30 dagen challenge: Marleen stopt met schreeuwen

10 vrouwen van de Libelle-redactie gaan de uitdaging aan: 30 dagen iets wél of juist niet doen. Hoe het ze vergaat lees je wekelijks op Libelle Daily. Redactiemanager Marleen stopt met schreeuwen.
De uitdaging
“Ik schreeuw. Niet graag en niet veel, maar soms wel. Tegen mijn kinderen (en soms mijn man) en dan met name als ik boos ben. Omdat ik iets al 10 keer heb gevraagd of gezegd, het dan nog steeds niet gebeurt en IK ER HELEMAAL KLAAR MEE BEN! Inmiddels schreeuwen mijn kinderen terug. Tijd om het volume terug te schroeven dus.”
Week 4 – Stem verheffen
“Een maand lang niet schreeuwen, is natuurlijk een challenge van lik-me-vestje. (ik wilde hier eerst een ander woord gebruiken maar toch maar niet. Ook niet vloeken staat namelijk op mijn to-do-lijst van nog te elimineren slechte eigenschappen en dan is dit een goede stap). Want ik schreeuwde natuurlijk niet elke dag op vol volume tegen mijn kinderen en/of man en/of andere mensen. Ik verhief mijn stem, dat wel. En ik kan goed boos worden, dat ook. Laten we het erop houden dat ik er geen brood in zie om allerlei emoties op te kroppen, voor me te houden, in te slikken en te laten broeien. Ik ben voorstander van het principe dat een beetje ruziemaken op zijn tijd de lucht klaart en geen kwaad kan.”
Het moet anders
“Desalniettemin heeft het mij best moeite gekost om niet te schreeuwen deze maand. Het gaat namelijk niet zo zeer om het schreeuwen maar om hoe ik omga met conflictsituaties met mijn dochters (en man en ouders). En daar ben ik niet zo tevreden over. Helaas. Deze challenge heeft me dus vooral het inzicht gebracht dat het anders moet. Minder ongeduldig, minder gehaast, gestrest, onvriendelijk, negatief en veroordelend. Tjemigdepemig, er is werk aan de winkel!”
Moeder Theresa
“Gelukkig kan een mens iedere dag opnieuw beginnen met zijn of haar goede voornemens en verzekerden mijn dochters mij desgevraagd dat ik de liefste moeder van de hele wereld ben, en dat ik soms best mag schreeuwen want dat was soms ook echt nodig. Aldus het liefhebbende duo. Waarvan akte. Maar toch ga ik onverdroten door met de grootste challenge waar iedereen, met uitzondering van wijlen Moeder Theresa en Majoor Bosshardt, zich dagelijks voor gesteld ziet: gewoon een goed mens zijn.”
Week 3 – Jeugdsentiment
“We zijn 3 weken en 3 schreeuwen verder. Ik vind dat een alleszins acceptabel resultaat, aangezien er soms gewoon situaties zijn waarin een mens, een moeder, ik dus, eigenlijk gedwongen wordt te schreeuwen. Serieus. Dat zullen heel veel moeders – zachtmoedige moeders die nooit hun stem verheffen en wier kinderen altijd hun bordje in de afwasmachine zetten, hun jas ophangen en altoos in pais en vree met elkaar samen leven en samen spelen – niet met me eens zijn, maar zo ervaar ik dat nou eenmaal.”
‘Dan zwaait er wat’
“Ik denk dat ook deze slechte eigenschap van mij rechtstreeks is terug te voeren op mijn jeugd. Mijn vader schreeuwde namelijk ook. Alhoewel… wat er gebeurde was het volgende: mijn zus en ik maakten bijvoorbeeld dermate veel herrie dat het tot beneden te horen was. Best knap als je bedenkt dat wij boven onze banketbakkerij woonden waar het toch bepaald niet muisstil was. Dan beende mijn vader uit de bakkerij door de aangrenzende winkel, smeet de tussendeur open die naar het trappenhuis leidde en brulde keihard (hij moest immers een paar trappen overbruggen): “Als ik nog één keer moet waarschuwen dan zwaait er wat!” Waarop mijn zus en ik elkaar verschrikt aankeken en acuut stopten met wat we aan het doen waren, of dat nou ruziemaken of gewoon rondrennen was.”
Indrukwekkend
“Ik ben er nooit achter gekomen wat er dan zou gaan zwaaien want mijn vader hoefde nooit een tweede keer te waarschuwen, zo veel indruk maakte hij met zijn brul. Ja, dat waren nog eens tijden, dat je kroost gewoon naar je luisterde en gedwee deed wat hen gezegd werd. Maar nu ik erover nadenk, weet ik wel wat de reden was dat wij zo schrokken en meteen stopten met onze anarchistische praktijken. Mijn vader schreeuwde namelijk zelden. En dat maakt dus veeeeel meer indruk, zo simpel is het.”
Creatieve vuilnisbelt
“Hoeveel meer redenen moet ik hebben om te minderen, dan wel te stoppen met schreeuwen? En dat het dan niet meteen is gelukt, doet niets af aan mijn voornemen. Ik moet me nu alleen beraden op een andere manier om aan ongewenste situaties een eind te maken. De meeste opvoedprogramma’s raden humor aan als instrument om ‘in gesprek te blijven met je kind en het bij te sturen’. Daar gaat-ie: lieve schat, wat een leuke creatieve vuilnisbelt in je kamer. Mocht het vanavond nou nog niet opgeruimd zijn, dan kan het mooi met het grofvuil mee, want die komen morgen langs. ‘MAM! DAT IS NIET GRAPPIG!'”
