PREMIUM
Francine test ecstatic dance: “Ik sta in de branding, spreid mijn armen en dans mijn hoofd leeg”
Journalist Francine Postma heeft geen idee wat ‘ecstatic dance’ precies inhoudt. Iets met wild schuddende lichamen, of zo. Niets voor haar. Dan ziet ze een vrouw volkomen ontspannen dansen in de branding. Dat wil ze ook!
Opeens staat ze voor mijn neus: een vrouw met gesloten ogen en een koptelefoon op haar hoofd, heen en weer wiegend aan de vloedlijn. Bruinverbrand en slank, lang donker haar in een paardenstaart, korte spijkerbroek en bikinitopje. Golfjes spoelen om haar voeten, meeuwen krijsen en de wind ruist – verder is het stil. Volkomen ontspannen en gelukkig lijkt ze, totaal niet bezig met haar omgeving. Ze danst met zichzelf.
Ik wil het beeld vastleggen, omdat het me raakt. Terwijl ik voorzichtig op haar af loop, doet ze haar ogen open. Ik lach naar haar, zij lacht terug en zet haar koptelefoon af. “Mag ik een foto van je nemen?”, vraag ik. “Natuurlijk!”, roept ze. Ze glimlacht nog een keer stralend en zet haar koptelefoon weer op. Pas nadat ik de foto heb genomen loop ik verder en zie ik dat ze deel uitmaakt van een groep dansers, een stuk of twintig, allemaal met een koptelefoon op. Sommige dansen alleen, anderen in paren. Ze zien er stuk voor stuk intens gelukkig uit. Even later hoor ik iemand achter me aan rennen. Het is de vrouw met de paardenstaart. “Wil je me de foto appen?”, vraagt ze. “Ik zie mezelf nooit als ik dans.” We wisselen telefoonnummers uit. Ik app haar de foto. Zij stuurt mij een link naar dansklooster.nl, de organisatie achter deze dansdag op het strand.
Volmaakt tevreden
Ik heb weleens gehoord over ecstatic dance, een kennis van yoga is er erg enthousiast over. Ook mijn zus doet het af en toe, op de hei. “Ga een keer mee”, heeft ze al eens gevraagd. Daar had ik eerlijk gezegd niet zo’n behoefte aan. Bij het woord ‘ecstatic’ zie ik wild schuddende, zwetende lichamen voor me. Niks voor mij. Maar nu heb ik die vrouw op het strand gezien, met die volmaakte tevredenheid die ze uitstraalt. Ik wil die vrouw zijn. Ik wil ook zo dansen, vrij en gelukkig, zonder me druk te maken om wat anderen van me denken. Op de website zie ik dat er binnenkort weer een dansdag is, op het strand van Egmond. In een opwelling koop ik een kaartje. De dagen daarop word ik steeds nerveuzer, waar ben ik aan begonnen? Wat voor mensen komen daar? Wat trek ik aan?
Schelpenpad
We zullen verzamelen op een zogeheten heilige plaats, bij een geneeskrachtige bron waar vroeger een klooster heeft gestaan. Daar gaan we dansen en doen we de cacaoceremonie. Daarna wandelen we vijf kilometer naar het strand, waar we tot laat in de middag verder dansen. Op de dag zelf verkleed ik me drie keer. Ik kies uiteindelijk voor een zwierige rok, waar ik bijna over struikel als ik over het perron naar de trein ren. Om halfelf arriveer ik bij de Adelbertusakker in Egmond. Voor het witte hek staan twee bankjes, op een ervan zitten twee vrouwen. “Kom jij ook voor het dansen?”, vraagt een van hen vriendelijk. Ik knik en ga zitten op het tweede bankje. Nog twee vrouwen komen aanlopen, in hun kielzog een man met een baseballpetje. “Hoi!”, roept hij hard. “Ik doe elke dag aan ecstatic dance. Je kunt gerust zeggen dat ik er verslaafd aan ben!” Hij maakt wat swingende heupbewegingen. Dan neemt hij de vrouwen een voor een op, van top tot teen. “Het mooiste is als er iets ontstaat tussen twee dansers”, vervolgt hij. “Als je contact maakt, dat is magisch...”
Het hek gaat open en we lopen over een graspad onder lage bomen naar een houten klokkentorentje waar een man en een vrouw in kleurige kleding ons opwachten. Zij stelt zich voor als Coby, hij heet Michael. We krijgen een koptelefoon en mogen hem meteen opzetten. “Laat het maar over je heen komen”, zegt Coby. Ik doe de koptelefoon op en hoor rustige pianomuziek. Lopend verken ik het terrein, een paar lage, ruwstenen muurtjes begroeid met mos rond een open plek met stenen waartussen onkruid welig tiert. Een schelpenpad naar een houten altaar waarop lichtjes branden. Langzaam druppelen de deelnemers binnen, voor het grootste deel vrouwen, veelal in tweetallen. Sommige mensen gaan zitten op de stenen muurtjes, anderen lopen rond. Er zijn er een paar die meteen beginnen te dansen met hun ogen dicht. Ik ga op een muurtje zitten en wacht af.
Schoenen uit
“Welkom allemaal”, zegt een stem in mijn koptelefoon. Het is Coby. “Ik wil je uitnodigen om te gaan staan en wat bewegingen te maken. Rek je eerst eens even lekker uit, zucht eens diep, schud je armen en benen los...” Ik doe wat ze zegt, maar merk dat ik gespannen ben en de andere deelnemers nauwlettend in de gaten houd. Kijken ze naar me, val ik niet uit de toon? Daarbij ben ik nieuwsgierig wie deze mensen zijn. Die ene man kijkt zo sip, zou hij een oud verdriet met zich meetorsen? En waarom zit die vrouw daar zo stil op het muurtje? Een paar mensen doen hun schoenen uit. Wat een goed idee! Ik doe het ook, het gras voelt lekker koel onder mijn voetzolen. “Probeer het ritme van de muziek te volgen met je voeten. Probeer uit je hoofd te gaan en in je lichaam te zakken”, zegt Coby. Uit je hoofd gaan, hoe doe je dat? Misschien helpt het als ik mijn ogen dichtdoe? Het maakt inderdaad verschil. Als ik mijn omgeving niet zie, kan ik me meer focussen op mijn lichaam. Voorzichtig zet ik wat pasjes op de maat van de muziek, die langzaam wat harder en ritmischer wordt. Het volume kunnen we zelf regelen op onze koptelefoon, ik zet de mijne lekker hard. Het groen van de bomen en het gras lijkt opeens intenser, de lucht blauwer. Ik schaam me al wat minder voor mijn bewegingen en krijg er zelfs een beetje plezier in. Hoelang geleden is het dat ik heb gedanst? Ik kan het me niet herinneren. Ik dans over het schelpenpad, het prikt zachtjes in mijn voetzolen. Daar ligt een mooie grote schelp, ik raap hem op.
Afgewende blik
“Maak nu oogcontact met een andere persoon”, zegt Coby. “Kies intuïtief iemand uit. Probeer toenadering te zoeken, dans naar diegene toe...” Mijn blik valt op de vrouw op het muurtje, die daar nog steeds zit. Ze ziet er een beetje eenzaam uit. Ik probeer oogcontact te maken en maak wat pasjes in haar richting. Van onder haar haar kijkt ze me vluchtig aan, maar wendt dan haar blik af. Wat nu? Ik kom nog wat dichterbij. Dan voel ik de schelp in mijn hand, ik strek mijn arm uit en bied hem aan haar aan. Ze pakt de schelp aan, maar doet verder niks. Ik ben in de war, wat moet ik nu doen? “Kijk wat er gebeurt en geef dat in je dans weer”, gaat Coby verder. “Is er ongemak, dans dan ongemak.” Ik draai wat rondjes op mijn plaats en kijk naar de vrouw. Haar blik is nog steeds afgewend. Ik voel dat ik gefrustreerd raak. Waarom kijkt ze steeds weg? Ik probeer toenadering te zoeken, heb haar een mooie schelp gegeven, waarom doet ze niks? Ik blijf nog even op mijn plaats dansen, terwijl ik nadenk over wat er nou precies gebeurt. Waarom kies ik uit al die mensen uitgerekend die ene vrouw die niet meedanst? Waarom probeer ik haar over te halen om mee te dansen, terwijl ze dat overduidelijk niet wil? Waarom blijf ik het toch proberen? Opeens besef ik dat ik dit vaker doe. Ik ben voortdurend bezig met mijn omgeving en niet met mezelf. Ik wil het altijd iedereen naar de zin maken. Waarom eigenlijk? Wat heb ik met die vrouw te maken? Dan neem ik een besluit. Ik knik naar de vrouw, draai me om en dans terug naar mijn muurtje. De muziek gaat door, Coby zwijgt, iedereen danst door. Ik sla mijn armen om mezelf heen en wieg heen en weer op de maat van de muziek.
Bittere cacao
Het is tijd voor de cacaoceremonie. Coby vraagt ons te gaan zitten in een kring. Voor haar staan drie grote thermosflessen. “In twee hiervan zit cacao, dat is niet hetzelfde als chocolademelk”, zegt ze. “Het is pure cacao met water en het smaakt een beetje bitter. Cacao is een hartopener, het helpt je om dichter bij je gevoel te komen. In de derde kan zit chaithee. Daarin zit ook cacao, maar in een veel lagere dosering. De thee is voor mensen die medicijnen gebruiken, zoals antidepressiva, of die snel hoofdpijn krijgen.” Goed dat ze het zegt, beide dingen gaan op voor mij. Op de deksel van de waterput achter Coby liggen twee waaiers met grote kaarten. Voordat we naar voren komen om ons zelf meegebrachte kopje te vullen, mogen we uit beide waaiers een kaart trekken. Weer op mijn plek bekijk ik de mijne. ‘Afzondering’ staat op de ene kaart, onder een afbeelding van een stenen toren. Op de andere staat: ‘You have a right to be here. Take care of yourself and start being.’ Hoe duidelijk wil ik het hebben? Ik ben hier voor mezelf, niet voor anderen. Samen drinken we van onze cacao. “Bedenk een intentie op basis van de twee kaarten”, zegt Coby. Ik hoef me niet zo met anderen bezig te houden, denk ik. Ik mag hier gewoon zijn.
Stevig ritme
Na de cacaoceremonie wandelen we door de duinen van Egmond naar het strand. Daar gaan de koptelefoons weer op en Michael neemt de microfoon over van Coby. Hij loopt naar de vloedlijn en begint enthousiast en aanstekelijk te dansen. “Luister naar de beat”, zegt hij. “Neem het ritme over met je voeten. Doe wat goed voelt.” De muziek zwelt aan, een meeslepende melodie met een stevig ritme. De zon schijnt, de lucht is blauw, de vloed komt op. Opeens kan het me niet meer schelen of er iemand naar me kijkt. Ik dans in de branding. Een meeuw vliegt over, ik spreid mijn armen, mijn voeten gaan hun eigen gang. “Geef je over aan de dans”, zegt Michael. “Je lichaam weet wat het moet doen.” Ik voel wat hij bedoelt. Mijn lichaam neemt het over, ik sluit mijn ogen, adem de zeelucht diep in en dans mijn hoofd leeg.