x Beeld Myrna Tugendhaft-Reens
xBeeld Myrna Tugendhaft-Reens

Myrna (86) overleefde de holocaust: “We mogen nooit vergeten wat mijn moeder en 6 miljoen anderen is aangedaan”

Myrna Tugendhaft-Reens (86) overleefde als klein meisje concentratiekamp Bergen-Belsen. Hoewel het haar niet makkelijk valt, vertelt ze daarover op scholen in heel Nederland. “Omdat we dit verhaal moeten blijven vertellen.”

Bram de GraafMyrna Tugendhaft-Reens

De recente onderzoeksresultaten waaruit blijkt dat we steeds minder over de Holocaust weten en jongeren de geschiedenis zelfs in twijfel trekken, is voor haar extra pijnlijk. ‘We mogen die zes miljoen vermoorde mensen, waaronder mijn moeder, nooit vergeten.’

Jongeren denken dat holocaust ‘mythe’ is

“Ik was stomverbaasd,” zegt Myrna Tugendhaft-Reens. De afgelopen week las ze in haar ochtendkrant dat één op de vier Nederlanders geboren na 1980 twijfelde of de Holocaust wel echt had plaatsgevonden en zich afvroeg of het aantal van zes miljoen slachtoffers niet ‘sterk overdreven’ was.

Het was de conclusie uit een onderzoek van de Amerikaanse organisatie Claims Conference, die opkomt voor de rechten van Holocaust-overlevenden. De politiek reageerde geschokt en noemde het zorgwekkend. Hoewel later bleek dat het onderzoek niet helemaal representatief was en de uitkomst daarom nuancering behoefde, blijft overeind staan dat veel jongeren nauwelijks iets over de Holocaust weten. “Ik heb uit gesprekken op Nederlandse scholen gemerkt dat ze daar meer leren over de Tachtigjarige Oorlog dan over de laatste oorlog die hier plaatsvond. Terwijl die veel belangrijker is.”

Myrna overleefde de holocaust en vertelt daarover

Samen met haar echtgenoot Mattie, met wie ze ruim 60 jaar is getrouwd, facetimet ze op haar iPad met ons, vanuit hun Amstelveense woning . Beiden zijn Holocaust-overlevenden. En beiden vertellen regelmatig aan jongeren op middelbare scholen hun verhaal, soms ook aan de hoogste groepen van de lagere school. Opdat we niet vergeten wat er is gebeurd. “Tegenwoordig doen we dat alleen nog in de omgeving van Amstelveen, want mijn benen willen niet meer zo”, zegt Myrna. Hoewel ze het ook weleens via zoom deed, ziet ze de kinderen liever live. “Dan heb ik tenminste contact met ze”.

Die kinderen, meestal in de leeftijd van 12 tot 16 jaar, komen met uiteenlopende vragen, zoals: ‘Heeft u Anne Frank gekend?’ en: ‘Was u ook zo dun?’ “Ik heb gelukkig nog nooit een kind horen zeggen: ‘De Holocaust is een leugen.’ Maar ik merk dus vaak dat het verhaal voor veel van hen nieuw is. Hun vragen hebben enkel betrekking op wat ik vertel.”

“In de bus zat ik bij een Duitse soldaat op schoot”

Haar verhaal, dat ze in 2020 al eens aan Libelle vertelde, begint in 1937 in Rotterdam. Myrna werd er geboren als enig kind van een Engelse moeder en Nederlandse vader, beiden met joods bloed. In mei 1940 werd Nederland door de Duitsers bezet. Omdat ze een Engels paspoort had, probeerde Myrna’s moeder met haar gezin naar Engeland te gaan. “Maar mijn vader was er als Nederlander niet welkom. Uit liefde voor hem is ze hier gebleven. Maar niemand wist toen nog wat die Duitsers van plan waren.”

Myrna als baby Beeld Myrna Tugendhaft-Reens
Myrna als babyBeeld Myrna Tugendhaft-Reens

Dat werd in de loop van 1941 duidelijk: er kwamen steeds meer beperkende maatregelen voor Joden. Joodse ambtenaren werden ontslagen, Joden mochten niet meer in cafés, parken en bioscopen komen. In mei 1942 werden ze verplicht om de gele Jodenster zichtbaar op hun kleding te dragen, dat jaar begonnen ook de razzia’s. De Duitsers hadden besloten dat de ruim 150.000 Joden in Nederland moesten verdwijnen.

Begin april 1943 werden ook Myrna en haar ouders thuis opgehaald. “Ik mocht één speelgoedje van mijn moeder meenemen. In de haast pakte ik mijn blik en vegertje – ik heb in gevangenschap wat af geveegd. In de bus zat ik bij een Duitse soldaat op schoot, tegenover mijn ouders. Hun angstige blikken vergeet ik nooit meer.”

