PREMIUM
Charlotte: “Hij vertelt zijn vrouw dat hij verliefd is op mij en ineens ben ik ‘die andere vrouw’”
Charlotte realiseert zich dat de vriendschap is veranderd in liefde, en nadat hij zijn vrouw vertelt dat hij verliefd is geworden, is het ineens écht.
We weten sinds een paar dagen dat we meer voor elkaar voelen dan vriendschap. En we gaan steeds gekker doen. Ik kan gewoon zomaar een uur voor me uitstaren, in gedachten aan hem. Ik kus dat hele kleine profielfotootje op LinkedIn. En hij is nog gekker, want hij is een man en doet dat ook.
Nu we weten dat het meer is dan we dachten, vinden we het moeilijker om elkaar online op te zoeken omdat elk bericht stiekem voelt. We kennen allebei de wanhoop van verlaten worden. Ik door mijn vader die ons verliet voor een andere vrouw en andere kinderen. En later, toen ik studeerde, door mijn grote liefde met wie ik samenwoonde. Een heel leuke, lieve en begeerlijke rechtenstudent op wie ik verliefd werd in 1981 tijdens lange avonden praten, dansen en drinken in het danspaleis van de Boulevard of Broken Dreams, bij wie ik binnen een paar weken introk in een studio van 35m2 die hij waanzinnig had verbouwd, met wie ik jaren gelukkig was tot hij me verliet voor een meisje dat mij heel burgerlijk vond ‘met mijn boerenbontservies’. Gelukkig kwam hij terug. Een paar jaar later verliet ik hém voor een ander. Toen leek het ‘op’ tussen ons. Nu denk ik: wat heb ik die liefde achteloos vermorst.
Toen mijn vadertje een paar maanden geleden overleed en ik ging snuffelen in mijn oude plakboeken, vond ik niet alleen brieven van mijn eerste liefde - met wie ik nu weer schrijf - maar ook van mijn vader toen hij net bij ons weg was, en van deze rechtenstudent nadat ik was vertrokken. En die brieven zijn zo hartverscheurend lief, dat ik nu denk: hoe heb ik dit niet gezien, hoe heb ik niet tussen de regels gelezen, niet gezien dat er nog zoveel liefde was om voor te vechten en om te koesteren in plaats van weg te gooien omdat de volgende leukerd zich aandient. Ik was 20 en ik deed zo, daar is niets meer aan te doen.
Mijn jeugdliefde kent de pijn van verlaten worden ook omdat zijn vrouw, met wie hij dertig jaar getrouwd is, hem ooit een paar maanden verliet voor een andere man maar na drie maanden weer terugkwam. En nu verdrieten wij anderen. Wat een zootje!
We zien elkaar niet, maar dromen wel van ooit samen.
[LinkedIn]
Hij: Ik heb een droom. Ik neem je mee naar Berlijn waar we ooit verliefd werden. Naar Checkpoint Charlie, met een boot over de Spree, naar Brandenburger Tor, Slot Charlottenburg en het Humbold wat jij zo graag wil zien. En of dat ooit kan, lieve Charlotte, dat weet ik niet. Het is een droom en dromen over jou en mij is heel erg fijn.
Het is een lief voorstel. En weet je wat ik doe, ik maak het concreet. Waarom? Omdat ik hem zo leuk vind dat ik niet meer zonder zijn dagelijkse berichten kan en mijn verbeelding het nodig heeft dat we ooit samen zullen zijn. Ook al is dat misschien wel nooit. Ik prik een dag ver weg in de tijd. Ik zoek op hoe laat de trein naar Berlijn vertrekt uit Amsterdam en hoe laat-ie stopt in Amersfoort, waar ik hem dan voor het eerst in 43 jaar ga ontmoeten.
[LinkedIn]
Ik: Laten we op 28 september de trein nemen vanaf Amsterdam CS van 11.10 uur die om 11.45 uur stopt in Amersfoort en daar zie ik je dan voor het eerst.
Hij: Ik heb er plezier in dat jij mijn droom zo concreet maakt. Ik vind het extreem lief.
Het is een heerlijk vooruitzicht, ook al denken we dat het er nooit van zal komen. Dat is oké. Hij en ik kunnen goed leven in onze verbeelding.
Vlak na dit bericht kantelt alles. Een week nadat we allebei voor het eerst tegen elkaar hebben gezegd dat wat we voelen meer is dan vriendschap, kan hij het niet meer voor zich houden en vertelt zijn vrouw over mij. Op een maandagochtend, tien weken nadat we met elkaar zijn gaan schrijven, als zij vraagt: ‘wat is er toch met je’, zegt hij dat hij verliefd is geworden op mij.
En ineens zijn we echt. Zij vertelt het die middag in de groepsapp aan hun vier kinderen – ‘Papa heeft een ander’. En ik ben nu dus ineens ‘die andere vrouw’. En heb ik, geloof het of niet, niet zien aankomen.
Ik had vroeger op de PABO een docent Nederlands die ook dichter was, Ed Leeflang. Een heel wijze, bijzondere, lieve man die van grote betekenis is geweest in mijn jong twintiger jaren. En op een dag, ik weet nog precies waar, in de rij bij de kantine op de Bouman Academie, waar ik net een broodje ham op mijn bord had gelegd, stond hij achter me en zei: “Jij leeft vooral in je boeken, Charlotte. Het wordt tijd om de echte wereld in te gaan. En dat kan je ook.” Hij wreef even over mijn rug en liep me voorbij. En in mij stond alles stil. Ik was beschaamd dat hij zag dat ik zo was. Een meisje dat leefde in boeken. En tegelijkertijd begreep ik hoe liefdevol het was dat hij dit tegen me zei.
Ik moet er nu aan denken, omdat ik het dus weer doe. Ik leefde vanaf ons eerste contact in dit liefdesverhaal en ik wilde gewoon niet zien dat alles echt was, dat ik schrijf met een echte man die echt verliefd op me is geworden. En dat die man echt getrouwd is en samen met zijn vrouw echte kinderen en kleinkinderen heeft en dat die man zijn vrouw nu heeft verteld over mij. En dat alles nu ineens echt is geworden.
Ik loop vloekend door mijn huis. Wat nu?
Charlotte Hoogendoorn (59) is hoofdredacteur van Koffietijd, twaalf jaar geleden gescheiden en woont met haar dochter (18) in de Amsterdamse Watergraafsmeer, als ze tot over haar oren verliefd wordt op haar eerste liefde van 43 jaar geleden. Hierover schrijft ze in haar wekelijkse serie op Libelle.nl.