PREMIUMPsychologie

De kunst van het keuvelen

null Beeld Roberta Zeta
Beeld Roberta Zeta

Een kletspraatje in de koffiecorner, babbelen met de buurvrouw. Het lijkt onbeduidend, maar onderzoek wijst uit dat dit soort gesprekken ons energie geven. En het goede nieuws is: iedereen kan het leren.

Nienke PleysierRoberta Zeta

Ben jij ook zo iemand die weleens doet alsof je druk aan het bellen bent om een gesprekje met de buurvrouw te vermijden? Die pas last minute bij het schoolplein aankomt, om het babbeltje met wachtende mede-ouders te skippen? Of die het liefst zou bedanken voor het grootse verjaardagsfeest van die oude schoolvriendin, omdat je al misselijk wordt van het idee een ruimte vol kletsende onbekenden binnen te stappen? Niet iedereen is even dol op smalltalk. Voor de introvertere medemens is het spontane kletspraatje met een, relatief, onbekende behoorlijk ongemakkelijk. Degenen met een overvolle agenda vinden het vaak tijdsverspilling. En voor zo ongeveer iedereen kan dat ‘spontane babbeltje’ hard werken zijn. Maar wat blijkt: ondanks al ons ongemak, geen zin en gebrek aan tijd, is keuvelen hartstikke goed voor ons. Zo deed de Amerikaanse psycholoog Nicholas Epley een reeks experimenten met reizigers in het openbaar vervoer. Hij vroeg wat ze liever wilden: een ritje in de stiltecoupé waar niemand je stoort of in een coupé waar je een praatje maakt? Vrijwel iedereen zei: de stiltecoupé natuurlijk! Maar de mensen die hadden zitten praten tijdens hun rit, voelden zich na afloop veel fijner dan de mensen die hadden gereisd zonder contact met anderen. We houden onszelf vaak voor dat we geen smalltalk willen en tóch worden we er blijer van. Dus laten we er gewoon beter in worden. Dat is helemaal niet moeilijk.

null Beeld

Effectief babbeltje

Iemand die daar alles van afweet, is Iris Posthouwer, die als spreker en trainer mensen leert soepeler te communiceren en co-auteur is van Smalltalk Survival. Ze vertelt dat je smalltalken gewoon kunt leren, maar dat we bijna vergeten hoe het ook alweer moet omdat we het steeds minder doen. “Op straat lopen we met AirPods in, de caissière is vervangen door de zelfscankassa en als we moeten wachten, zitten we op onze telefoon. Hierdoor verleren we het om zomaar een praatje te maken”, legt ze uit. Recent onderzoek van Motivaction bevestigt: veertig procent van de jongeren is bang om te bellen. Ook Posthouwer ziet overal om zich heen dat mensen een gesprekje liever uit de weg gaan. “Van de week las ik nog een bericht van een collega-spreker op LinkedIn, waarin ze schreef dat ze liever op een podium voor een zaal van zeshonderd man sprak dan dat ze een babbeltje moest maken met mensen op de borrel na afloop. Of haar volgers dat herkenden? Nou en of, de bevestigende reacties stroomden binnen.”
De meeste mensen waren al niet gek op smalltalk en nu raken we het nog ontwend ook. “Ontzettend jammer,” vindt Posthouwer, “want keuvelen is heel belangrijk. Het is het praatje voordat het sollicitatiegesprek begint, op het schoolplein, bij de kassa. De informele gesprekken met vreemden én bekenden, die geen vastomlijnd doel hebben. Die niet direct ter zake doen, maar indirect wel. Het doel is namelijk verbinding maken: een kletsje is sociale smeerolie.” Ook hoor je nog eens wat nieuws, word je op een idee gebracht en kan het aloude ‘het een leidt weer tot het ander’-principe zijn werk doen.

null Beeld

Geluksgevoel

Uit verschillende wetenschappelijke onderzoeken blijkt dat smalltalken van groot belang is. Zo stond in Harvard Business Review een wetenschappelijk artikel over de meest optimale inrichting van kantoorruimtes om de ontwikkeling van werknemers te stimuleren. Wat bleek: een strategisch geplaatste, grote koffiecorner deed wonderen, want meer interactie tussen werknemers en dus meer smalltalk. Die spontane gesprekken op het werk bevorderden de creativiteit en verbeterden prestaties en samenwerking. Daarnaast bleek dat meer smalltalk de werknemers energieker maakte en het gevoel gaf ‘gezien’ te worden. Uit een ander onderzoek, van de Amerikaanse psycholoog Elizabeth Dunn, blijkt dat ook kletspraatjes buiten het werk lonen. Ze ontdekte dat een korte sociale interactie tussen de medewerker en de klanten van een koffiezaakje zorgde voor toegenomen geluksgevoelens en een gevoel van saamhorigheid. Het enige wat hiervoor nodig was: oogcontact maken, een glimlach en een kort gesprekje tijdens het bestellen van de koffie. Kortom: smalltalk draagt bij aan een groter algeheel welzijn. Een gevalletje kleine moeite, groots resultaat. Alleen wordt die moeite dus vaak niet als klein ervaren. Dat komt volgens Posthouwer vooral door het ‘sociale risico’ dat we denken te lopen. We zijn onbewust bang dat de ander niet op ons zit te wachten en al helemaal niet wil praten. Professor Nicholas Epley, die van het treinexperiment, ontdekte ook dat mensen over het algemeen verwachten best leuke gesprekjes te kunnen voeren met een onbekende. Maar als je ze vervolgens vraagt om zo’n gesprek te beginnen, zijn ze huiverig.

Dan schatten ze de moeilijkheid van het ijs breken hoog in en gokken ze dat minder dan de helft van hun potentiële gesprekspartners terug wil praten. Terwijl uit een experiment van Epley blijkt dat het risico daarop bijna nul is. Epley schrijft: ‘Het begin van een gesprek met een vreemde is als een verkeersdrempel boven op een heuvel: het gaat alleen om het eerste zetje, daarna gaat het vanzelf.’

null Beeld
  1. Stel slimme startvragen
    Goede vragen lokken boeiende antwoorden uit. Je mag best vragen hoe het gaat (daar kom je niet altijd onderuit als je het niet te kunstmatig wilt laten klinken), maar laat er gelijk een vraag op volgen als: “Wat houdt je bezig?”, “Hoe is je dag tot nu toe?”, “Ga je wat leuks doen vandaag?”, “Ben je met iets leuks bezig?”
  2. Kom met een weetje
    Bedenk met wie je die dag misschien gespreksstof nodig hebt: je collega van personeelszaken? De mevrouw van de helpdesk? De werkster? Wat zouden zij van een interessant weetje vinden?
  3. Deel iets over jezelf
    Uit verschillende onderzoeken blijkt dat zelfonthulling de verstandhouding bevordert. Personen die wat van zichzelf laten zien, worden aardiger gevonden dan mensen die zich op de vlakte houden. Tegelijkertijd vinden we de mensen aan wie we wat over onszelf onthullen na afloop aardiger.
  4. Geef complimenten
    Iedereen vindt complimenten fijn, ook de mensen die zeggen dat ze er niet om geven. Complimenten geven is ook nog eens goed voor jou als gever: door te letten op positieve dingen, worden jouw hersenen getraind om op positieve aspecten te letten. Dus complimenteer. Je hoeft niks te verzinnen, gewoon dat aardige wat je toch al dacht.
  5. Durf er een einde aan te breien
    Volgens Posthouwer zit er minstens zoveel ongemak in het beginnen van een gesprekje als in het beëindigen ervan: “Iedereen kent wel die eindes van ‘goed, nou….ehm’. Dat wakkert onze aversie tegen smalltalk alleen maar aan.” Haar tip: doe er niet te moeilijk over. “Maak het niet te beladen met allerlei excuses. Zeg gewoon dat het leuk was en dat je weer verdergaat met je werk. Dat maakt het smalltalk-leven een stuk makkelijker.” Of gebruik deze oude truc: loop op een borrel of feestje altijd met twee drankjes rond, zodat je, als je er genoeg van hebt, kunt zeggen: “Sorry, ik moet dit drankje nog aan iemand geven.”

