Als je honden ineens keihard gaan blaffen, dan ga je er niet zomaar vanuit dat er gevaar dreigt. In het geval van Jedidjah (44) en haar gezin was het helaas foute boel: ze werden overvallen in hun eigen huis.
Jedidjah: “Als ik in mijn pyjama de keuken in loop, aai ik onze hond Caspian over zijn kop. Voor mij is hij de grote held. Hij waarschuwde ons – met de andere honden – gisteravond dat er iets mis was. Ik kijk naar de schotwond in zijn poot. We zijn nog met hem naar de dierenarts geweest. Gelukkig is het bot niet geraakt. Ik dek de tafel voor het ontbijt en voel me onwennig in mijn eigen huis. Hier liepen gisteren de overvallers rond. Ze zaten aan onze spullen. Ik ben nog steeds trillerig, maar ik heb ook niet veel geslapen – te veel adrenaline in mijn lijf.
“Rennen!”
Gisteravond om halfnegen hoorden we ineens de honden hard blaffen. Die zijn meestal buiten, in de grote tuin bij ons huis in Johannesburg, waar ik woon met mijn Zuid-Afrikaanse man Mark en onze drie dochters. Mark ging kijken waarom de honden aansloegen. Toen hij na vijf minuten nog niet terug was en de honden bleven blaffen, liep ik met mijn jongste dochter Rachel de tuin in. Ik had mijn bril niet op en zag niet goed wat er aan de hand was, maar wel dat er een vreemde man op ons af rende. Ineens klonk er een schot.
“Rennen!” riep Rachel en we stormden naar binnen. Met bonkend hart deed ik de deur op slot en drukte op het stille alarm. Dat had ik nog nooit gebruikt, dus ik wist niet of het werkte. Vervolgens sloot ik mezelf met Rachel en mijn andere dochter Kirsty op in de badkamer. Mijn oudste dochter Lisa zat op haar kamer, ik had geen tijd meer om haar te roepen. Daar voelde ik me heel schuldig over. Rachel was helemaal overstuur. “Papa lag vastgebonden op de grond en een man hield een geweer tegen z’n hoofd”, huilde ze. Dat kan alleen maar betekenen dat hij dood is, dacht ik, denkend aan het schot.
Geen oogcontact
Met trillende vingers verstuurde ik een bericht naar familie en onze buren: ‘We worden overvallen, bel de politie!’ Als Mark maar leeft, bad ik in stilte, en als ze Lisa maar met rust laten. Een paar minuten later – die voelden als uren – hoorden we stemmen. Was dat Marks stem? Ja, hij was het, hij leefde! Goddank. “Ik wilde jullie beschermen”, zei hij toen we elkaar in de armen vielen, “maar ik zat vastgebonden.”
Hij vertelde dat gewapende bewakers van het beveiligingsbedrijf de tuin waren ingestormd, maar dat de drie overvallers al waren gevlucht. Ook Lisa kwam nu haar kamer uit. Ze was in haar slaapkamer in een hoek gaan zitten. Toen de overvallers binnenkwamen, had ze geen oogcontact gemaakt. Ze hadden haar tablet, tas en telefoon gepakt en haar verder met rust gelaten.
Doorgaan
Kirsty en Lisa zijn rustig als ze aan het ontbijt verschijnen, ze willen gewoon naar de universiteit. Rachel laat ik nog even liggen, zij hoeft van mij niet naar school. Zelf twijfel ik over de fotoshoot van een tuin die in mijn agenda staat. Zal ik de afspraak verzetten? Maar nee, ik wil juist even eruit. Doorgaan, dat is het beste.
Gisteravond kwam de politie Lisa’s tas nog terugbrengen. Haar vriend zag op zijn telefoon waar Lisa’s telefoon zich bevond. Daardoor kon de politie de plek van de overvallers achterhalen en ze achtervolgen. Onderweg lieten de mannen Lisa’s tas met de telefoon erin vallen. Die heeft ze dus terug. Verder namen ze de televisie mee, Marks trouwring, die ze van zijn vinger hadden gerukt, en zijn horloge. Die spullen kunnen me niets schelen. Ik ben vooral dankbaar dat we elkaar nog hebben.
En toch... Wat als het anders was gelopen? Dat spookt steeds door mijn hoofd als ik me probeer te concentreren op mijn fotografieklus. Wilde die overvaller op Rachel en mij schieten en kwam onze dappere Caspian ertussen? Er werd immers pas geschoten toen wij naar buiten kwamen. Ik realiseer me dat piekeren me niet verder helpt en kan me maar beter concentreren op ons huis. Zal ik me hier ooit weer veilig voelen?”
Lees hier het vervolg van dit verhaal.
Interview: Annemarie van Dijk