Ze werden met de trein naar Kamp Westerbork gebracht, een doorgangskamp in Drenthe. Elke dinsdag vertrok daar een trein naar een van de ‘werkkampen’ in het oosten, met namen als Auschwitz en Sobibor, 93 in totaal. “Wij hadden geen idee wat daar gebeurde, en als klein meisje realiseerde ik me de ernst van alles niet. Pas na de oorlog werd duidelijk dat bijna iedereen daar meteen werd vergast. Zelf zaten we in de barak voor voornamelijk Engelse joden. De Duitsers hielden ons apart, omdat ze ons wilden ruilen tegen hun gevangen landgenoten in Engeland.”

Te kleine schoenen

Haar vader deed administratief werk in het kamp. Zo kon hij lang voorkomen dat zij ook op transport werden gesteld. Tot 11 januari 1944. Ze werden naar Bergen-Belsen gebracht, ten noorden van Hannover. Het was geen ‘vernietigingskamp’ zoals Auschwitz en Sobibor, maar de omstandigheden waren er net zo verschrikkelijk. Als ‘Engels gezin’ waren ze nog steeds ‘bruikbaar’ voor de Duitsers, dat redde hun levens.

“We zaten veertien uur in de trein, het was vreselijk koud tijdens de reis. Bergen-Belsen was een verschrikking. Ik deelde met mijn moeder een bed in een barak, mijn ouders waren van elkaar gescheiden. We hingen de hele dag maar wat rond en kregen nauwelijks te eten; elke dag één waterig soepje waarin wat koolraap of grassprietjes dreven. We konden ons nauwelijks wassen en zaten onder de luizen. Al die tijd droegen we dezelfde kleding en dezelfde schoenen. Ondanks het weinige eten groeide ik wel. Mijn voeten deden veel pijn en mijn vader heeft toen de voorkant van mijn schoenen afgeknipt. Zo kon ik ze toch aan. Ik heb nog steeds slechte voeten, mijn tenen zijn erdoor kromgegroeid.”

Niemand om te troosten

Dagelijks werd er appèl gehouden, soms meerdere keren. De vrouwen werden dan geteld. “Dat moest vaak opnieuw, omdat het aantal niet klopte. Ik zie nog van honger uitgeputte vrouwen daar in elkaar zakken en weggesleept worden. Maar ik kan me niet herinneren dat ik bang was. Het was vooral vreemd en raar. Mijn moeder verzwakte steeds meer, ze had veel last van astma-aanvallen. Ze spaarde ook het eten uit haar mond voor mij. Ik was me daar toen niet van bewust, maar weet nog dat ik dacht: ik krijg haar soep, wat lief.”

Myrna’s moeder overleed in Bergen-Belsen Beeld Myrna Tugendhaft-Reens
Myrna’s moeder overleed in Bergen-BelsenBeeld Myrna Tugendhaft-Reens

Eind maart 1945 werd Myrna’s moeder opeens opgenomen in de ziekenbarak. “Iedereen wist: als je daarheen gaat, is het afgelopen, want verzorging was er niet. Ze lieten je daar aan je lot over. Ik mocht niet mee en haar niet bezoeken. Mijn vader verborg me stiekem in zijn barak. Op een dag werd hij weggeroepen. Toen hij terugkwam vertelde hij me dat mama was overleden. Wat ik precies voelde, weet ik niet meer. Als ik eraan denk, zie ik haar lichaam op een kar langs de buitenkant van het hek weggevoerd worden. Zelf liep ik mee aan de binnenkant van het hek zo lang dat kon. Tot ze uit zicht verdween. Daar stond ik, met niemand om me te troosten. Mensen zeiden wel: ‘Wat zielig voor je.’ Maar iedereen was zelf bezig met overleven, iedereen had verdriet.”

Bewijsmateriaal vernietigen

Begin 1945 raakte Bergen-Belsen overvol. Vanwege de oprukkende Russen evacueerden de Duisters de concentratiekampen in de door hun bezette gebieden in het oosten naar kampen in Duitsland zelf. Zo kwamen ook Anne Frank en haar zus Margot daar terecht. “Het kamp was zó groot en vol dat ik ze nooit heb gezien.”

“Ze dachten vee aan te treffen en waren stomverbaasd dat er mensen in zaten. Er lagen 133 lijken in de trein.” Beeld Myrna Tugendhaft-Reens
“Ze dachten vee aan te treffen en waren stomverbaasd dat er mensen in zaten. Er lagen 133 lijken in de trein.”Beeld Myrna Tugendhaft-Reens

De zusjes Frank overleden in februari dat jaar aan de vlektyfus die overal in het kamp heerste en veel slachtoffers maakte. Op 7 april 1945 besloten de Duitsers een deel van de ‘bijzondere’ gevangenen uit Bergen-Belsen te evacueren. Met haar vader en 2.500 anderen werd Myrna op een trein naar Maagdenburg gezet. De meeste gevangenen moesten in veewagons, Myrna en haar vader hadden geluk en zaten in een personenwagon. De Duisters hadden het middelgedeelte van de trein vol explosieven geladen en waren van plan de trein op een brug over de Elbe op te blazen zodat de Russen er niet overheen konden. En om zo bewijsmateriaal van de Holocaust te vernietigen.