Goed vertrekpunt

Dat zetje begint volgens Posthouwer met je eigen houding. “Zorg voor een goede mentale instelling door de verantwoordelijkheid op je te nemen en het gewoon te doen.” Een positieve instelling is wel vereist. Gedachten als: ik haat smalltalk, ik ben er zo slecht in of daar zit niemand op te wachten, zijn niet bepaald behulpzaam.
Ook van belang is de lichaamshouding: oogcontact maken, glimlachen en een open lichaamshouding aannemen. Daarna kan het gesprek echt beginnen. Ja, precies, maar dat is nu juist vaak het probleem toch? Wat zeg je, hoe houd je het gesprek gaande en hoe kom je er weer netjes vanaf? Posthouwer: “Het helpt om te bedenken dat jij niet de enige bent die zich ongemakkelijk voelt. Dat is een geweldig vertrekpunt, want als jij die held bent die het wél aandurft om een gesprek te beginnen, dan heb je meteen een streepje voor. Oogcontact en een korte groet doen al zo veel: het verschil tussen wel en niet gezien worden.” Volgens haar is er niks mis met wat voorbereiding. “Bedenk in de auto vast even waar je het over zou kunnen hebben. Dat helpt bij het in de stemming komen en de uiteindelijke gesprekken boeiend te maken.” Een andere veilige manier om een gesprek te beginnen is door iets te benoemen in de omgeving van jou en je smalltalkdoelwit: de lange rij voor de kassa, de airco die op standje noordpool blaast, de opvallende inrichting van de wachtruimte. Of door een uitspraak te doen over de ander. Vaak gaat deze gepaard met een gokje, namelijk over wat de ander bezighoudt. “Jij ziet er tevreden uit!” Je mag best een beetje invullen: “Zware dag?” of “Zo te zien ga je een drukke avond tegemoet.”

null Beeld

Vloeiend gesprek

Er zijn oneindig veel lijstjes met originele openingszinnen, slimme manieren om een gesprek gaande te houden en handige hacks om het praatje netjes af te breken. Bijvoorbeeld op wikihow.com/Be-Good-at-Small-Talk – weliswaar in het Engels, maar zeker bruikbaar. Het allerbelangrijkste is dat je het gewoon gaat doen. Of zoals Posthouwer schrijft in Smalltalk Survival: ‘Als je een taal beter wil leren beheersen, moet je die vooral veel spreken. Bestel dat ijsje gewoon in het Italiaans, probeer de weg te vragen naar het Colosseum. Oefen waar je kunt, zodat die eerste houterige zinnetjes een steeds vloeiender gesprek kunnen worden. Zo is het ook met smalltalk. Soms voelt het misschien een beetje onbeholpen als je het smalltalkrepertoire leert uitbreiden, zeker als je het ongemakkelijk vindt. Maar hoe meer je uitprobeert, hoe leniger je wordt.’ En je hoeft er niet eens supergoed in te zijn om er blijer van te worden en er – als extra bonus – anderen blij mee te maken. Iemand die erg gelukkig wordt van smalltalk is de Amerikaanse comedian Colin Quinn, bekend van zijn optredens in Saturday Night Live. Het is zelfs het onderwerp van zijn nieuwe theatershow. Een ode aan het, volgens hem, uitstervende fenomeen, waarin hij uiteenzet hoe een ‘Mooie dag, nietwaar?’ en ‘Wat denk jij nou van…?’ de wereld een betere plek maken. In het vooraanstaande tijdschrift The New Yorker staat een lovende recensie over Quinns show, die de comedian afsluit met een prachtig beeld: ‘Het is als twee schepen die elkaar kruisen op zee en even naar elkaar seinen. Nee, ze kunnen elkaar niet helpen als er plots een storm opsteekt, maar het is alsof ze zeggen: “Hé, luister, we zijn allebei schepen en we kennen allebei de pijn en het plezier dat bij een schip zijn hoort. En ik erken gewoon dat jij er bent”, snap je?’

Op alle verhalen van Libelle rust uiteraard copyright. Linken kan altijd, eventueel met de intro van het stuk erboven. Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@libelle.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden