PREMIUM
Charlotte: “Ik zie dat deze getrouwde man me te leuk gaat vinden”
Wat een hernieuwde vriendschap zou moeten zijn, verandert langzamerhand toch in iets intiemers...
Waar we ‘als oude vrienden’ begonnen, zoeken we elkaar online inmiddels zo vaak op dat je je kunt afvragen of ons contact nog helemaal onschuldig is. Onze berichtenbox op LinkedIn is een oase geworden, een ‘lieflijke plek’ die het alledaagse doodgewoon blijer maakt.
Sinds zijn ‘wat als ik het 43 jaar geleden niet had uitgemaakt’, tasten we voorzichtig af. Hij is directer dan ik. Ik ben enorm voorzichtig en doe mijn best elke toespeling van hem op ons vroeger in te dammen en zijn ‘wat als’ terug te brengen naar het-stelde-eigenlijk-niets-voor.
[LinkedIn]
Hij: Nu denk ik wel eens: als ik toen wist wat ik nu weet had ik het nooit uitgemaakt.
Ik: Maak ’t niet mooier hè, het was nooit aan gebleven.
Hij: Het is gewoon fijn om met jou te praten. Ik ben blij dat je me hebt opgezocht. Ik kijk uit naar je berichten.
Ik: Laten we alsjeblieft niets op het spel zetten. Hoe fijn ons contact ook is, dat is het niet waard. Laten we alsjeblieft niets meer dan gemeenzaam zijn. Dat is een mooi begrip uit Zwerversliefde – weet je nog hoe onze leraar Nederlands van dit gedicht hield – dat ‘ongedwongen vertrouwelijk met elkaar omgaan’ betekent. Dat wens ik voor ons. Niets meer!
Wat we doen is natuurlijk meer dan alleen vertrouwelijk praten. Ook al wil ik dat nog niet zien. Ik weet zelf nog niet zo goed wat ik met al deze vergeten, verwarrende gevoelens aan moet. Ik denk de hele dag aan hem. Misschien wel elk uur. Ik neem mijn werkvrienden, die mij elke dag zien, op een avond bij een etentje op mijn dakterras een beetje ongemakkelijk in vertrouwen. Zij zeggen: “Je lijkt ineens een meisje. Je zit als een meisje als je over hem praat, met hoog opgetrokken knieën en een meisjeslach.” Dat klopt!
Inmiddels begrijp ik dat zijn huwelijk niet zo gelukkig is als hij me heeft voorgehouden. Hij voelt zich eenzaam en schrijft steeds vaker over ergernissen tussen haar en hem. En we weten allemaal – ik ook, hè, met twintig jaar huwelijk en drie moeilijke laatste jaren achter de rug – dat ergernissen in een huwelijk de dood in de pot zijn. En ik heb makkelijk praten. Ik heb vrij spel, want ik ben al twaalf jaar alleen en doe niemand kwaad met deze beginnende digitale romance. Hij is getrouwd!
[LinkedIn]
Ik: Ik raak bang voor wat jij droomt over jou en mij. Het is groter dan ik wil.
Hij: Ik weet het, lieve Charlotte. Maak je geen zorgen. We houden het bij onze brievenroman.
Daar houdt hij het natuurlijk niet bij. Hij zet zijn tanden in mij en zegt dingen als: “Je bent de hele dag in mijn hoofd, je zingt in mijn hart.” Ik zie heus dat hij me te leuk gaat vinden en dat was niet de bedoeling van deze schrijverij. Na acht weken schrijven we elkaar nu dagelijks, kijken we uit naar elkaars berichten en raken we gewend aan elke ochtend en elke avond.
Met verliefdheid - wat ik op dat moment van mezelf nog niet doorheb, maar nu heus zie - staat een bijna onbekende in je op die zo enorm dominant is. Ze laat eigenlijk geen enkele ruimte voor je andere ‘ikken’. En dan is al die lievigheid ook nog eens enorm verslavend. Elk berichtje is een geluksmomentje en daar kan ik geen genoeg van krijgen.
Ik duw mijn verliefde zelf dus niet naar achteren met een ‘hé hallo, ik heb nu even wat anders aan mijn hoofd, ik ben ook nog moeder, dochter, hoofdredacteur van Koffietijd of whatever. Nee, ik voed haar doodleuk door elke keer toch weer even stiekem te kijken of er een berichtje van hem is. Ik maak dat gretige monster alsmaar groter. Gruwelijk! Ik voel me de laatste weken overgenomen en meer zestien dan bijna zestig. Dat wil ik helemaal niet. Ik stuur hem een berichtje dat ik een paar dagen afstand wil en verwijder de LinkedIn-app om niet in de verleiding te komen en toch te kijken of hij wat heeft gestuurd.
Gedurende de eerste dag zonder contact wordt mijn hart alsmaar zwaarder. Ik mis hem. Ik mis dat hij er aan het einde van de dag niet zal zijn om de dag met hem te delen. Ik mis alvast zijn lieve zinnen, zijn verhalen, zijn geplaag, zijn vragen en ik mis alvast dat ik straks niet met een glimlach ga slapen nadat hij me welterusten heeft geschreven.
Potdorie, hoe is het zover gekomen?
Na 36 uur, als ik voor de tweede keer ‘zonder hem’ ga slapen, begin ik te begrijpen dat dit tussen ons niet zomaar een beetje gezellig geklets is zoals ik het graag afzwak. “Want nee, jullie kennen me, ik hoef geen man meer in mijn leven. Ik ben op mijn best alleen”, etcetera et cetera.
Dit tussen hem en mij, dat nu bijna twee maanden aan de gang is, is doodgewoon verliefd pubergedrag voor deze man die ik al zo lang ken. Deze man die al dertig jaar getrouwd is. Verdomme, dat was helemaal niet de bedoeling. Zowel hij als ik kunnen elkaar echter niet meer loslaten.
Charlotte Hoogendoorn (59) is hoofdredacteur van Koffietijd, twaalf jaar geleden gescheiden en woont met haar dochter (18) in de Amsterdamse Watergraafsmeer, als ze tot over haar oren verliefd wordt op haar eerste liefde van 43 jaar geleden. Hierover schrijft ze in haar wekelijkse serie op Libelle.nl.