Elisabeth (62): "Na de dood van mijn man bleef ik achter met wrok"

Elisabeth (62) vergaf haar man op zijn sterfbed, maar meende het niet echt. Daardoor bleef ze vol wrok achter.
“‘Wil je me het alsjeblieft vergeven?’, vroeg mijn man vlak voor zijn dood aan me. Natuurlijk zei ik ja. Het was te laat om te vertellen hoe boos ik op hem was. Ik zei dat ik hem vergaf, maar meende het niet. Daarom bleef ik na zijn dood achter met wrok. Een heel nare emotie, die me uitputte en ziek maakte. Ik ontdekte dat vergeven iets is wat je met hart en ziel doet. Dat proces moest ik alsnog aangaan.”
Intieme jaren
“Mijn man en ik scheelden 23 jaar. Toen we elkaar leerden kennen, had hij al kinderen. Later werd onze dochter geboren. Heerlijk allemaal, maar de intieme jaren met z’n tweetjes voordat je een gezin sticht, kenden wij niet. We halen het in na ons pensioen, beloofden we elkaar. Of beter: na zijn pensioen. Ik was 45 toen we ons bedrijf verkochten omdat hij aan zijn pensioen toe was. Voor mij best jong om mijn carrière te beëindigen, maar ik wilde samen met hem genieten van het leven en van elkaar. Dat wilde hij ook, maar toch liet hij zich na zijn pensioen volledig opslokken door zijn oude hobby motorracen. Hij was er áltijd mee bezig. ’s Zomers gingen we allerlei motorevenementen af, waardoor er geen tijd was om samen op vakantie te gaan. Ik zei wel dat dit niet was wat ik me van zijn pensionering had voorgesteld, maar daar reageerde hij niet op. Hij ging zijn eigen gang en ik werd steeds ongelukkiger.”
Verhitte discussies
“Op het moment dat ik er niet meer tegen kon en bij hem weg wilde, werd er een agressief melanoom bij hem gevonden. De arts gaf hem niet meer dan twee jaar. Natuurlijk liet ik hem niet in de steek, ik wilde voor hem zorgen tot het einde. Die twee jaar werden er zes, waarin hij tot een paar maanden voor zijn dood met racen bezig bleef. We hebben er verhitte discussies over gehad, maar konden elkaar niet meer vinden. Hij had zijn leven en ik het mijne.
In de laatste maanden voor zijn dood veranderde hij. Op zijn vraag hoe ik ons huwelijk had ervaren, heb ik eerlijk geantwoord dat de eerste 25 jaar heel fijn waren, maar dat ik er in de elf die daarna kwamen niks meer aan had gevonden. Zijn spijtbetuiging kwam voor mij als mosterd na de maaltijd. Het was te laat. Na zijn dood bleef ik verward achter. Ik was boos, heel boos. Ik leefde op de automatische piloot, mijn hart stond uit. Ik wist dat ik er iets mee moest, maar kon het niet opbrengen.”
Fijne herinnering
“Totdat ik een opleiding tot NLP-coach ging doen. Daarvoor moest ik behoorlijk met mezelf aan de slag. Ik ben begonnen met het uitspreken van mijn gevoelens, tegen mijn man: ik ben boos op je, ik vind het een waardeloze streek van je, dat soort dingen. Een beetje gek misschien, maar het hielp. Ik zat met heel veel wrokkige draadjes aan hem vast, die ik stuk voor stuk heb losgeknipt. Als er een herinnering bovenkwam waardoor ik me weer boos of miskend voelde, liet ik dat gevoel er zijn. Daarna kon ik het hem vergeven en zei ik dat hij in vrede mocht gaan. Zo deed ik het ook met het vergeven van mezelf, want ook dat was nodig. Ik beschouwde mezelf als slachtoffer, maar dat was niet terecht. Ik heb het allemaal laten gebeuren. Ik bleef op hem wachten, maar had ook de regie over mijn eigen leven kunnen nemen. Mijn man werd weer een fijne herinnering. De leuke dingen, zoals de grappen die hij uithaalde, hoe verschrikkelijk hard we samen konden lachen, de liefde tussen ons, het kwam allemaal weer boven. Ik kijk niet meer in wrok om en heb me ermee verzoend dat het zo gelopen is.”
Tekst: Deborah Ligtenberg. Beeld: iStock
Iedere dag (gratis!) de best gelezen berichten van Libelle in je mailbox? Meld je aan voor de Daily Update!