Zo ver kwam het niet. De Russen waren al dichtbij en de trein bleef zes dagen bij het plaatsje Farsleben. Daar werden de gevangenen op 13 april door Amerikaanse troepen bevrijd. “Ze dachten vee aan te treffen en waren stomverbaasd dat er mensen in zaten. Er lagen 133 lijken in de trein.”

De Amerikanen dwongen de bevolking uit de buurt de lijken langs het spoor te begraven en de overlevenden te verzorgen en onderdak te geven. “Ik kreeg van de soldaten heel veel snoep en eten, maar mijn maag was niets meer gewend en ik belandde in het ziekenhuis.”

“Lang heb ik niet precies geweten wat er was gebeurd, en omdat mijn vader aan nachtmerries leed durfde ik hem niets te vragen” Beeld Myrna Tugendhaft-Reens
“Lang heb ik niet precies geweten wat er was gebeurd, en omdat mijn vader aan nachtmerries leed durfde ik hem niets te vragen”Beeld Myrna Tugendhaft-Reens

Na een paar weken was ze genoeg aangesterkt en begon ze met haar vader aan de terugtocht naar Rotterdam, waar ze hun leven weer probeerden op te pakken. “We waren alles kwijt, ook ons huis. Later kregen we dat terug. We moesten helemaal opnieuw beginnen. Ik miste mijn moeder vreselijk. Lang heb ik niet precies geweten wat er was gebeurd, en omdat mijn vader aan nachtmerries leed durfde ik hem niets te vragen. Hij was de enige van negen broers en zussen die de oorlog had overleefd. Hij hertrouwde met een weduwe die me liefdevol opvoedde. Het duurde heel lang voordat ik haar ‘mama’ kon noemen.”

Onwetende kinderen

Myrna en Mattie vertellen nu al bijna twintig jaar hun verhalen voor publiek – Mattie zat als kind ondergedoken tijdens de oorlog. Daarvoor spraken ze nooit met anderen over hun oorlogservaringen. Dat veranderde toen ze een keer werden uitgenodigd op een school. De onwetendheid van de kinderen daar verbaasde hen. “Mattie zei na afloop: ‘We moeten het blijven vertellen. Anders gebeurt het weer.’”

Het onderzoek van Claims Conference maakt hen duidelijk dat ze daarmee moeten doorgaan, ook al zijn ze op gevorderde leeftijd. “Een tijdje geleden wilde ik er nog mee ophouden omdat het elke keer emotioneel en fysiek zwaar was”, zegt Myrna. “Maar inmiddels heb ik het verhaal zo vaak verteld dat het routine is geworden.”

Mattie: “We zijn de laatste ooggetuigen van de Holocaust, het moet! Het antisemitisme neemt toe. Als we naar de synagoge gaan, staan er overal politiebusjes ter beveiliging. Dat was vroeger ondenkbaar. Tijdens de bijeenkomsten zeg ik altijd tegen die kinderen: ‘Wij zijn vijf jaar gepest. Ze verplichtten ons om met een ster op te lopen en verboden ons deel uit te maken van het openbare leven. Ze vervolgden ons. Jullie moeten mensen niet pesten, omdat ze anders zijn. Zorg ervoor dat je vrienden blijft en heb respect voor elkaar. Want pesten blijft je je leven lang bij, dat vergeet je nooit.’ Soms zeggen ze dan tegen ons: ‘Maar het is tachtig jaar geleden?’ Echt, we vergeten het nooit.”

Laatste ooggetuigen

Myrna: “Hoe kan ik het vergeten? Mijn moeder is vermoord en de hele familie van mijn vader. Op het Nationale Holocaust Namenmonument in Amsterdam staan 160 mensen met de achternaam Reens, allemaal familieleden van me. De politiek moet zorgen dat er in het onderwijs meer aandacht voor deze donkere periode in onze vaderlandse geschiedenis komt. En tegen de docenten zou ik willen zeggen: neem je scholieren mee daar dat Namenmonument. Daar worden de 102.000 vermoorde Joden herdacht. Onder hun namen staat vermeld hoe oud ze waren toen ze stierven, enkel omdat ze van een ander geloof waren: acht maanden; vier jaar; dertien jaar. De wereld mag niet vergeten wat de Joden is aangedaan. Daarom zal ik dit verhaal blijven vertellen, zolang mijn gezondheid het toelaat.”

Op alle verhalen van Libelle rust uiteraard copyright. Linken kan altijd, eventueel met de intro van het stuk erboven. Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@libelle.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden