PREMIUMPersoonlijk
3x een brief aan een verloren liefde: ‘Het leven was een feestje met jou’
De man van Manon overleed veel te jong. Margriet verkoos haar gezin boven haar minnares. En Anne-Marije wachtte tevergeefs op haar grote liefde. In een brief vertellen ze hoe het nu gaat.
De man van Manon (46) overleed twee jaar geleden aan kanker.
Lieve Johan,
Moet je horen wat mij gisteren overkwam: ik pakte een doosje verse koriander uit het koelschap en ineens stond ik onbedaarlijk te snikken in de supermarkt. Ik zag plotseling weer zo helder voor me hoe jij altijd in de keuken rendang stond te maken. Snel griste ik de rest van de boodschappen bij elkaar, beende naar de zelfscankassa en liet mijn tranen in de auto de vrije loop. De huilbui overviel me, maar achteraf was het niet heel gek. Ik ben deze week veel met je bezig omdat jouw verjaardag eraan komt. Komende zaterdag zou je vijftig zijn geworden, Jo. We zouden er een groot feest van hebben gemaakt, dat weet ik zeker. In plaats daarvan ga ik dit weekend met je moeder en je broer, en onze meiden natuurlijk, eten bij de Italiaan waar we zo graag samen kwamen. We gaan op je proosten en echt, ik zal proberen het gezellig te houden. Geen tranen boven de vongole!
Maar verdorie Johan, ik mis je zo. Je bent nu twee jaar dood, het gemis wordt niet minder. Ik slaap nog steeds lepeltje-lepeltje met jouw kussen in bed. Aan het kussen vertel ik hoe mijn dag is geweest en vraag ik wat ik moet doen als ik weer eens ergens mee zit. Dan hoor ik vaak daadwerkelijk jouw stem in mijn hoofd die me advies geeft. Je zal me wel een beetje koekoek vinden, maar ik vind het alleen maar fijn dat ik nog voel dat je er bent.
Voordat je stierf, zei je dat je graag wil dat ik een nieuwe liefde krijg. Vervolgens somde je een lijst namen op met wie ik allemaal níet zou mogen vrijen. Ik lag dubbel. Tot het laatste moment
liet je me lachen. Maar goed, die nieuwe liefde. Eén rampzalige date heb ik gehad, via Tinder. Laten we het erop houden dat ik die avond veel te vertellen had aan ‘het kussen’.
Ik wou dat je kon zien hoe het met mij en de meiden gaat, lieverd, al wil ik graag geloven dat je nog steeds met ons meekijkt. Isabel heeft nu een vriendje – geen zorgen, het is een goede jongen. Sas doet dit jaar alweer examen, bizar hè. Ik denk dat je trots op ons zou zijn, hoe we het met zijn drietjes rooien. Oké, misschien zou je niet zo blij zijn met de muren van onze slaapkamer, die nu poederroze zijn. Ha, daar heb jij niks meer over te zeggen! Onze trouwfoto hangt er nog wel hoor, ik word er blij van als ik ernaar kijk. Je kunt er bijna niet op zien dat je daar al ziek was. Je wangen zijn nog vol en hebben kleur, je ogen stralen. Wat waren we gelukkig die dag, ook al wisten we dat het een lang en hard gevecht zou worden. We hadden nog hoop dat we samen heel erg oud zouden worden. Vijf jaar lang onderging je behandelingen, chemokuren en bestralingen, zonder te klagen en vrijwel zonder je levenslust te verliezen. Je weet niet half hoeveel bewondering ik voor je had en heb. Je wist me er altijd van te overtuigen dat ik het zou redden in mijn eentje, als ik daar weer eens openlijk aan twijfelde. Nou, lieverd, ik ga die rendang maar eens maken. Eens kijken of ik hem net zo lekker krijg als jij. En zien of ik het droog houd boven het fornuis. Help je me een beetje? Ik hou van jou.
Duizend kussen, jouw Manon
De getrouwde Margriet (55) viel als een blok voor haar collega.
Liefste D.,
Wat hebben we er samen een potje van gemaakt. Wat zijn we egoïstisch geweest, en naïef om te denken dat we met zijn tweeën de wereld aankonden. Ik sta nog steeds voor honderd procent achter mijn keuze, maar dat betekent niet dat het geen pijn doet om jou te missen. Ik denk nog zó vaak aan je.
Ik weet nog goed dat ik je voor het eerst ontmoette. Je stond te hannesen bij het kopieerapparaat toen de leidinggevende ons aan elkaar voorstelde. Je lach, je open houding, je verende krullen... ik was meteen ondersteboven van je, maar het duurde lang voordat ik dat aan mijzelf toe durfde geven. Vanwege Hans en de kinderen natuurlijk, maar ook omdat ik helemaal niet verliefd kón worden op een vrouw. Toch? Nou, wel dus. Net als ik had jij een gezin met jonge kinderen, met het verschil dat jij samen was met een vrouw. Al snel werden we goede vriendinnen. We gingen samen squashen en naar het theater. In het weekend spendeerden we tijd met onze eigen gezinnen, maar ik was altijd blij als het weer maandag was. Was je maar een man geweest, denk ik soms. Dan waren de alarmbellen sneller gaan rinkelen bij mij en had ik misschien eerder afstand van je genomen. Weet je nog die keer dat het ‘misging’? Na ons potje squash gingen we samen nog even de sauna in. Ik klaagde tegen jou over mijn vetrolletjes en hangborsten. Jij antwoordde dat je me prachtig vond terwijl je me indringend aankeek. Voor ik het wist waren we aan het zoenen. Voorzichtig raakte ik je naakte lijf aan, het was adembenemend. Je vertelde me dat je al maanden stiekem verliefd op me was. Totaal in de war ging ik die avond naar huis.
Wat er volgde, was niet chic. Nooit gedacht dat ik een affaire naast mijn huwelijk kon hebben, maar je was als een verslaving waartegen ik niet opgewassen was. Ik voelde me onnoemelijk schuldig naar Hans, die niks doorhad. Hoe had hij ook kunnen weten dat ik niet aan het sporten was met mijn beste vriendin, maar de avond in een hotelkamer doorbracht? Ja, ik was vreselijk verliefd op je, maar tegelijkertijd ook nog steeds gelukkig thuis. Samen fantaseerden we over ervandoor gaan, jij en ik. Maar waar jouw plannen om thuis weg te gaan steeds serieuzer werden, kreeg ik twijfels. Nee, ik wilde jou niet kwijt, maar mijn gezin ook niet. Na zes zinderende maanden van stiekeme afspraakjes en gestolen zoenen op kantoor, kreeg jouw vrouw argwaan. Je biechtte alles aan haar op en werd zonder pardon het huis uit gezet. Huilend stond je bij mij voor de deur. Ook nu ik je troostte waar mijn man bij was, had Hans nog steeds geen flauw vermoeden. Ik voelde me de slechtste vrouw ter wereld.
Ik heb niet voor jou gekozen, D. Ik was te laf. Wilde mijn comfortabele leventje niet opgeven, zag mezelf bovendien niet plotseling als lesbisch door het leven gaan. Ik wist dat ik onze relatie móest verbreken. Maar het deed verschrikkelijk veel pijn om het uit te maken met je. Ik weet dat ik je hart gebroken heb en dat spijt me zo erg.
Het samenwerken met jou was niet meer te doen. Ik meldde me ziek en vond al snel een andere baan. Als Hans me vraagt waarom ik nooit meer met jou afspreek, zeg ik dat onze vriendschap verwaterd is. Meerdere keren per week gluur ik op je Instagram-profiel. Dan staar ik naar je mooie krullen en je grote lach. Soms vraag ik me af of ik wel de juiste keuze heb gemaakt. Twijfel of ik je toch weer zal bellen. Maar ik doe het niet. Ik doe het niet.
Kus, M.
Anne-Marije (50) kan haar eerste en grote liefde niet vergeten.
