null Beeld

PREMIUMcolumn

Wieke: “Ik kan constateren dat hoogbegaafde kinderen net zo hard gillen als andere kinderen”

Redactie

Ze is getrouwd met Rob, heeft drie volwassen kinderen en zeven kleinkinderen. Wieke woonde in bijna alle Nederlandse provincies én in Zambia, maar heeft nu haar hart verpand aan Noordwijk. Ze houdt van LLL: leven, lachen en laat-toch-waaien. En eigenlijk is er nog een vierde L, namelijk die van Libelle-lezeressen.

Wij wonen naast een school. De makelaar had ons verteld dat het een ‘ons kent ons’ school is, met rijke ouders die de hoge ouderbijdrage kunnen betalen. Veel hoogbegaafde kinderen ook. Zal wel, dachten wij. Een kind is een kind.

Cito-toets

In onze familie-app ging het onlangs over Cito-toetsen. Een van onze kleinzonen zit nu op een school voor speciaal onderwijs. Geen meetlatten waaraan hij moet voldoen. Geen Cito-toetsen, geen ‘vier baantjes moeten kunnen zwemmen’. “Ze zeggen dat ik heel goed kan zwemmen”, meldt hij trots. Dat is voor hem een zinvollere benadering dan ‘je móet vier baantjes halen voor een diploma’. En zienderogen groeit zijn zelfvertrouwen, in alles.

Zonen emmerden in de app nog even door over die Cito-toets. Oudste vindt dat een cito toets kinderen onnodig onzeker maakt. Dat ze niet helpen om meer plezier in leren te krijgen. ‘Mwah’, vindt jongste. ‘Mij gaf het wel zelfvertrouwen!’ Maar hij was slim, had een hoge score en in zijn geval werkte dat goed. ‘Heb jij ooit in je werkende leven een belangrijk moment gehad, waarop de oplossing a, b, c of d was?’ vraagt oudste aan jongste en voegt er nog aan toe: ‘kinderen die goed toetsen kunnen maken, varen er wel bij, de overige tachtig procent heeft er niets aan’.

Die opmerking komt voor zijn rekening, maar ik denk dat er toch een kern van waarheid in zit. Van mijn eigen kinderen herinner ik me dat het leven in groep zeven en acht draaide om de Entree-toets en de Cito-toets. En vanaf april werd er in groep acht niet veel meer uitgevoerd. Niet stimulerend. Misschien is dat nu anders. Als ik aan oudste vroeg hoe het op school was, zei hij meestal: ‘School is niet leuk’.

Elke dag blij

Wij hebben sinds een paar dagen een fantastische klusser in huis, die alles aanpakt wat de aannemer zou doen, maar steeds vergeet. Zijn zoon zat op de school naast ons. Hoogbegaafd, maar het onderwijzend personeel vond hem dom. Zijn ouders kregen er schoon genoeg van en vonden een plek voor hem op een Montessorischool. Het kind bloeide op. Mocht dingen uitdiepen die zijn interesse hadden. “Pap, mam,” zei hij tevreden, “ik wou dat ik jaren eerder naar deze school had gemogen. Nu ben ik elke dag blij!” Dat alleen al: ‘Nu ben ik elke dag blij…’.

Verloren

Vanochtend om acht uur: ik zit met de krant aan tafel en voor onze tuin parkeert een bellende vader zijn jeep. Het kind naast hem stapt uit. Vader zwaait niet eens, die belt. Kind loopt wat verloren naar het nog uitgestorven schoolplein. Kennelijk is er nog niemand. Hij loopt nog even terug, maar zijn vader rijdt al weg. Dat je zomaar je kind in het schemerdonker achterlaat op een verlaten plein. Twintig minuten later komen de andere kinderen en dan kan ik constateren dat hoogbegaafde kinderen net zo hard gillen als andere kinderen. Hoogbegaafd gillen bestaat gelukkig niet.

Het is lastig om in deze tijd van personeelstekort in het onderwijs elk kind voldoende aandacht te geven. Maar wat bij mij vandaag bovendrijft: twee dingen. Mijn kleinzoon die zegt: ‘Ze zeggen dat ik heel goed kan zwemmen’. En de zoon van onze klusser met die prachtige uitspraak: ‘Nu ben ik elke dag blij!’ Dat laatste gun ik alle kinderen en óók alle docenten.

Op alle verhalen van Libelle rust uiteraard copyright. Linken kan altijd, eventueel met de intro van het stuk erboven. Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@libelle.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden