PREMIUM
Charlotte: “We hebben zo gekust, zo hevig en heftig, zo veel te lang en veel te nat”
Eindelijk, éindelijk zagen Charlotte en haar jeugdliefde elkaar weer, na 43 jaar. En dat leidde tot een heerlijke dag, gekneusde lippen en een geschaafde kin.
Ik werd op mijn bijna-zestigste, na twaalf jaar alleen - omdat ik na mijn scheiding helemaal geen enkele zin meer had in iets met een man - onverwacht tot over mijn oren verliefd op mijn eerste liefde. Alles in mijn leven staat sindsdien op zijn kop door de bakvis in mij, die erg veel ruimte opeist. Ik moet er enorm aan wennen. De afgelopen vier maanden schreven hij en ik elkaar alleen. We waren niet uit op een liefde. Hij, omdat hij al dertig jaar getrouwd en vader en opa is, en ik omdat ik er niet aan moest denken mijn zwaar bevochten bestaan op te geven voor wie dan ook. En toch gebeurde het. Het hart zoekt zijn eigen weg, blijkt wel weer.
Vorige week zag ik hem voor het eerst sinds 5VWO weer. Na 43 jaar. We waren beiden zenuwachtig over dat weerzien - ik expliciet, hij niet natuurlijk, man als hij is – maar het was meteen vanaf het allereerste ogenblik dat we elkaar zagen goed. We kusten op het bankje aan de IJssel meteen, streelden elkaars hand en konden niet ophouden met naar elkaar glimlachen. Over de rest van de middag zweeg ik tot nu toe. Die paar uur in het hotel waar ik beschroomd een ‘dayroom’ had geboekt omdat ik zeker wist dat we allebei enorm verlangden naar met elkaar vrijen, wilde ik nog even voor mezelf houden.
Dat is de dag erna moeilijk om voor mezelf te houden, want mijn gekneusde lippen en geschaafde kin zijn vanaf een kilometer afstand zichtbaar. Niet een beetje, maar heel heel héél erg. Het lijkt of ik een fietsongeluk heb gehad, zo gewond ben ik. En het doet hartstikke pijn als ik kauw of lach of mijn tanden poets. Hoe kan dit? Nou, denk maar eens terug aan vroeger. We hebben zo gekust, zo hevig en heftig, zo veel te lang en veel te nat. Nu heb ik dus een vuurrode en ontvelde kin.
De dag na ons allereerste weerzien rij ik met mijn dochter Mies naar Zuid-Frankrijk, naar Banyuls-sur-mer. Behalve haar, hoef ik niemand onder ogen te komen. En zij is lief voor me, doet niet al te schaamtevol en maakt grapjes dat zij het tot nu toe niet zo bont maakte met haar boys.
Ik blijk niet de enige puber van bijna zestig. Carmiggelt zegt in Mijn beter ik, Rubinsteins prachtige boekje over haar geheime liefdesrelatie met de meest getrouwde man van Nederland: ‘Deze verliefdheid is met de hevigheid en heftigheid van een 16-jarige, maar minder smartelijk dan de liefde in de puberteit.’ Dat herken ik!
Tijdens de autorit naar de Zuid-Franse kust luisteren we naar Mies’ heerlijke muzieklijst. Soms zingen we keihard mee, lachen we naar elkaar en doen we high fives, momenten waarop je als moeder eindeloos kunt teren. Soms luisteren we, ieder verdiept in de eigen gedachten. we kletsen ook wat af. Dat is intiem, maar niet te direct omdat je de weg aflegt en elkaar niet de hele tijd aankijkt. Mies stelt verrassend open vragen. Zo wil ze weten hoe was het om voor het eerst in zo lang naakt te zijn bij een man? “En dat met dat magere lijf, mam. Bij papa was je nog dik. Was je onwennig?”
Nee, ik dacht dat ik veel ongemakkelijker zou zijn. Of dat nou zo was omdat het vertrouwd was omdat hij mijn eerste liefde was, de eerste met wie ik ooit vrijde, dat we nu weer net zo naar elkaar toe lagen als toen en dat zelfs de smaak van sigaretten in zijn mond niet vies was. Of was het omdat ik de schaamte voorbij ben? Of omdat ik zo verliefd ben dat niets ongemakkelijk is? Of alles bij elkaar? Ik weet het niet, maar het was in die hotelkamer gewoon vertrouwd. En wat ook zo heerlijk was, dat we de hele tijd glimlachten en soms ook hardop lachten omdat we allebei al zo lang niet hadden gevreeën en zo ontzettend onhandig waren. Op een bepaald moment lag ik in mijn zwarte kanten onderjurk – ja, ja, een beetje bevallig wilde ik toch zijn – op bed en zat hij in zijn blootje op de bedrand en streelde eindeloos mijn arm. En dat was zo’n intens lief moment omdat ik vanaf een afstandje keek en mezelf zag met die armen die flapperen en die witte sensor op mijn rechterarm en zijn lijf met al dat grijze borsthaar en dat buikje en die kromme schouders en ik kon alleen maar denken: wat zijn we lief.
Een dag na ons weerzien, stuur ik hem een foto van mijn geschaafde kin met de tekst ‘It’s not human but animal’. Waarop hij antwoordt: ‘Je haalt het beste in me naar boven, allerliefste lieve Charlotte. En soms ook het beest.’
Ik kan nu al vertellen dat het niet bij een eenmalige geschaafde kin blijft, maar laat ik niet op de zaken vooruit lopen. Eerst Banyuls met Mies, negen dagen zonder deze man die me zo enorm blij maakt.
Charlotte Hoogendoorn (59) is hoofdredacteur van Koffietijd, twaalf jaar geleden gescheiden en woont met haar dochter (18) in de Amsterdamse Watergraafsmeer, als ze tot over haar oren verliefd wordt op haar eerste liefde van 43 jaar geleden. Hierover schrijft ze in haar wekelijkse serie ‘Oude liefde roest niet’ op Libelle.nl.