Charlotte: “We kusten en streelden en struikelden als in een film naar de slaapkamer”
Na de vakantie met haar dochter Mies, komt haar jeugdliefde voor het eerst bij Charlotte thuis. Weer een grote stap in hun relatie.
Toen ik ontwaakte uit mijn middagdutje, een uur voordat mijn middelbareschoolliefde voor het eerst bij mij thuiskwam, zat mijn overleden vader op de rand van mijn bed. Mijn lieve vadertje, die een paar maanden geleden is ‘weggewaaid’, waarna ik ging dwalen door mijn jeugd.
Je hoort het wel eens, maar ik had het niet eerder meegemaakt. Mijn vader zat op de rand van mijn bed, op z’n best, met het heldere verstand van vroeger en die warrige lievigheid van de laatste periode. Die is me zo dierbaar omdat hij in mijn vroege herinneringen vooral bazig en ongeduldig was en alles in de gaten hield, waardoor ik bij hem nooit helemaal ontspannen was.
In die laatste jaren met Alzheimer was er ineens een lijntje van hart naar hart, vaak zonder woorden, waarin mijn vadertje mijn hand vasthield, me af en toe zomaar kuste op mijn wang en me soms met die heldere, blauwe ogen aankeek alsof hij ineens zonder ziekte was. Een glimp papa zat daar dus ineens op de rand van mijn bed. Ik zag hem half in mijn hoofd, half alsof hij echt op de rand van mijn bed zat. Ik kan het niet goed uitleggen, maar het voelde werkelijk.
Ik durfde nauwelijks adem te halen. Mijn vadertje pakte mijn hand tussen zijn handen. Ik zei dat ik blij was dat hij was gekomen. Hij zei dat hij blij was me zo gelukkig te zien. En ik dankte hem omdat hij in zijn laatste weken zoveel in mij wakker maakte. Want, hoewel ik zo aards ben als een koe, geloof ik oprecht dat mijn vaders dood iets in mij aanraakte waardoor ik meer dan ooit mijn binnenste stem durf te volgen en niet zo bang meer ben ongewoon te zijn. Ik wilde lang voldoen, waardoor ik vaak veel te lang nadenk en pieker en afweeg en herkauw, voor ik iets doe.
Mijn vadertje en ik zaten nog even samen gewoon te zitten en we glimlachten naar elkaar en toen ging hij weer. Hij loste op. Papapapapa. Lieve papa. Ik durfde daarna minutenlang nauwelijks adem te halen.
Daarna stond ik op, douchte, wreef me in met een heerlijk geurende bodylotion, trok mijn mooiste lingerie aan en een lange zomerjurk. Als hij later vaker komt, neem ik die moeite niet meer, omdat toch alles meteen uitgaat, maar dat wist ik toen nog niet. Hij kwam precies om zes uur en gaf later toe dat hij al even in mijn straat stond te wachten voordat hij aanbelde. Hij kwam de trap op en ik wachtte bovenaan. Het was misschien een seconde onwennig, maar ik denk dat we geen van beiden wilden dat het onwennig was. Dus bovenaan de trap omhelsden we elkaar en laaide de ingehouden hartstocht van de afgelopen tien dagen meteen op. We kusten en we streelden en struikelden als in een film door de gang naar de slaapkamer, waar we op bed vielen en verder kusten en vrijden.
Je denkt die enorme gretigheid verloren te hebben als je zo oud bent als ik, maar dat is niet zo. En dat geeft een ongetemd gevoel van vrijheid. Ook mijn wilde kant stond met de dood van mijn vadertje op. Dus we kusten en vrijden en lachten. Het was lang geleden dat ik zoveel lachte. Lachen omdat je je zestien voelt. Lachen om het lachen. We lachen om alles. Om de kramp in mijn lies en daarna omdat hij moet gaan verliggen omdat de kramp in zijn kuit schiet. Het is zo zorgeloos allemaal.
Daarna aten we mijn heerlijke eten en dronken witte wijn. Hij vindt lekker koken een hobby. Ik zei dat koken helemaal geen hobby is. Hij moest lachen om mijn nuffigheid dat hardwerkende, stadse vrouwen geen hobby’s hebben. Hij at mijn eten met veel smaak en met zijn brede hand bezitterig op mijn bovenbeen. Vrouwtje laat het zich aanleunen. Verliefdheid gooit alle moeizaam verworvenheden doodgewoon - hup! - zo overboord. En we praatten, praatten en praatten.
We willen alles van elkaar weten, gaan overal op in en we herkauwen onze lovestory eindeloos van ‘weet je nog toen jij dit schreef en ik toen dat’ en ‘daar begon onze liefde eigenlijk’. We zijn als kleine kinderen die geen genoeg krijgen van dezelfde verhalen.
En als het bijna middernacht is, net voor de betovering wordt verbroken en Mies thuiskomt, geef ik hem mijn cadeau waarover hij later, als hij thuis is, appt.
Hij: Ik ruik naar jou en met jouw hemd draag ik je morgen de hele dag om me heen. Ik kan geen genoeg van je krijgen.
Als je verliefd bent, woon je in een wereld met ander licht, een wereld parallel aan die van de niet-verliefden. Alles komt hartstochtelijk binnen, liedjes en zinnen, geuren en eten. Alles is hevig en innig. Het is een kostbaar geschenk om op mijn bijna zestigste nog eens zo verliefd te zijn. Het is echter ook veel en als hij naar huis gaat, ben ik opgelucht dat mijn leven met zijn vertrek weer van mij wordt.
De volgende dag ga ik werken. En mijn kin, die in Zuid-Frankrijk mooi geheeld was, is weer rood en ontveld. Vera, een van ‘mijn’ eindredacteuren bij Koffietijd, vraagt geschrokken: “Char, wat is er gebeurd?” En dan vertel ik het maar gewoon. En alle keren daarna kijkt ze me alleen maar veelbetekenend aan en zegt: “Was-ie er weer?”