PREMIUM
Fiets naar je werk-dag: alle fietsende Oranjes verzamelen
Elke week duiken we in de royal archieven voor koninklijk kiekjes met een goed verhaal. Met vandaag, op Fiets naar je werk-dag: de geschiedenis van de Oranjes op de fiets.
Ze mogen er in het buitenland dan nog steeds van opkijken, natúúrlijk fietsen onze royals. Veel en graag zelfs, tijdens streekbezoeken en officiële momentjes vlakbij het paleis, maar ook privé.
In Den Haag hoef je echt niet op te kijken als je Willem-Alexander of Máxima voor het stoplicht ziet staan. En de prinsessen natuurlijk al helemaal niet. We zijn het ook helemaal gewend van onze royals, want al sinds koningin Wilhelmina hebben we een fietsmonarchie. Maar wist je dat dat niet zonder slag of stoot ging?
Een veto
Ze mocht het nog zo graag willen, koningin Wilhelmina mocht van haar ministers niet op de fiets. Ze kocht een rijwiel nadat ze in 1897 in Wenen een wielerwedstrijd bijwoonde, maar kreeg bij thuiskomst een veto opgelegd.
Uit De kampioen van dat jaar (ja, echt): “Koningin Wilhelmina bleef volhouden wat wielrijden een gezonde ontspanning is en noemde een aantal hooge vrouwen die ook al fietsen. Toen zei de minister-president: ‘Dit kan waar zijn, maar geen van die vrouwen heeft de verantwoordelijkheid voor het welvaren van zovelen. Wij moeten Majesteit vriendelijk verzoeken van haar voornemen (om te fietsen, red.) af te zien, ook al is het gevaar in wielrijden zeer gering.”
Iconische tandem
Ze hield zich er naar verluidt 35 jaar aan. Toen werd ze plots op de fiets in Katwijk gespot. Daarna was het hek van de dam. Prinses en later koningin Juliana sloeg aan het fietsen en stak haar verloofde prins Bernhard al in 1936 aan. Toen de fotograaf voor een fotosessie in de tuin van Paleis Noordeinde een tandem voor het stelletje huurde, wou Bernhard er na afloop zo mee wegfietsen. Een leuk cadeau, dacht hij.
De foto’s werden zo iconisch dat de fiets sindsdien niet meer weg te denken is uit de Oranje-fotosessies. Beatrix en Claus poseerden ook ooit op een tandem en sleepten zelfs hun drie zoons erbij op.
Willem-Alexander en Máxima werden compleet met bakfietsen en kinderzitjes gekiekt. En toen Amalia, Alexia en Ariane voor het eerst naar de middelbare school fietsten, stond papa klaar om een foto te maken.
Poseren met de koningin
Ook dat is namelijk heel normaal in het Nederlandse koningshuis: al sinds prinses Beatrix, de eerste Oranje die naar een normale, buitenpaleiselijke basisschool ging, fietsen prinsen en prinsessen door weer en wind (en natuurlijk gevolgd door beveiligers) zelf naar school.
Op de fiets
We zijn vermoedelijk het enige land ter wereld waar een standbeeld van onze voormalig koningin op de fiets staat: je kunt op de Posbank al fietsend poseren naast Beatrix. En met een fijne fietsroute van ongeveer 10 minuten langs het Haagse Bos wéét je gewoon dat Willem-Alexander vanaf Huis ten Bosch geregeld de fiets pakt naar zijn werkpaleis Noordeinde.
Nieuwkomers uit landen waar minder gefietst wordt (prins Bernhard, prins Claus én Máxima) moeten er snel aan geloven en ook leren fietsen, want dat is zo’n beetje de eerste vraag die de Nederlandse pers in zo’n geval stelt. Al leerde Máxima (die die vraag in 2001 inderdaad razendsnel kreeg) al fietsen in Argentinië.
‘Ik kom niet van een andere planeet’
In Buenos Aires was er dan wel niet veel gelegenheid om op de fiets te stappen (ze ging eerst met de bus naar school en zou later per motor naar haar werk zijn gegaan om het hoofd te bieden aan het parkeer- en fileleed van zo’n enorme stad), mountainbiken deed ze wél graag, bij het buitenhuis van de familie in Bariloche.
Toen ze in september 2001 als verlovingscadeau een Gazelle in ontvangst nam en gevraagd werd ‘of ze het al kon’ zei ze karakteristiek vurig: “Ja, wat denkt u, ik kom niet van een andere planeet! Natuurlijk kan ik fietsen.” Gelukkig maar, want een week later ging ze met haar prins naar Utrecht, een officieel bezoek compleet met fietstocht.
Het is dat ze deze donderdag in de buurt van Arnhem moet zijn, anders zou ze vást ook naar haar werk fietsen.