Zorgenzoon - deel 38: "Ik vind het helemaal geen goed idee dat hij op zichzelf gaat wonen"

Lars, die wegens ernstige gedragsproblemen anderhalf jaar in een instelling woonde, is terug in zijn geboortestad Amsterdam. Hij woont acht maanden bij een begeleid wonen groep. Dan komt zijn achttiende verjaardag in zicht. De gemeente heeft een flat voor hem klaarstaan. Tijd om op eigen benen te leren staan, vindt men. Zijn moeder ziet alles met lede ogen aan.
Een week voordat Lars achttien wordt, krijgt hij bericht dat er een flat voor hem beschikbaar is. In Geuzenveld. Lars weet niet goed wat hij ervan moet vinden. Aan de ene kant vindt hij het reuze interessant, een eigen huis. Aan de andere kant vindt hij het wel allenig. En best ver van het centrum. Wat ik vind, vraagt niemand. Ik vind het helemaal geen goed idee. Lars kan nauwelijks een ei bakken, hij is altijd alles kwijt, kan totaal niet alleen zijn en loopt in zeven sloten tegelijk. Bovendien is Geuzenveld niet bepaald een veilige wijk voor een kwetsbaar kind dat in dubieuze kringen verkeert. Er is veel criminaliteit.
Ik heb Winfred er van tevoren een paar keer op aangesproken, maar de groep voor begeleid wonen is niet geïnteresseerd in mijn bezwaren en zwartkijkerij. “Wij denken dat Lars er klaar voor is.”
De flat
Dus regel ik transport voor het bed van Lars, want hij wil graag zijn eigen bed meenemen. Ik help hem zijn spullen inpakken. Een paar sporttassen met kleding, wat toiletspullen. Ook laad ik een shopper in met keukengerei dat ik nog snel gekocht heb. Of je nu gaat studeren of een probleemjongere bent die zelfstandig moet leren wonen, je hebt toch bestek nodig. Theekoppen, glazen. Ik stop er ook mijn kantoorservies bij, dat al een paar maanden niet meer in gebruik is. Al met al een heuse uitzet voor mijn lieve, stoute puberman.
Het vrachtwagentje rijdt voor, de spullen gaan erin, Lars rijdt mee. Ik tuf er in mijn eigen auto achteraan. Bij een halfhoog modern flatgebouw houden we halt. Ik kijk om me heen. De omgeving ziet er vriendelijk uit. Naast het flatgebouw staat nog eenzelfde en daarnaast ligt een vijver. Aan de andere kant zit een bibliotheek. Aan de overkant een klein winkelcentrum. Gevaarlijk of vies kan ik het hier niet noemen. Ik sleur de tassen in de lift en we zoeven omhoog.
Mijlpaal
De woning bevindt zich op de zevende en tevens bovenste etage. Nieuwsgierig stappen we binnen. De flat is ruim. Superruim zelfs. Een jong stel zou hier een moord voor doen, voor zo’n huis met riant uitzicht. Lars deelt de flat met een andere jongere die op zichzelf moet leren wonen. Een hele rustige, aardige jongen, zo is mij van tevoren verzekerd. Hij is nu niet thuis. De flat heeft een prima keuken, een badkamer en de jongens hebben allebei een kleine slaapkamer. Lars zet de tassen kleren op de grond en klikt samen met Winfred het bed in elkaar. Ik wil hem helpen het bed op te maken en de kleren in de kast te leggen, maar Lars houdt me tegen. “Laat maar ma, dat doe ik later wel.” Hij wil naar buiten, de stad weer in.
Ik rijd naar huis. Afgelopen uur ging in een flits voorbij, maar was wel een mijlpaal in mijn leven. In een uur tijd woont mijn kind ineens op zichzelf. Alleen, zonder begeleiding, zonder familie, zonder bezorgde moeder en jonger zusje. Nu moet hij het echt zelf doen. Ik ben er verre van gerust op. Maar tegensputteren heeft geen zin en doemdenken ook niet. Ik kan alleen maar zorgen dat ik altijd in de buurt ben.
Achttien jaar
Een week later. Het is een zomerse zaterdag in augustus. De dag waarop Lars achttien jaar wordt. Ik heb een stapel cadeaus klaar staan. Een T-shirt van Hugo Boss, een trainingsbroek en een designer parfum dat maar op twee adressen in de stad verkocht wordt. Plus een dikke vette taart. Met aardbeien, daar houdt hij zo van. Hoe vreemdig en moeilijk het allemaal ook is, ik houd zielsveel van mijn zorgenkind. En ben apetrots dat hij achttien wordt.
Ik denk nog even terug aan het moment achttien jaar geleden, waarop hij middenin de nacht rond half drie met een weeënstorm de wereld in stuiterde. Toen al. Hij was heel dun en behoorlijk lelijk. Op zijn hoofdje zat een vlies. Mijn vlies. Daar hoort een uitdrukking bij: met de helm op geboren worden. ‘In het volksgeloof werden dergelijke kinderen geacht een gelukskind of ziener te zijn. Wie ‘met de helm geboren’ is werd geacht het tweede gezicht te hebben’, staat er op Wikipedia.
Druk
Gevoelig is hij zeker. Lars voelde altijd al feilloos stemmingen aan. Zowel positief als negatief. En stress. Tussen zijn ruziënde ouders bijvoorbeeld. Alleen kon hij er niet mee omgaan. Hij werd er boos van. En kreeg er zelf stress van. Daarom is het ook zo’n chaos in zijn blonde hoofd. Hij kan dingen niet goed uit elkaar houden, vindt het moeilijk om hoofd- en bijzaken te onderscheiden, kan slecht tegen druk. Druk van buitenaf, druk van school, druk door zijn vrienden. Peer pressure. Want het is al zo druk in zijn eigen hersenpan. Dus doet hij maar wat. En schiet alle kanten op. ADHD met een snufje autisme heet het officieel.
Cadeau
Terug naar de jarige job. Hij rukt mijn cadeaus open, spuit kwistig met het parfum en schuift ongedurig een stuk taart naar binnen. Bente heeft geen cadeau voor haar grote broer, want, zo zegt ze, ‘hij koopt ook nooit wat voor mij’. Tja, daar zit wat in. Na dit feestelijke moment, dat welgeteld tien minuten duurt, overheerst de onrust alweer. “Ik ga naar buiten, ma”, zegt hij en is al bij de deur. “Wat wil je vanavond eten?” roep ik hem na. Ik wil iets speciaals maken. Een achttienjarige waardig. “Kweenie, ik zie je straks”, mompelt hij.
Feestvarken
De hele middag houd ik hoop dat Lars straks opgewekt aan mijn bereide verjaarsdis verschijnt. Aan het einde van de middag valt hij even binnen. “Ik eet niet thuis”, zegt hij. Dat zat erin. Toch ben ik een beetje teleurgesteld. Dat hij met zijn achttien jaar nog steeds niet denkt: ik blijf even thuis voor mijn moeder. De deurbel gaat. Ik kijk uit het raam. Er staat een klontje jongeren voor mijn voordeur. Lars stormt naar buiten. En wordt hardhandig gefeliciteerd. De troep loopt de straat uit, slaat de hoek om. Nu maar weer duimen dat het feestvarken ongedeerd in zijn bed beland. In zijn nieuwe flatje aan de andere kant van de stad.
Volgende week: Lars gaat weer naar school
lees ook
Lars (18) is een jongen met ADHD en licht autisme. Zijn gedragsstoornis brengt hem regelmatig in de problemen. Zijn moeder, Febe van Otterlo, is freelance journalist. Om privacyredenen zijn de namen in deze column gefingeerd. De naam Febe van Otterlo is een pseudoniem.