PREMIUM
Marianne houdt trauma over na operaties: “Arts sneed gewoon door en de wond werd niet verzorgd”
Voor ze in de zomer met blote benen durft te lopen, moet Marianne Bouwmeester een figuurlijke drempel over. Na meerdere operaties aan haar been bleef ze met veel littekens achter, zo vertelt ze aan het AD.
Het medische verhaal van Bouwmeester begint op haar achttiende, zo’n vijftig jaar geleden. Na een ongeluk, waarbij zij bij haar vriend achterop een motor zit en wordt aangereden, belandt ze in het ziekenhuis met een open beenbreuk. “Weet je wat het eerste is wat ik dacht toen ik op de grond lag? Nooit wil een vent me meer, met zo’n been.”
Met een gebroken enkel en een stuk bot dat uit haar scheenbeen stak, lag de geboren Rotterdamse toen tien weken in het ziekenhuis. Het duurde maar liefst drie jaar tot ook de allerlaatste botsplinters uit het scheenbeen verwijderd waren. Al met al een pijnlijke en ingrijpende periode. Medisch gezien dan, want de vriend waarbij ze achterop zat, wordt uiteindelijk haar man, met wie ze 27 jaar samen blijft.
Zalfje
Een klein wondje op haar scheenbeen werpt Bouwmeester in 2018 wee terug in de tijd. Het medische circus begint opnieuw en beheerst lange tijd haar leven. “Ik had een klein wondje op mijn scheenbeen”, blikt Bouwmeester terug. “Dat ging maar niet dicht. Ik dacht aan huidkanker.”
In eerste instantie krijgt Bouwmeester een zalfje mee, om de wond in te smeren in de hoop dat het plekje dichtgroeit. Als dat niet helpt, volgt ze nog lichttherapie. Helaas blijft ook dan het gewenste resultaat uit en wordt ze vanuit het Goudse ziekenhuis waar ze al die tijd behandeld is, doorgestuurd naar het Erasmus MC in Rotterdam.
“Iedere keer haalde de arts een klein beetje weg. Ze gaven aan dat het nodig was om een keer of drie te snijden, voordat alles goed zou zijn weggehaald. De eerste keer werd ik nog goed verdoofd, al was dat wel een rotgevoel, die spuiten in mijn scheenbeen.”
Scan
Uit een scan blijkt vervolgens dat er ook een deel van het bot is aangetast, ook dat moet worden weggehaald, vertelt Bouwmeester, terwijl haar hondjes tegen haar aan komen liggen. “De verdoving werkte niet, maar die arts sneed gewoon door. Ik lag verkrampt van de pijn op die tafel, daar hield ik wel een traumaatje aan over.”
Het volgende trauma was de wond die Bouwmeester overhield aan de operaties. “Drie keer werd mijn been een week lang ingepakt. De wond werd één keer per week schoongemaakt. Het stonk alsof er een dooie cavia onder zat. Zo vies, ik lustte mijn eten daarna niet meer.”
De Boskoopse wordt vervolgens doorverwezen naar het LUMC in Leiden. “Daar zeiden de artsen tegen mij: ‘Rotterdam heeft iets laten zitten, wij halen het er in één keer uit.’ Nu is mijn scheenbeen wel naar de knoppen, maar ik vertrouwde deze artsen gelijk.” Ze wil er maar mee aangeven, dat ze vindt dat in Rotterdam niet goed gehandeld is.
Voor de operatie krijgt Bouwmeester een scan, mét infuus, om te bepalen wat er moet worden weggesneden. “Dankzij dat infuus konden ze zien hoever het in mijn weefsel zat. In Rotterdam had ik dat nooit gehad.” Bij de operatie werd dertig centimeter bot verwijderd. Wonder boven wonder kan Bouwmeester inmiddels alles weer met haar been.
Bouwmeester doet haar verhaal niet zomaar. Ze is naast de littekens op haar been, achtergebleven met boosheid richting de artsen die haar hebben behandeld in het Erasmus. Ze diende daarom een klacht in tegen twee artsen bij het Regionaal Tuchtcollege. Haar klachten werden door het tuchtcollege, ook in hoger beroep, van tafel geveegd.
‘Ik heb echt geluk gehad’
Een deel van de klacht van Bouwmeester gaat over het behandelen van de wond na de operatie. “Mijn wond is niet goed schoongemaakt, dat had iedere dag gemoeten in plaats van één keer in de week. En ze hebben op de bonnefooi gesneden, dat had ook niet gemogen.” Het tuchtcollege bestrijdt dat. In de uitspraak van de zaak valt te lezen dat ‘op goede gronden enig oppervlakkig botweefsel is weggefreesd om een goede wondbodem te krijgen’ en dat Bouwmeester ‘wondverzorgingsadviezen’ heeft gekregen.
