José Rozenbroek: "Mijn intuïtie wist dit allang: Sigrid Kaag kan ons land leiden"

Bladenmaker en journalist José Rozenbroek is een nieuwsjunk. Elke week schrijft ze voor Libelle een column over wat haar opvalt en waarover ze zich opwindt. Deze week wil ze net als Sigrid Kaag dansen op tafel.
O jongens, wij hier thuis gilden en joelden als keukenmeiden toen we hoorden van de verkiezingsoverwinning van D66. We dansten nog nét niet op de tafel. Kaag deed dat wel, zagen we later. Die vrouw met zwaaiende armen en een lach van oor tot oor was dezelfde vrouw die vorig jaar de guts had om te zeggen dat ze op een dag premier wil worden. De partij staat op dat moment, 21 juni 2020, op twaalf zetels, en ze wordt dan ook honend weggezet door iedereen die haar partij niet meteen een warm hart toedraagt. Ook de trouwe achterban kijkt zuinigjes: overspeelt ze zo niet haar hand?
Geroddel
Met een vriend, een van die sceptische D66’ers, sluit ik een weddenschap af: bij meer dan 24 zetels zal hij op champagne trakteren, bij minder ik. Het hele jaar appt hij me geregeld dat hij hoopt dat ik ga winnen, maar dat hij het tegenovergestelde vreest. De peilingen geven hem gelijk: de partij zakt weg naar tien, twaalf zetels. Ik blijf koppig hopen, hoewel ik soms mijn hart vasthoud: als Kaag wereldvreemde uitspraken doet, als ze opeens krampachtig de oer-Hollandse ‘gewone’ vrouw speelt die sneakers draagt en op de fiets soep rondbrengt, als ze zichzelf lijkt te verloochenen als hoogopgeleide, superintelligente vrouw van de wereld. Het geroddel is onderwijl niet van de lucht; ze zou te elitair zijn, te bekakt, Nederland ontgroeid, in de ministerraad haar mond niet opendoen of juist te veel praatjes hebben.
Kaag vs. Wilders
Nét op tijd (naar verluidt met de hulp van een Remonstrantse predikant) weet ze zichzelf te hervinden. De laatste weken voor de verkiezingen krijgt ze vleugels. Ze hekelt hardop het seksisme en de vrouwenhaat die met bakken over haar wordt uitgestort: elk kwartier verschijnt er een snier over Kaag op Twitter. In debatten doet ze het tot verbazing van vriend en vijand goed met uitgesproken standpunten. Met als hoogtepunt het slotdebat waarin ze tegenover Geert Wilders staat die haar keer op keer toesist dat ze een ‘verrader’ is omdat ze op vredesmissie in Iran een sluier droeg. ‘Dit pik ik niet’, zegt ze fel. Haar ogen schieten vuur en ze lijkt centimeters te groeien. ‘Dit was een opdracht in landsbelang. U moet er nog een keer van leren, om uw eigen trots opzij te zetten.’
Koude rillingen in het land. Op dat moment weet ook mijn verstand wat mijn intuïtie allang wist: hier staat een superieure vrouw, die op een dag ons land kan leiden. Ik realiseer me ook: je wint het als je authentiek blijft, jezelf niet verloochent, en als je als vrouw je niet laat overtroeven door de kerels.
Column in Libelle
Gisteren, toen we uitgegild waren, zocht ik toch nog even op wat ik vorig jaar zomer over haar schreef in mijn column in Libelle. Daarin schrijf ik dat ze godzijdank een buitenstaander is in Den Haag en het ontbreken van een teflonlaag en vosserige sluwheid een verademing is, maar dat meer gepokte en gemazelde collega’s haar met genoegen te grazen zullen gaan nemen. ‘Toch zegt mijn vrouwelijke intuïtie me dat dat niet gaat gebeuren. Kaag lijkt me een type dat op een sjieke maar effectieve manier de strijd gaat aanbinden met de mannetjes in de leeuwenkuil.’
Kreeg mijn onderbuikgevoel zomaar gelijk. Mag ik ook even op de tafel springen, met een grote fles champagne?
De beste berichten van Libelle in je mailbox ontvangen? Meld je aan voor onze nieuwsbrief.