Lieve Maarten,
Hoe gaat het met je? Denk je nog weleens aan me? Ik wil je laten weten dat ik gelukkig ben en dat ik eindelijk, eindelijk, verder ben gegaan met mijn leven.
Weet je nog dat we gingen samenwonen? Ik was twintig, jij vier jaar ouder. We hadden een klein, koud huurappartement gevonden dat we zo ongeveer helemaal groen schilderden. Nog nooit ben ik zo gelukkig geweest. We hadden weinig geld, maar dat hadden we ook niet nodig. Elke avond gingen we veel te laat slapen, omdat we het zo gezellig hadden. Je had een enorme verzameling lp’s en je was erop gebrand al jouw muziekkennis op mij over te brengen. We dronken veel te veel whisky en als we vrienden over de vloer hadden, stond het huis blauw van de rook. Je wist altijd wat leuks te verzinnen. Hadden we een vrije dag, dan gingen we waterfietsen, een uitkijktoren beklimmen of picknicken op het dak van een verlaten loods. Het leven was een feestje met jou. We maakten trouwplannen en verzonnen namen voor de drie kinderen die we zouden krijgen. Vriendinnen klaagden soms over hun vriendjes, maar ik wist niks te verzinnen wat ik niet leuk vond aan jou.
Toen we zes jaar samen waren, belandde je in een depressie. Plotseling kwam je je bed niet meer uit, vrienden mochten niet meer langskomen. Ik vond het verschrikkelijk voor je, mijn liefde voor jou werd er niet minder om. Ik probeerde je zo goed mogelijk te helpen, voor jou zorgen werd bijna een dagtaak. Ik sleepte je mee naar zorgverleners, zorgde ervoor dat je in therapie ging en elke dag at. Intussen nam mijn carrière een vlucht. Ik kreeg succes in wat ik deed, terwijl jij helemaal niet meer kon werken. Het maakte dat je je minderwaardig tegenover mij voelde. Terwijl ik helemaal niet op je neerkeek: ik wist dat je ziek was. Het werd zo erg dat je na twee jaar werd opgenomen op de psychiatrische afdeling van het ziekenhuis. Pas toen merkte ik hoe moe ik was, toen je weg was kon ik eindelijk weer ademen.
We besloten samen om tijdelijk uit elkaar te gaan. Jij zou focussen op je herstel, ik zou me wijden aan mijn werk. Altijd ben ik hoop blijven houden dat je beter zou worden en dat we weer samen zouden komen. Ik kocht een huis. Uit ons oude flatje nam ik een stuk behang mee waarop jij onze namen had geschreven. Ik bleef contact met je zoeken, maar jij zei telkens dat het alleen maar pijn deed om mij te zien. Elke keer dat we elkaar zagen, was het een drama. Jij duwde me weg, ik kon niet anders dan je loslaten. Dertig was ik inmiddels.
Die kinderen waarvan we droomden zijn er nooit gekomen, dat huwelijk ook niet. Jarenlang bleef ik naar jou verlangen. Als ik weleens een date had, viel die altijd tegen en daarom bleef ik liever alleen. Ik stortte me op mijn werk en bleef intussen hoop houden dat je op een dag voor mijn deur zou staan. Toen ik vijf jaar geleden via via hoorde dat je naar Australië was geëmigreerd, heb ik de ogen uit mijn hoofd gehuild. Maar daardoor kon ik wel eindelijk, na vijftien jaar, het idee loslaten dat we ooit nog samen zouden komen.
Ik mis je nog steeds weleens, Maarten. Ik mis de persoon die je was voor je ziek werd. Ik ben sinds twee jaar oprecht gelukkig met mijn huidige partner, maar die grote liefde die ik voor jou voelde, is er niet. Dat is oké. Ik ben dankbaar dat ik het met jou heb gehad. Spijt van al dat wachten op jou heb ik niet, ik had niet anders gekund. Ik hoop dat het goed met je gaat, daar aan de andere kant van de wereld. Dat de demonen uit je hoofd zijn, en dat je net als ik verder bent gegaan met je leven. Ik hou je vast en laat je los.
Liefs, Anne