Wieke Biesheuvel Beeld Fotografie: Bart Brussee (Zomerweek2018)
Wieke BiesheuvelBeeld Fotografie: Bart Brussee (Zomerweek2018)

PREMIUM

Wieke: “Omdat we in Noordwijk gaan wonen, zouden we nu bij de patsers horen?”

Wieke Biesheuvel

Ze is getrouwd met Rob, heeft drie volwassen kinderen en zeven kleinkinderen. Wieke woonde in bijna alle Nederlandse provincies én in Zambia, maar heeft nu haar hart verpand aan Noordwijk. Ze houdt van LLL: leven, lachen en laat-toch-waaien. En eigenlijk is er nog een vierde L, namelijk die van Libelle-lezeressen. Dit keer schrijft Wieke over haar nieuwe woonplaats en wat deze plek over haar zou zeggen.

Ons Limburgse huis is verkocht en nu moeten we een ander huis zoeken. Lastig, want het is puur genade dat je mág komen kijken, met tientallen anderen. We hebben al veel panden gezien. Huizen die naar verwaarloosde oude mannetjes roken, of met ‘authentieke details’, wat meestal betekent: plat slaan en opnieuw beginnen. Dan belt mijn jongste zoon, die in Noordwijk woont: “Er staat hier een leuk huis te koop dat nog niet op Funda staat.” Hoe hij dat weet, vertelt het verhaal niet – hij weet al zijn hele pratende leven dingen eerder dan andere mensen - maar wij duiken er bovenop en treffen een aankoopmakelaar met wie het klikt. Het huis is perfect voor ons. Snel beslissen, anders gaat het onze neus voorbij. Twee redenen om het onmiddellijk te doen: zoon en vrouw met hun twee kindjes wonen om de hoek en de zee ligt vijf minuten lopen verderop. Na een paar spannende dagen is het huis voor ons.

Patsers

Vlak daarna lees ik in de krant dit gekke bericht: Noordwijk is het dorp van de patsers, Katwijk van de gezinnen, Bloemendaal van de hipsters (een hipster is toch een onderbroek?) en Scheveningen is er voor iedereen. Vast geschreven door iemand die dol is op etiketten plakken. Dus nu zouden wij bij de patsers horen? Je wordt niet blij als je de definitie van patsers leest. Om te vieren dat we het huis hebben veroverd, lopen we naar een strandpaviljoen, waar we kibbeling bestellen. Zou dat patserig zijn?

Oesters

Een leuk meisje neemt de bestelling op van een man naast ons. Hij draagt een witte, linnen broek, lila overhemd half open, zodat de gouden ketting op zijn borst goed zichtbaar is. Hij wil oesters. “Meent u dat nou?”, vraagt ze verbaasd, “we hebben ze niet, maar die dingen kun je toch niet eten? Voor straf misschien? Je schijnt ze zó door te moeten slikken, zonder kauwen. Wat heb je er dan aan, als je niet kauwt?” “Niks!", zeggen Rob en ik tegelijkertijd, hoewel het ons niets aangaat. “U weet niet wat lekker is!", zegt de man gepikeerd tegen ons. “Kibbeling”, opper ik en vraag: “Woont u hier?” Want misschien is hij een patser. Nee, het idee, hij komt uit sprankelend Maastricht. Hier wil je toch niet dood gevonden worden? Huh? “Hollanders hebben er geen benul van hoe ze een badplaats een béétje niveau moeten geven", zeurt hij. Het meisje rolt met haar ogen. “Misschien is Bloemendaal meer uw ding?”, stelt ze voor en in gedachten zie ik hem in alleen een hipster. Hij staat op en vertrekt. Op zoek naar oesters.

Thuiskomen

Ik geloof er geen bal van, van die patsers. Die wonen overal. Kom niet aan Noordwijk! Wij krijgen onze kibbeling. Blote voeten in het zand en het geluid van de golven. Vakantie vieren in mijn toekomstige woonplaats voelt als thuiskomen. Terug naar de kust…

Op alle verhalen van Libelle rust uiteraard copyright. Linken kan altijd, eventueel met de intro van het stuk erboven. Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@libelle.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden