Ik ben zo’n vrouw met een tas gevuld met plastic tasjes
Adeline waakt als een dobermann over haar tas gevuld met plastic tasjes. Zéker als haar wederhelft probeert aan dit hoogstnoodzakelijk vrouwelijk erfgoed te komen.
In de kast onder de trap stond bij ons vroeger niet alleen de stofzuiger en een mop, die bij elke mogelijke beweging de verkeerde kant op viel, maar aan een haak hing ook een tas gevuld met tasjes. De buitenste meestal stevig en groot met een logo van een willekeurige supermarkt met binnenin een uiteenlopend assortiment tasjes. Een klein formaat, voor als iemand iets leende en het vanuit jouw huis mee naar het zijne nam. Het stoffen tasje, voor de loodzware boeken uit de bibliotheek. Een plastic supermarkttas die je uit voorzorg weer in die stevige tas stopte, want het kon zomaar zo zijn dat je ineens ruimtegebrek had onder het boodschappen doen. Een luxe, papieren exemplaar, voor het cadeau dat nog een beetje toonbaar mee moest. Die tas met tasjes hoorde simpelweg bij mijn opvoeding en daarom heb ik nu zelf ook zo’n tas. Iets wat mijn geliefde nooit helemaal snapt tót hij zelf een tasje nodig heeft.
Bij het verhuizen bleek alleen wel dat mijn tas-gevuld-met-tassen-gewoonte een petit problematische vorm aanneemt. In onze meterkast stond een tas met tasjes, maar ook in het opbergrek in de schuur en ik vond er zelfs nog drie op de kerstballenzolder. Dit is het formaat zolder waar je normaal alleen een doos met kerstballen kwijt kunt, maar waarop dus ook prima tassen met daarin tasjes passen. De eerste tas trok mijn wederhelft nog vol verwachting open. Was het een vergeten fortuin, een verdwaald zeilpak of misschien een herinnering waar je een beetje weemoedig van moest glimlachen? Nee, het was niets van dat alles. Het was een tas met daarin een tas en weer een tas. Bij de derde tas trok hij zijn wenkbrauwen hoog op uit vrees dat deze vilten Omoda-tas ook weer vol zat met andere stevige shoppers van de bewuste schoenenwinkel. Mede-tassenverzamelaars weten dat deze het bewaren waard zijn. Met een zwierige zwaai gooide hij ze meteen op de stapel afval, waarop ik zo hard begon te sputteren en pruttelen als een oude diesel. Want die tasjes waren handig, nuttig en moesten en zouden mee. Of hij potverdrie-dubbeltjes-nondeju echt tassen gevuld met lucht moest verhuizen, vroeg hij zich hardop af. Ik vond het allesbehalve lucht, maar deed voor het behoud van mijn relatie toch maar afstand van één tas gevuld met tasjes. Het is tenslotte geven en nemen, ook als het op gespaarde tasjes aankomt.
Na mijn tassen-met-tasjes-verhuizing zag ik op Instagram ineens mijn voorland. De Speld schreef: ‘Irene erft plastic-tasjes-collectie van moeder.’ En ook al heb ik geen kinderen, ik ben wel de vrouw die haar leven lang met zorg een collectie plastic tassen samenstelde. Wat zeg ik? Ik liet ze zelfs verhuizen van Hilversum naar Scheveningen, waar ze kostbare vierkante meters in de verhuiswagen vulden. Maar toen ik even snel een boodschap moest doen in mijn nieuwe woonplaats had ik toch maar mooi wél precies het juiste tasje in een tas zitten. Met dank aan mijn opvoeding.
Adeline (36) verhuist het liefst elke twee jaar en wil ooit naar Griekenland, voor nu is de standplaats Scheveningen. Het ontbreekt haar aan elk huishoudelijk talent, maar schrijven voor Libelle kan ze gelukkig wel.