil, hoor. Er is vast niks aan de hand.” En dus gingen we door met onze zaterdag. Aten een broodje. Deden de was. Totdat we tegen de avond een telefoontje van de verloskundige kregen. Ze wilde checken hoe het ging. Of ik erg geschrokken was. En of we al besloten hadden wat we wilden doen.
Ineens kwam de boodschap binnen als een bom. Waarom belde deze verloskundige op zaterdagavond? Wat bedoelde ze nou precies? Ik begon vragen op haar af te vuren. Wat betekent een te klein hoofd? Hebben we het nu over afwijkingen in groei of afwijkingen in de hersenen? Uiteindelijk kwam ook de verloskundige met de term microcefalie.
Ik besloot nu maar eens te vragen wat dat was en kreeg een antwoord in de trant van ‘deze kindjes hebben een mentale achterstand’. Het internet leerde me echter dat we met deze afwijking ‘geestelijk gehandicapt’ bedoelen.
De rust is dus voorbij. Weg roze wolk of hoe je dat noemt. Plotseling zie ik onze hele toekomst aan flarden en mezelf heen en weer rijdend naar een tehuis waar een apatisch kwijlende jongen zijn dagen slijt, omdat hij thuis niet te hanteren is. Gisteravond heb ik in de armen van mijn man onbedaarlijk gehuild. Het wachten is nu op de afspraak in het ziekenhuis. Vier hele dagen wachten.
Lees ook Femke haar vorige column. Of lees een verhaal van een van de andere columnisten. Volg Femke ook op Twitter.