Sandra (58) heeft een relatie met een autistische man

Een relatie met een autistische man: het leek Sandra (58) maar niets. Toch viel ze voor Roland. Inmiddels zijn ze 10 jaar samen. “Wat je ziet is echt, dat vind ik aantrekkelijk.”
“Na mijn scheiding was ik op zoek naar een leuke man in mijn leven. Ik schreef me in op een datingsite. Daar kreeg ik een berichtje van Roland en ik bekeek zijn profiel. Autistische man zoekt partner, stond er. Dat wordt ’m dus niet, dacht ik. Ik werk al in de zorg, dus in een eventuele relatie wilde ik niet de rol van hulpverlener op me nemen. Mannen met problemen, daar zat ik niet op te wachten. Toch ontmoette ik Roland nadat ik op de datingsite had aangekondigd dat ik een spelletjesavond bij mij thuis organiseerde. Roland meldde zich aan, en met 3 mannen en 3 vrouwen werd het een gezellige avond. Toen iedereen naar huis ging, bleef Roland als enige over. Hij nodigde me uit om de volgende dag een stukje te rijden in zijn auto. We reden naar Zutphen om te wandelen en wat te drinken. Tegen mijn verwachting in werd het erg leuk, zo kwam het dat we steeds vaker afspraken.”
Eenzame momenten
“Het 1ste jaar dat Roland en ik een relatie hadden, was het moeilijkst. Al na 2 weken zei ik: ‘Ik weet niet of het erin zit en of ik het kan, een relatie met jou.’ Ik hou van enthousiasme en Roland is gewoon geen passievolle man. Nu zie ik het als hij ergens enthousiast over is omdat ik zijn gezicht heb leren lezen. Een kleine glimlach vertelt me dat hij iets heel leuk vindt. Maar ook om andere redenen heb ik het in het begin vaak zwaar gehad. Zoals op kerstavond, waarop ik me zo verheugd had. Roland zou meegaan naar de kerk. Daarna wilde ik samen naar mijn huis, warme wijn drinken bij de open haard. ‘Ik ga naar huis’, zei Roland na de dienst. Ik begreep er niks van. Wat was nou het probleem? Maar van zo’n situatie raakt Roland overprikkeld. Dat heeft niks met mij te maken. Als je dat niet weet, ga je wel aan jezelf twijfelen en trek je makkelijk de verkeerde conclusie. Op dat moment voelde ik me eenzaam. Voor mij was het een zoektocht om te ontdekken welk gedrag met zijn autisme te maken had en wat zijn eigen persoonlijkheid was. Daardoor ben ik ook de mooie kanten in gaan zien van zijn autistische brein. Autistische mensen zijn zichzelf, ze kunnen niet anders. Wat je ziet is echt, dat vind ik aantrekkelijk.”
Mooie gesprekken
“Voor Roland is inlevingsvermogen moeilijk. Hij begreep het niet dat als ik overdag een belangrijk gesprek had, ik het fijn vond als hij ’s avonds informeerde hoe het was gegaan. En ook al vertelde ik hem 2 of 3 keer wat ik ging doen, hij vergat het gewoon. Toen heeft hij bedacht om al mijn afspraken in zijn elektronische agenda te zetten. Nu vraagt hij er dus naar. Ook al weet ik dat hij er niet spontaan naar vraagt, toch vind ik het fijn. Waarin we elkaar vinden zijn de gesprekken die we samen voeren. Roland is intelligent en hij praat zonder franje. Een autist zal je niet imponeren, hij weet niet eens hoe dat moet. Met hem kan ik doorpraten over onderwerpen die ertoe doen. Over zingeving bijvoorbeeld: hoe we ons leven willen leven, welke dingen we willen doen – en die gaan we dan ook daadwerkelijk doen. Door hem ben ik aan een studie psychologie begonnen. En ik vind het fantastisch dat hij out of the box kan denken. Ons huis staat vol met zijn zelfbedachte uitvindingen, zoals een hovercraft-tafel of glas-in-loodverlichting. Van ons klushuis heeft hij iets prachtigs weten te maken omdat hij al voor zich zag hoe het eruit zou komen te zien.”
Even patience spelen
“In een omgeving met veel mensen raakt Roland snel overprikkeld. Dan wordt hij stil en trekt hij zich terug. We houden rekening met elkaar, en we zorgen er tegelijkertijd voor dat we niet op onze tenen lopen. Als ik een nare dag heb gehad en ik kom boos binnenstormen, dan houd ik me niet in omdat Roland daar gevoelig voor is. Hij weet dat ik temperamentvol ben. Als de kinderen komen eten en hij vindt het te druk worden, dan gaat hij even naar boven om patience te spelen. We willen onszelf kunnen zijn, daarin doen we geen concessies. Soms houdt dat in dat Roland niet meegaat naar een feestje of een etentje, of dat hij eerder weggaat. De één heeft een partner die weleens migraine heeft, ik heb een partner die zo nu en dan overprikkeld is. En al zeggen woorden als ‘houden van’ en ‘gelukkig zijn’ hem niks, Roland noemt mij een fijne partner. We zijn in alles happy met elkaar.”
lees ook
De beste berichten van Libelle in je mailbox ontvangen? Meld je nu aan voor de nieuwsbrief!
Interview: Laura van der Meer. Beeld: iStock