PREMIUMDe dochter van Piety (53) koos op haar 27e voor euthanasie

“Ik ben blij dat Miranda geen suïcide hoefde te plegen”

Euthanasie Beeld Privé beeld Piety
EuthanasieBeeld Privé beeld Piety

Euthanasie bij psychische problemen is voor veel mensen nog omstreden. Waarom zou je een einde maken aan je leven als je fysiek gezond bent? Toch stond Piety (53) er volledig achter toen haar zevenentwintigjarige dochter koos voor euthanasie na een jarenlange depressie. “Ik ben zo blij dat ik afscheid van Miranda kon nemen en dat ik haar niet na suïcide hoefde te vinden.”

Eva BredaPrivé beeld Piety

“Op verjaardagen maakte Miranda met iedereen een praatje, grapte ze erop los en had ze vaak haar gitaar bij zich om zelfgeschreven nummers te zingen. Het zal toch allemaal wel meevallen met haar psychische problemen?, dachten mensen vaak. Maar wat zij niet zagen waren de slapeloze nachten die wij thuis hadden als ze weer eens spoorloos was. Ze zagen niet de telefoon die altijd onder mijn kussen lag, voor als er wéér een politieagent zou bellen omdat ze haar ergens verward hadden gevonden. Ze zagen niet de keren dat we naar het ziekenhuis raceten omdat ze weer een suïcidepoging had gedaan. Ze zagen niet dat het leven voor haar, en daarmee soms ook voor mij, ondraaglijk was.

Miranda belandde in een depressie

Als elfjarige kon mijn altijd vrolijke Miranda kleine frustraties plotseling niet meer aan. Ze legde de lat hoog voor zichzelf. Toen ze door haar psychische problemen van vwo naar havo moest, was ze ontroostbaar. Het leven zoals ze dat in een ideale wereld voor zich zag, glipte haar door de vingers. Op zoek naar controle, sloop dwangmatig gedrag haar leven in. Haar bed móést op een bepaalde manier worden opgemaakt en het slot van de deur talloze keren gecontroleerd. Nu denk ik: daar begon het. Destijds had ik niet door dat dit het begin van een zestien jaar lange strijd met zichzelf zou worden.

Haar frustratie, somberheid en dwang werd erger en erger. Op haar vijftiende zei ze het voor het eerst hardop: ‘Ik denk er wel eens aan dat ik dood wil.’ Los van totale shock, voelde ik ook dankbaarheid omdat we in ons gezin altijd zo open over emoties konden praten. Zelf heb ik ook sombere periodes gekend en ik snapte haar donkerte. Wat een geluk dat ze dit bij ons kwijt durft, dacht ik. We gingen naar de huisarts, sleepten haar van therapie naar therapie en van opname naar opname. Als gezin veerden we volledig mee onder het gewicht van haar depressie. We maakten veel uitjes en ik gaf haar alles wat haar hartje begeerde. Ik wilde ieder obstakel op haar pad wegnemen, zodat ze weer gelukkig werd. Het had geen zin: niets in het leven zat Miranda in de weg, behalve zijzelf. En als we even later weer bij haar aan een ziekenhuisbed zaten en ze ternauwernood een suïcidepoging had overleefd, dacht ik steeds vaker: waar en hoe eindigt dit?

‘Ik ben echt op’

Miranda wilde lang niet écht dood. Vaak vertelde ze na zo’n suïcidepoging dat ze vooral eventjes geen pijn en verdriet wilde voelen. Maar op haar vijfentwintigste werd haar doodswens serieuzer. ‘Mem, ik ben echt op’, zei ze in typisch Fries. Ik voelde direct dat het deze keer menens was. Ze zei dat ze euthanasie wilde en dat ze er anders deze keer echt zelf een einde aan moest maken. Gek genoeg was het een goed en kalm gesprek. We bespraken hoe ze de afgelopen jaren met beide handen iedere vorm van therapie had aangegrepen, maar hoe ze altijd alleen maar dieper in haar depressie was beland. Zo vaak had ik haar geprobeerd uit een dal te praten. ‘Ga anders wandelen of kijk iets leuks op Netflix’, hoorde ik mezelf dan voor de zoveelste keer zeggen. Therapie was allang geen optie meer. In de laatste jaren was Miranda te suïcidaal voor een veilige opname, maar was haar problematiek te ernstig voor andere vormen van therapie. In een brief aan haar psychiater schreef ze: “Ik heb potentie, dat zie ik. De kwasten en de verf liggen klaar, maar het doek blijft leeg. Ik kom in het leven niet uit de verf. En dat, dat vind ik onmenselijk. Daarom mijn grote verzoek tot euthanasie. Niet omdat ik niet wil leven, maar omdat het leven voor mij een lijdensweg is gebleken.” Ze was zielsongelukkig en moegestreden. Je zou denken dat je als moeder vecht voor het leven van je kind als ze zegt dat ze ermee wil stoppen. Ik kon alleen maar zeggen: ‘Lieverd, ik begrijp het.’

Euthanasie bij mentale problemen

De euthanasieaanvraag werd op 3 december 2020 goedgekeurd door Expertisecentrum Euthanasie. 30 december zou Miranda’s laatste dag worden. Het was alsof iedereen in onze omgeving toen pas realiseerde hoe erg het was geweest. Het zorgde ook voor vragen: waarom wilde ze uit het leven stappen? Ze had toch best een goed leven? En euthanasie, was dat echt nodig? Ze was toch niet zíek? Dat was ze natuurlijk wel, hoewel niet fysiek. Al vijftien jaar was ze ziek en ze zou niet meer beter worden. Moesten we maar wachten tot ze weer zelf een poging ondernam?

Miranda’s keuze voor euthanasie gaf ons de kans om afscheid van elkaar te nemen. In de drie weken voor Miranda’s dood, gingen we samen een paar dagen naar de kust. We snoven de zeelucht op en zochten schelpjes. De laatste twee weken trok ik bij haar in.

‘s Avonds lagen we samen in bed, kropen we tegen elkaar aan en praatten we over de afgelopen jaren, huilden en lachten we. Er hing een sluier van zachtheid over ons leven na de keiharde strijd van de jaren ervoor. Ik twijfelde geen seconde of Miranda de goede beslissing had gemaakt. Wel keek ik soms vol ongeloof naar haar, terwijl ze haar avondrituelen uitvoerde. Daar stond een jonge vrouw in de bloei van haar leven, mijn dochter. Als je niet beter wist, was er geen vuiltje aan de lucht. Fysiek was ze gezond, haar lichaam zou het nog lang niet opgeven, en toch zouden dit de laatste dagen zijn dat ze ‘s avonds haar tandenpoetste en dat we samen in bed lagen. Even onwerkelijk was de laatste knuffel die ik haar gaf, voordat ze plaatsnam in haar lievelingsstoel, waar ze even later, met haar vader, mij, haar broer en zus naast zich, haar laatste adem uitblies.

Dankbaar dat het zo kon

Sindsdien mis ik Miranda in alles. Zelfs de zorgeloosheid die ik nu voel, laat een leegte achter. Toch ben ik ook ook dankbaar voor hoe we dit samen hebben kunnen doen. Sommige ouders moeten hun kind op een dag aantreffen na suïcide. Dat wil je als ouders niet, maar als kind ook niet. ‘Ik wil niet dat jullie mijn lichaam moeten vinden. En ik wil ook niet zo eenzaam en pijnlijk aan mijn einde komen’, zei Miranda vaak. De geestelijke gezondheidszorg in Nederland zet in op suïcidepreventie. Euthanasie is zelfs binnen die gezondheidszorg een omstreden onderwerp. Er is toch áltijd wel een manier om iemand beter te maken? Maar soms is dat er niet. Dan blijft er maar één optie over: het leven beëindigen. Dat dit dankzij euthanasie op een waardige manier kan, wil ik anderen vertellen. Ik zet me daarom in voor Stichting In liefde laten gaan. Deze stichting is opgezet door drie moeders met eenzelfde verhaal als ik. De stichting geeft me heel veel steun. In geen enkel boek of gesprek over rouw herkende ik me toen Miranda overleed. Nu kan ik praten met mensen die weten wat ik voel. Die weten hoe het is om jarenlang te strijden tegen iemands mentale worstelingen. Die snappen dat euthanasie dan wél een goede optie kan zijn. Er is niets meer wat ik Miranda op dat moment nog had willen vragen of zeggen, er is geen ‘wat als’ meer, zoals er bij suïcide vaak wel is. Als ik nu kijk naar Miranda’s foto, omringd door de schelpjes die we in die drie prachtweken samen opraapten, denk ik: ik mis haar, maar het is goed zo.”

Op alle verhalen van Libelle rust uiteraard copyright. Linken kan altijd, eventueel met de intro van het stuk erboven. Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@libelle.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden