Column – Hans krijgt op zijn kop van een rechercheur
Ik ben van de week beroofd. Op het station miste ik mijn portemonnee. Met daarin een aantal pasjes. Nog even dacht ik dat ik hem verloren was, maar toen ik de bank aan lijn had, wist ik beter. Er was met een pasje inmiddels 1250 euro van mijn rekening afgeschreven.
Even later bevond ik me op het politiebureau waar de dienstdoende rechercheur een lange vragenlijst invulde. Waarbij vooral die ene vraag interessant was: hoe kwam de dader aan mijn pincode? De rechercheur bestudeerde de vragenlijst en keek me toen veelbetekenend aan. "Ik lees hier," zei hij, "dat ook het pasje van de zorgverzekeraar in uw portemonnee zat."
"Ja", zei ik.
"Waar uw geboortedatum op staat."
"Zou kunnen", zei ik, en ik voelde dat hij ergens heenging waar ik liever niet terecht wilde komen.
"Wat is uw pincode?"
"Eh… mijn geboortedatum."
Zo. Ik was op de plek waar hij me wilde hebben. Je zag hem denken: Sukkel, met een hoofdletter.
"Zakkenrollers," doceerde hij, "weten dat veel mensen hun geboortedatum als pincode hebben. Dat is al niet zo slim…" Hij richtte zich op. "… en al helemaal niet zo slim om dat in één en dezelfde portemonnee te stoppen. Hè?"
"Nee", zei ik.
"Dat is best dom. Hè?"
"Ja", zei ik.
Hij deed me ineens aan mijn moeder denken – en aan veel andere vrouwen. Had ik iets fout gedaan als kind, dan wees zij mij niet één keer terecht maar drie of vier keer. Net als mijn vrouw nu regelmatig doet. En vrouwen op het werk, die ook. Terwijl het voor de gemiddelde jongen of man toch echt na één terechtwijzing wel duidelijk is dat hij iets doms heeft gedaan. Dat blijven herhalen, ik dacht altijd dat dit typisch vrouwelijk was – maar deze man kon er ook wat van. Triomfantelijk nu: "Zo maken we het de dader wel erg makkelijk. Hè?"
Plotseling werd het me te veel. Ik reageerde net als toen tegen mijn moeder, en tegenwoordig tegen mijn vrouw, en die vrouwen op het werk: "Ja zeg, nu weet ik het wel hoor!"
Boos verliet ik het politiebureau, op weg naar huis, naar mijn vrouw. Die zou ik het uitleggen, en om haar voor te zijn, zou ik er maar meteen aan toevoegen: "Het was stom. Erg stom. Enorm stom."
Toen ik dat had gedaan, vertrok mijn vrouw geen spier. Ze zei: "Dat is inderdaad ontzettend stom van je. Jeetje wat stom zeg. Hoe kún je zo stom zijn. Hè?"
Hans Verstraaten is getrouwd. Hij is journalist en columnist voor o.a. Management Team. Lees ook zijn column over de Sinterklaas ruzie of lees een van de andere columns.