Week 2
“Dat niet schreeuwen tegen mijn twee schatjes gaat eigenlijk heel goed.Ik ben erachter gekomen dat ik eigenlijk niet eens zo veel schreeuw, dus dat maakt mijn 30 day challenge wel ietwat minder challenging. Bij nader inzien ligt het wat genuanceerder met dat schreeuwen. Ik brul dan wel niet op vol volume als iets me niet zint, als ik wil dat ze opschieten, hun jas ophangen, hun hockeyspullen opruimen, hun bordje in de afwasmachine zetten, hun raam dichtdoen, hun bed opmaken, de tafel dekken en ga zo maar door, maar ik heb wel diverse andere methodes om de dames te laten merken dat iets me niet zint. Denk: de opgetrokken wenkbrauw. Twee opgetrokken wenkbrauwen. Een zuinig mondje trekken. Even licht met mijn schouders omhoog. Niet reageren op een zacht gemompeld excuus. Negeren. Dreigen. Binnensmonds mopperen. De mogelijkheden zijn eindeloos.”
Tere kinderzieltjes
“Dat geldt overigens zowel voor mij als voor de dochters hoor. En by the way: ook mijn man, hun vader, doet een duit in het zakje. En voor je denkt dat het hier toch een ietwat disfunctionele familie betreft: dat klopt. Maar zijn niet alle families dat? Is dat niet de kern van ons bestaan? En wat is eigenlijk disfunctioneel? Of functioneel? Wie het weet mag het zeggen. Trouwens: a rotten childhood is a writers goldmine, zo is het ook nog eens een keer. Maar goed, al deze zaken doen de sfeer geen goed. En zijn wellicht ook schadelijk voor de tere kinderzieltjes van mijn bloedjes.”
Een aardig mensch
“Hoeveel gezelliger zou het zijn, hoe harmonieus zouden wij samenleven als ik van een ongeduldige, strenge en licht ontvlambare moeder zou veranderen in een kalm, zacht en sereen exemplaar? Ik weet niet zeker of dat beter is, maar ik ga het wel proberen. Stap 1 is dan: niet schreeuwen dus, maar dat bleek ik niet zo te doen en stap 2: AARDIG ZIJN EN BLIJVEN. Ook al ligt Luteins jas-paardrijbroek-natte gympen-haarborstel-brooddoos-of weet ik veel voor de zoveelste keer op de bank-bed-tafel-gang-vloer-whatever maar in ieder geval niet op de daartoe bestemde plek. En treuzelt Pia nog zo lang met aankleden-douchen-lezen-naar bed gaan en nog veel meer andere dingen die mijn kinderen doen waar ik krankjorem van word. Mijn nieuwe mantra is: ik ben een aardig mensch. Heel aardig. Super aardig. En mijn kinderen en man zijn dat ook. Dus wij doen superaardig tegen elkaar. De hele dag. Zoiets? Ik vind het nu al challenging!”
Week 1
“Mijn kinderen reageerden verdacht enthousiast op mijn mededeling dat ik zou gaan proberen om 30 dagen lang NIET tegen ze te schreeuwen. “Mooi,” constateerde Lutein, “dan kunnen we helemaal los. Goed plan, mam.”
Dat telt niet
“Tot nu toe ben ik nog niet in schreeuwsituaties beland – wat op zich al wonderlijk is, aangezien die zich in een gemiddelde week om de dag voordoen. Ik heb wel geschreeuwd DEUR DICHT – HOE VAAK MOET IK DAT NOG ZEGGEN? Maar die telt niet echt vind ik. Dat is meer in het algemeen een mededeling die je extra kracht moet bijzetten. Al kan ik wel constateren dat het schreeuwen van ‘deur dicht’ dus niet helpt want zomer en winter doen al mijn huisgenoten de deur achter hun kont niet dicht. Kennelijk in de kerk geboren – zou mijn oma zeggen.”
Akkefietjes aan tafel
“Ik heb me al wel één keer moeten beheersen en heb dat gedaan door met de handen tegen mijn oren gedrukt mijn hoofd op tafel te laten vallen, ondertussen mompelend: ach nee toch, niet alweeeeer. Er doen zich namelijk vrij vaak schreeuw-incidenten en akkefietjes voor aan tafel. Dat gaat dan zo:
Lutein kijkt op telefoon terwijl ze aan tafel zit. Dat mag niet.
Ik: Doe die telefoon even weg en neem een hap.
Lutein: Even wachten.
Ik: Nee, niet even wachten, we zitten te eten, doe die telefoon weg.
Lutein: Maaaam, ik moet even dit afkijken.
Ik: Nee. Doe. Die. Telefoon. Weg.
Lutein: Oke.
Ik: En ga eten.
Lutein: Jaa, dat weet ik nou wel hoor.
Ik: Even dimmen dame.
En dan opeens Pia: Ja Luut, je moet echt eens die telefoon wegdoen, dat is heel irritant.
Lutein: Waar bemoei jij je mee?
Pia: Nou, het is toch ook irritant.
Lutein: En jij dan, jij speelt toch ook de hele tijd op de piano terwijl ik dat niet wil.
Pia: Dat is heel anders.
Lutein: Hoezo, nee.
Etc etc etc. De zussen gaan in de hoogste venijn-schakeling, ik weet waar het eindigt: een huilende Pia, een mokkende Lutein en ikzelf schreeuwend dat ze nu eindelijk eens moeten ophouden met zo onaardig te doen. Echt heel gezellig, aan tafel met je dochters. Moet je ook eens proberen. Maar goed. Ik heb dus niet geschreeuwd, ook niet toen gisteren een variant op bovenstaande dialoog zich afspeelde. Pure winst. So far, so good. Maar de maand is nog lang…”
Beeld: iStock.