PREMIUM
Charlotte: “Eigenlijk begint onze liefde hier, maar dat weten we dan nog niet”
Het eerste contact is gelegd, de eerste herinneringen zijn opgehaald. Dan volgt het moment waarop de liefde tussen Charlotte en haar jeugdliefde weer opvlamt.
Als ik de vierhonderd pagina’s aan LinkedIn-chats, WhatsApp-berichten, kaartjes en prints van songteksten teruglees die wij elkaar de eerste vier maanden stuurden, dan zie ik hoe voorzichtig we begonnen. Voordat we elkaar überhaupt voor het eerst zagen. Zonder bijbedoelingen en zonder bijdehand te zijn. We zijn benieuwd naar elkaar, vragen honderduit naar elkaars gezin, naar vrienden van vroeger, naar elkaars werk en naar het dorp waar hij nog steeds woont en ik niet meer. Allebei vertellen we voluit en anders dan aan iemand die nieuw is in je leven. We kennen elkaar, we weten wie we waren, waar we vandaan komen, en dat voel je in elke zin. We zijn open, onbevangen, doen ons maar een beetje beter voor dan we zijn, maken grapjes en durven op een gegeven moment ook naar het laagje onder de vrolijkheid.
De eerste keer dat een gesprek blijft hangen, is als we het hebben over familieverdriet. Die ommekeer begint met een gesprek over zijn moeder aan wie ik leuke herinneringen heb. Een buitenshuis werkende moeder, wat mijn moeder niet was, die heel grappig en vrij met hem omging. Ik zie haar voor me.
[LinkedIn]
Hij: Mijn moeder was er altijd voor anderen. Voor mij en mijn zus, voor mijn vader. En als advocaat kwam ze op voor mensen die niet goed voor zichzelf konden opkomen. Mensen die zorg nodig hadden, maar door die zorg juist in de steek waren gelaten. Ze dacht alleen te weinig aan zichzelf. Het is niet goed met haar afgelopen. We hebben 23 jaar geleden afscheid van haar genomen. Het klinkt naar om dit nu zo plompverloren tegen jou te zeggen, Charlotte, maar ze heeft zich doodgezopen. Ze was lang diep ongelukkig en ging steeds meer drinken. Ze kwam daar niet meer uit. En wij konden haar niet helpen.
Hij en ik zagen elkaar in 1980 voor het laatst, daarna ging hij van school. We hebben allebei inmiddels een heel leven achter de rug en daar zitten natuurlijk heel verdrietige ervaringen bij. Zijn verhaal roept veel op. Over hem en zijn moeder, maar ook over mijn eigen familie, waar duizend rotdingen zijn gebeurd die bijna allemaal onder het vloerkleed zijn geschoven. Na een flinke familieruzie met kerst een paar jaar terug, wijdde mijn dochter er haar profielwerkstuk aan met de niet mis te verstane titel ‘Waarom vieren we in godsnaam nog kerst met elkaar?’ Een heel verfrissend stuk waarin ze tweeduizend jaar aan filosofen aan het woord laat over hoe ontwrichtend familie kan zijn en hoe je daarmee het beste kunt omgaan. Dus je begrijpt: ook mijn familie is geen lekker gespreksonderwerp.
En toen zei hij voor het eerst iets over ons, vroeger. Tot dan toe deden we geen enkele toespeling op de verliefdheid die er ooit was. We waren geen van beiden uit op een flirt, zo zeggen we later, als we verliefd zijn. In het begin is mijn zo bevochten status van alleen-zijn en zijn huwelijk van dertig jaar het veilige uitgangspunt voor dit contact met elkaar. Als hij voor het eerst over ‘ons vroeger’ begint, is het bijna zes weken nadat we met elkaar begonnen te schrijven.
[LinkedIn]
Hij: Waren wij echt maar een maand? Bijzonder, want ik heb mooie herinneringen. Ik denk daar nog wel eens aan als ik langs je oude huis fiets.
Ik lees dat zinnetje keer op keer omdat ik niet goed weet hoe ik het moet begrijpen. Achteraf denk ik: eigenlijk begint onze liefde hier. Maar dat weten we dan nog niet.
Charlotte Hoogendoorn (59) is hoofdredacteur van Koffietijd, twaalf jaar geleden gescheiden en woont met haar dochter (18) in de Amsterdamse Watergraafsmeer, als ze tot over haar oren verliefd wordt op haar eerste liefde van 43 jaar geleden. Hierover schrijft ze in haar wekelijkse serie op Libelle.nl.