Hermien – over broers en zussen
Ga niet alleen door het leven
Die last is je te zwaar
Laat één je sterkte geven
Ga tot je middelaar
Kort na de geboorte van mijn jongste zusje schreef iemand dit versje in mijn poëzie album. Ik herinner me die tijd nog goed. De ochtend na de geboorte van mijn zusje werden mijn oudste zus en ik door mijn vader uit bed gehaald. Op zich al bijzonder, want normaal gesproken was hij altijd al lang weg voor wij opstonden. Beneden lag mijn moeder in bed en naast haar stond een wieg. Mijn eerste reactie was dodelijk voor een kraamvrouw, al besefte ik dat destijds niet. ‘Is het er maar eentje’ vroeg ik zwaar teleurgesteld. Ik zag die bui alweer hangen, ik was tot dan toe de jongste geweest en was altijd te klein om iets te hebben, te horen of te mogen. Dat privilege viel slechts mijn oudere zus ten deel. Een tweeling had in mijn ogen dat probleem kunnen oplossen. Hoe mijn positie binnen het gezin zou veranderen, besefte ik destijds niet, net zomin als ik de wijze woorden uit bovenstaand versje begreep. Ik was niet meer de jongste, de kleinste en degene die het minst wist. Vanaf die dag was ik het middelste kind, de middelaar…
Jaren verstreken en we verlieten één voor één ons ouderlijk huis. Ieder van ons zocht, onafhankelijk van elkaar, haar eigen weg in het leven. Regelmatig kruisten onze wegen bij onze ouders en soms was het opvallend, hoe vanzelfsprekend we in onze oude rol van de oudste, middelste en jongste kropen. De positie binnen het gezin schijnt bepalend te zijn voor de rest van je leven.
Afgelopen week kwam een jongeman hier zijn hart uitstorten. Zijn oudere broer was na enige tijd samenwonen, weer in het ouderlijk huis komen wonen en dat ging niet zonder slag of stoot. Oudste broer eiste direct zijn oude positie op en ging vervolgens gewoon door met zijn leven, zoals hij altijd gewend was geweest. Dat hij onrust veroorzaakte en de sfeer in huis totaal verziekte, zag of wilde hij niet zien. Ouders verschilden ineens van mening over de aanpak en jongste broer, die tijdens de afwezigheid van oudste broer, een rustig leven met zijn ouders had gehad, voelde zich miskend. Hij mocht er niets over zeggen en de relatie met zijn broer was uiterst slecht. ‘Mijn broer luistert niet naar mij’, klaagde hij.
‘Heeft je broer ooit naar je geluisterd’, vroeg ik hem. Hij antwoorde ontkennend.
De oudsten luisteren niet naar hun jongere broertjes en zusjes. Die zijn kleiner, zijn minder sterk en weten minder. Het kost de oudste vaak enige moeite om in te zien dat hun jongere broers en zussen volwassen worden en een eigen mening vormen. En als de ‘jonkies’ het beter doen in het leven is dat soms zuur voor de oudsten. Zij zijn immers altijd de eersten en de besten in alles geweest.
Hoe ik dat weet? Ik ben iemands jongere en iemands oudere zus. Ik ben de middelaar!