PREMIUM
Gerjanne (57) is verliefd op Hendrik-Jan: “Hij zit al negentien jaar in mijn hart, maar ik niet in het zijne”
Het is nota bene een bingoavond op de camping, waar Gerjanne (57) verliefd wordt op Hendrik-Jan. En hoe. Liefde op het eerste gezicht, maar helaas komt de liefde maar van één kant. “Niemand haalt het bij hem. Vreselijk gewoon.”
“De eerste zomervakantie sinds mijn scheiding, ik was 38 en eindelijk vrij na jaren geruzie, ging ik samen met mijn vriendin Sandra en onze beide dochters kamperen in Drenthe. We mochten logeren in de caravan van mijn broer, die daar een seizoensplek heeft. Ideaal. Een prachtig plekje in het bos, waar in de omgeving nauwelijks iets te beleven valt. San en ik vonden het wel prima, want wij hadden genoeg te kletsen en voor de meiden was er een animatieteam.
Op woensdagavond was er een bingo in het clubhuis en wij besloten voor de grap een keer mee te doen. En daar was-ie. Hendrik-Jan, uit het animatieteam, praatte de avond vol grappen en gezelligheid aan elkaar. Ik viel als een blok voor hem. Ja, dat klinkt gek, maar zo ging het echt. Sandra zag het gebeuren. ‘Je vindt ’m leuk, hè?’ plaagde ze en we dolden net zo lang met hem tot hij na afloop bij ons aanschoof. Hij had een glinstering in zijn ogen en een luide stem. Een vrije jongen. Dat bleek ook wel, want dit werk op de camping deed hij af en toe voor de lol. Verder verdiende hij zijn brood met pianospelen en schilderijen maken.
De volgende avond beloofde Sandra op de meiden te letten, dan kon ik nog even een biertje drinken bij Hendrik-Jan. Zo met z’n tweeën was de sfeer toch wat anders, maar ik merkte dat ik hem nog steeds even leuk vond. En hij mij blijkbaar ook, want hangend over de tuinstoel zoende hij me. Alles in me gloeide. Voor het eerst sinds mijn scheiding kon ik luchtig naar de liefde kijken. Of, nou ja, liefde... Ik viel voor hem, maar het was overduidelijk een vakantieliefde. Meer dan een beetje zoenen konden we niet doen, want ik wilde niet dat mijn dochter verkeerde ideeën kreeg.
Een week na thuiskomst stuurde ik Hendrik-Jan een appje. Mijn dochter ging twee weken met haar vader op vakantie en ik vroeg of hij zin had in een avond karaoke in Amsterdam. Hij stemde toe en bleef bij me slapen. We zongen, gierden en vreeën heerlijk. Wat een joie de vivre brengt die man mee. Voor het eerst sinds jaren was ik helemaal in het nu. En was dat ‘nu’ precies genoeg.
Tijdens die vakantie zochten we elkaar nog twee keer op, en daarna begon het gewone leven weer. Ik kon hem niet vergeten en bleef af en toe een balletje opgooien om elkaar te zien. Soms hapte hij.
Tja, en dat is dus negentien jaar geleden. Ik schrik er gewoon van, als ik het hardop zeg. Al negentien jaar zit hij in mijn hart, maar ik niet in het zijne. Hij vindt me wel leuk, vertelde hij al vlug, maar meer dan dat zou het nooit worden. Hij is geen relatietype zegt hij, en is gesteld op zijn vrijheid. Hij wil geen gedoe en gewoon drie maanden naar Amerika kunnen vertrekken als hij daar zin in heeft. Lange tijd dacht ik dat hij wel zou inzien hoe bijzonder fijn het is als we samen zijn. Waar ik de kansen zag groeien voor toch een vorm van relatie - latten, open, you name it - bleef hij zeggen: ik wil je wel zien, maar me niet binden. Nog steeds zien we elkaar een paar keer per jaar. Bijna altijd op mijn initiatief. Ik ben nog steeds verliefd. Iedere romantische film die ik zie gaat over hem, zo lijkt het.
De afgelopen jaren heb ik gedate met andere mannen, soms wel een paar maanden achter elkaar, maar ik liet ze allemaal weer gaan. Niemand haalt het bij Hendrik-Jan. Vreselijk gewoon. Ik weet dat ik mezelf tekort doe door zo aan hem te blijven hangen, maar ik kan mijn hart ook niet dwingen om niets meer voor hem te voelen. Een tijdje terug dacht ik: kreeg hij maar een relatie, dan zou ik met eigen ogen zien dat hij niet meer beschikbaar was. Nu blijft mijn hart hoop houden, ook al weet mijn hoofd wel beter. Doodmoe word ik ervan. Maar goed, als we elkaar weer zien, dan geniet ik volop en daarna kan ik er weer maanden tegen.”