Bouwmeester blijft beweren dat de bacterie die ze na de behandeling kreeg, voorkomen had kunnen worden. “Later kwam er een chirurg bij, die zei dat hij in zo’n vieze wond niet wilde werken. Met azijnzuur is gelukkig de bacterie eruit gehaald. Ik heb echt geluk gehad, voor hetzelfde geld was ik hieraan mijn been verloren. Als ik nu wel eens een vrouw zie hardlopen met een blade, denk ik: ‘dat had ik kunnen zijn.’”
Gelukkig kwam het niet zover dat Bouwmeester haar been verloor. Sterker nog, ze is ontzettend kwiek en actief. Ze heeft een nieuwe relatie en een rijk sociaal leven in Boskoop, met kinderen en vrienden om haar heen. Ze wandelt graag met haar hondjes, is werkzaam in de thuiszorg en vermaakt zich met badminton, volksdansen en zingen in een popkoor. Stilzitten kan ze niet, zegt ze.
Ziekenhuis
Niks aan de hand, zouden buitenstaanders kunnen denken. Maar de hele toestand loslaten, is lastig. Ze laat haar scheenbeen zien, waarop de littekens duidelijk zichtbaar zijn. Terug naar het ziekenhuis in Rotterdam wil ze niet, als er weer ‘een vreemde bobbel’ op haar been groeit. “Het ziekenhuis in Gouda wilde mij terugsturen naar Rotterdam, maar daar ga ik nooit meer naar een ziekenhuis.”
Wat haar ook stoort, is hoe het been er nu uitziet. Dat zou ze het liefst met plastische chirurgie laten herstellen. Mede daarom begon ze de tuchtzaak. In de hoop op schadevergoeding, waarmee het herstellen van de littekens betaald zou kunnen worden.
‘Je verliest altijd, als gewone burger’
Dit jaar diende het hoger beroep bij het tuchtcollege, Bouwmeester kreeg opnieuw geen gelijk. Tóch wil ze haar verhaal vertellen. “Ik wil niet dat andere mensen dit ook mee moeten maken, ik zou anderen willen beschermen. Van mij hoeven die artsen niet ontslagen te worden, maar ik wilde dat zij een aantekening in hun dossier zouden krijgen. Ik vind dat er onzorgvuldig is gehandeld en zou willen dat het ziekenhuis toegeeft dat er fouten zijn gemaakt.”
Dat gebeurt niet. Ook krijgt Bouwmeester geen schadevergoeding. “Je verliest altijd, als gewone burger. De eerste keer kwam de arts niet eens opdagen. Ze stelden mediation voor en later werd alles verdraaid. Volgens hen was er geen bacterie. Mijn been is verziekt en de artsen hebben onzorgvuldig gehandeld. Maar het had nog veel erger kunnen zijn, zoveel jonge mensen gaan dood aan kanker. Ik ben er nog.”
De klachten van Bouwmeester tegen artsen van het Erasmus zijn in eerste instantie in 2020 behandeld door het Regionaal Tuchtcollege. Bouwmeester heeft daar vijf klachten ingediend, plus een verzoek om schadevergoeding. Het tuchtcollege heeft ‘de klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond’ verklaard en aangegeven dat het College niet bevoegd is tot het toekennen van een schadevergoeding.
Uit het vonnis blijkt dat in de gemaakte CT-scan en MRI geen aanwijzingen waren gevonden voor ‘botingroei’. ‘Op grond daarvan had de dermatoloog geconcludeerd dat geen botresectie noodzakelijk was en dat het frezen van het bot door de plastisch chirurg voldoende zou zijn. Het college ziet in het dossier geen aanwijzingen op grond waarvan de beklaagde aan deze bevinding en behandelingsmethode had moeten twijfelen’, staat in het verslag. ‘De stelling van klaagster in haar laatste brief dat beklaagde ‘op de bonnefooi de kanker eruit is gaan frezen’ kan het College dan ook niet ondersteunen'.
Ook staat in het rapport: ‘Er zijn geen aanwijzingen dat de keuzes van de dermatoloog - waarmee klaagster destijds heeft ingestemd - niet juist waren. Ook ten aanzien van de wondverzorging zijn er geen aanwijzingen dat deze niet toereikend of onzorgvuldig is geweest.”
Behandeling van de zaak in hoger beroep, bij het Centraal Tuchtcollege, ‘heeft geen ander licht op de zaak geworpen’, staat te lezen in de uitspraak van dat College. Deze zaak diende dit jaar. ‘Er is niet gebleken dat de plastisch chirurg met betrekking tot de door haar uitgevoerde behandeling een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt’, staat er. ‘Dat klaagster in een ander medisch centrum op andere wijze is behandeld, rechtvaardigt niet de conclusie dat de behandeling in het Erasmus onjuist of onzorgvuldig is geweest’.
Een woordvoerder van het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam geeft aan niet te reageren op zaken die bij het Tuchtcollege worden of zijn behandeld.
Bron: AD