PREMIUM

Charlotte: “De avond voor de grote dag sta ik in mijn blootje voor de spiegel”

Charlotte: “De avond voor de grote dag sta ik in mijn blootje voor de spiegel” Beeld Libelle
Charlotte: “De avond voor de grote dag sta ik in mijn blootje voor de spiegel”Beeld Libelle

Charlotte heeft met haar jeugdliefde afgesproken in Zutphen, de ‘meest romantische stad van Nederland.’

Charlotte HoogendoornLibelle

Morgen is het zover. Dan zie ik hem eindelijk. Ik zag hem voor het laatst toen ik 17 was. Sinds we hebben afgesproken, kan ik bijna aan niets anders meer denken. Ik ben chronisch lichtmisselijk, mijn hart roffelt regelmatig mijn lijf uit en mijn knieën zijn van gelatine.

We schrijven al vier maanden en het komt pas nu in mijn hoofd op dat we ook hadden kunnen facetimen, videobellen of whatever. Daar heb ik doodgewoon nooit aan gedacht. En hij ook niet. De schrijfsels waren blijkbaar tot voor kort voldoende. We hebben elkaar, behalve op het profielfotootje van LinkedIn, niet meer gezien sinds de middelbare school.

De avond voor de grote dag sta ik in mijn blootje voor de spiegel in de badkamer. Ik kijk naar mezelf. Morgen zal voor het eerst in twaalf jaar een andere man dan die met wie ik twintig jaar getrouwd was, mij zien zoals ik mezelf nu zie. En hoeveel zelfliefde ik ook heb op mijn bijna-zestigste, zo zonder kleren, zonder die beste-versie-houding van jezelf die je aanneemt voor een foto of als je naar jezelf in de spiegel kijkt, zie ik nu toch vooral even heel koud het verval.

Ik moet denken aan een nummer van lang geleden uit ’t Schaep met de vijf pooten dat Jenny Arean zo krachtig zong: Is dit nou mijn lijf? Ja dit is mijn lijf. Ik zou niet om een ander willen vragen.

In de spiegel staat een lange vrouw, met een beetje een verwaande kop, een grote neus met vooral grote neusgaten - een familieding dat ik heel mijn leven al lelijk vind, maar waarover ik met mijn zus en dochter wel goede grappen kan maken – met, als ik mezelf niet ‘aanzet’, naar beneden getrokken lijnen rondom mijn mond en met heel erg warrig haar – ik heb onze Koffietijd-hairstylist Mika van Leeuwen wel eens gevraagd of dat het fatsoenlijker kan, maar die roept dan altijd: “Dat is je signatuur, Charlotte, daaraan moet je niets veranderen.”

Daaronder komen die typisch voor onze leeftijd iets voorovergebogen schouders die de fysiotherapeut me probeert af te leren met een oefening waarbij je je kin zo moet intrekken dat je heel onknap wordt. Ik zie de witte sensor waarmee ik voor mijn diabetes de glucosewaarden meet, die als een brandmerk op mijn linker bovenarm is getagd zoals een anti-diefstallabel aan een product. Niet charmant! Dan mijn borsten, die nog wel rond maar toch ook al wat leeggelopen zijn. Aan mijn bh die ik nu niet aan heb, hangt gewoonlijk een insulinepomp die met een infuus en een naald in mijn buik zit, waaromheen gaatjes en blauwe plekken van eerdere naalden. Een heel onhandig ding als je wil vrijen. Hij moet eerst worden ontkoppeld.

Dan het rimpelige buikje met onderaan een fikse keizersnee omdat Mies zes weken voor de uitgerekende datum moest worden gehaald. Daaronder mijn vulva die met een enkele grijze schaamhaar ook echt al bijna zestig is.

Verder zijn over mijn hele lijf kenmerken van een gastric bypass te zien: het teveel aan huid bij mijn bovenarmen en het olifantenvel bij mijn lies. Het zijn de overblijfselen van een veel te zwaar lijf tussen mijn dertigste en vijfenveertigste waarin ik zo dik was geworden onder invloed van slecht eten en een dagelijkse hoeveelheid insulinehormonen, dat ik pas met die gastric bypass het figuur terugkreeg dat ik had. Alleen dan uitgezakt. Het is het allemaal meer dan waard geweest, hoor. Dat ik weer kan bewegen zoals ik ben, is een heel groot cadeau waarvoor ik elke dag dankbaar ben.

Het valt niet mee om zo koud naar mezelf te kijken, zonder een beetje maskerade van make-up, leuk haar en mooie lingerie. En toch: dit ben ik. De tekenen van verval, die tand des tijds, ontroeren me gek genoeg ook.

En ik weet ook wel dat hij me hoe dan ook mooi vindt, omdat hij me ziet door verliefde ogen. Toch zou ik morgen wel heel even dat bevallige jonge meisje van toen willen zijn.

Naast al die ‘lelijke’ dingen zie ik in de spiegel ook een vrouw die al 12 jaar niet meer is aangeraakt door een man. Ik denk dat daar vooral mijn onzekerheid zit. Wat ik me afvraag is of ik morgen over mezelf kan heenstappen. Ga ik de vrijheid voelen die ik op deze leeftijd veel meer heb dan toen ik zestien was of ga ik mezelf in de weg zitten omdat ik toch ook nog mooi en bevallig wil zijn, wat nu eenmaal de aard van het beestje is van bijna elke vrouw. Ik denk dat het daarom gaat.

Schoonheid zit op deze leeftijd echt van binnen en in de bezieling die je hebt voor alles, zegt Liesbeth Woertman in een prachtig boekje Wie ben ik als niemand kijkt? Kan je je ‘lelijkheid’, het verval, ook loslaten?. En vooral: kan je dat bij ‘een nieuwe liefde’. We zien wel, Charlotte, zeg ik tegen mezelf. We zien wel hoe het morgen gaat.

Charlotte Hoogendoorn (59) is hoofdredacteur van Koffietijd, twaalf jaar geleden gescheiden en woont met haar dochter (18) in de Amsterdamse Watergraafsmeer, als ze tot over haar oren verliefd wordt op haar eerste liefde van 43 jaar geleden. Hierover schrijft ze in haar wekelijkse serie Oude liefde roest niet op Libelle.nl.

Op alle verhalen van Libelle rust uiteraard copyright. Linken kan altijd, eventueel met de intro van het stuk erboven. Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@libelle.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden