Column James Beeld Ilja Keizer
Column JamesBeeld Ilja Keizer

Column

James: “‘Wat was dat?’ vraagt mijn zoon. ‘Ik denk vuurwerk,’ zeg ik, maar ik weet dat het geen vuurwerk was”

James Worthy

Hij is schrijver, journalist en columnist. James Worthy (40) is getrouwd met Artie en vader van James (7). Voor Libelle schrijft James columns waarin liefde centraal staat: voor zijn ouders, zijn gezin en het leven. Geestig, soms hartverscheurend, maar bovenal eerlijk en ontroerend. Deze week schrijft hij over hoe hij en zijn zoon op dinsdagavond knallen hoorde.

Mijn zoon en ik staan in de rij bij een snackbar waar je ook ijs kunt kopen. Hij heeft zin in ijs en ik heb geen zin om de strenge vader te zijn. Het is bijna vakantie en hij is over naar groep 5. In de zakenwereld krijgt men een bonus na het draaien van een goed jaar, mijn zoon wil alleen maar ijs. Geld moet rollen, maar bolletjes ijs ook.

In mijn hoofd hoor ik de stem van mijn vader. Hij is niet blij dat ik op het punt sta om ijs bij een snackbar te kopen. IJs koop je bij een ijswinkel. Bij mensen die ijs leven. Boeken koop je bij een boekenwinkel en ijs koop je bij een ijswinkel.

Vuurwerk

“Wat was dat?” vraagt mijn zoon.

“Ik denk vuurwerk,” zeg ik, maar ik weet dat het geen vuurwerk was. Na het afsteken van vuurwerk hoor je reacties. Nu is het stil.

“Laten we gaan kijken, dan. Ik ben dol op vuurwerk, pap.”

“Ik ook, maar dit zijn denk ik voetbalsupporters. Het EK is bezig, toch?” Twee politieauto’s racen door de straat.

“Wow! De politie wil zeker niets van het vuurwerk missen,” zegt mijn zoon. In zijn bruine ogen reflecteren de zwaailichten van de politieauto’s. We verlaten de snackbar en lopen de andere kant op.

Zoetzoekers

“Wat is jouw favoriete vuurwerk?” vraag ik als we op de Keizersgracht lopen.

“Van die zoetzoekers.”

“Je bedoelt voetzoekers.”

“Nee, zoetzoekers.”

“Maar ze zoeken naar je voeten. Daarom heten ze zo.”

“Ze zoeken naar zoet. Waarom zou je naar voeten zoeken op de grond? Voeten zijn overal op de grond. Je hoeft toch niet te zoeken naar iets wat overal is? Wat is jouw favoriete vuurwerk, pap?”

“Weet je wat ik echt mooi vuurwerk vind? Van die dingen die als siervuurwerk beginnen, maar op een gegeven moment gewoon ontploffen, omdat ze nog meer aandacht willen. Dat vind ik prachtig. Dat vuurwerk onzekerheid durft te laten zien. Kijk hoe mooi ik ben! Kijk hoe mooi ik ben! Kijk hoe mooi ik ben! Je kijkt niet. KABOEM!”

Gymtas

Hoe verder we lopen hoe zachter de sirenes worden. Hoe verder we lopen hoe sneller zijn ijsje smelt. Zijn handen zitten onder. Het is net alsof hij handschoenen van suiker draagt. En zijn T-shirt. Shit, dit is dat nieuwe shirt. Als we thuiskomen, gooi ik het maar in de prullenbak. Dit kledingstuk valt niet meer te redden. En als mijn vrouw volgende week vraagt waar dat nieuwe shirt is gebleven, zeg ik in de gymtas. En dan vraagt mijn vrouw waar de gymtas is. Maar niemand weet waar de gymtas is. Dat is het mooie aan de gymtas.

Onze zoon is in de laatste drie jaar twaalf keer een gymtas verloren. In de eerste gymtas zaten dure gymschoenen. In de dertiende gymtas zitten gymschoenen van 0,75 cent. “Hebben we thuis nog vuurwerk liggen?” vraagt hij als we door de Huidenstraat lopen.

Fonteinen

“Ja, er ligt nog een doosje fonteinen in de gangkast. Die hadden we gekocht voor de crematie van opa, maar het regende die dag.”

“Mag ik thuis wat vuurwerk afsteken, omdat ik net niet naar het vuurwerk mocht gaan kijken? Het was wel vuurwerk, toch?”

“Natuurlijk was het vuurwerk. We hoorden knallen. Alleen vuurwerk knalt zo.”

“Er zijn ook andere dingen die knallen,” zegt hij.

“Ja, maar die knallen niet zo. Ik heb vrienden in het leger. Die andere dingen knallen niet zo.”

“Heb jij vrienden in het leger, pap?”

“Ik heb overal vrienden.”

Kapitein Rudolf

“Noem eens een naam van een vriend die in het leger zit.”

“Kapitein.”

“Kapitein wie?”

“Kapitein Rudolf.”

“Ik geloof je, pap. Kapitein Rudolf klinkt als een moedige man.”

Mijn zoon staat op het balkon met vuurwerk in zijn handen en ik sta naast hem met een nagenoeg lege aansteker te schudden. Niet veel later staan mijn zoon en ik te kijken naar hoe een kartonnen doosje een regenboog ophoest. Het is geen mooi vuurwerk. Dit soort vuurwerk vind je normaliter alleen in de negende gymtas, maar mijn zoon vindt het prachtig. Hij kijkt naar de aansteker in zijn handen. Hij kijkt naar de aansteker zoals katten naar nieuwe gordijnen kijken.

Ik pak mijn telefoon erbij en lees de krantenkoppen. Mijn zoon komt op mijn knie zitten en ik mompel maar wat.

“Wat zei je, pap?” vraagt hij. Ik ga met een hand door zijn krullen. Ik hoef nooit meer naar zoet te zoeken. Met een hand ga ik door zijn siervuurwerk.

“Kapitein Rudolf is een moedige man,” zucht ik.

Op alle verhalen van Libelle rust uiteraard copyright. Linken kan altijd, eventueel met de intro van het stuk erboven. Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@libelle.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden