PREMIUM
Dagboek Koen: “Ik kijk van Maarten naar de man en dan weer terug naar Maarten, die mijn blik mijdt”
Koen had een wilde après-ski met Maarten. Maar als hij wakker wordt, ziet-ie dat het bed van Maarten leeg is...
‘Maarten, laat ff weten waar je bent’, app ik. Mijn handen trillen. Of het van de alcohol is die ongetwijfeld nog in mijn bloed zit of van de zenuwen omdat Maarten niet in de kamer blijkt te zijn, weet ik niet. Zijn bed is onbeslapen, dus hij is hier vannacht niet geweest. Ik pijnig mijn hersenen door terug te gaan naar gisterenavond. Het begon met de après-ski bij de Mooserwirt, waar het wel carnaval leek. Op een bepaald moment zijn we het laatste stuk naar beneden geskied, of eigenlijk is ‘gevallen’ een betere omschrijving. In elk geval was het toen al donker en waren we totaal lam. Maarten was daar toen nog bij.
Zingend over straat
We hadden wat mensen ontmoet, mannen en vrouwen, en met hen zijn we toen - nog steeds met onze skischoenen aan - naar een nachtclub gegaan. Is Maarten daarna met een van die vrouwen mee naar huis gegaan? Dat moet haast wel. Maar ik kan me dat helemaal niet meer voor de geest halen. Maarten is allang gescheiden, en had een tijdje een vriendin maar dat is ook uit. Dus op zich is het zijn goed recht om een vrouw te versieren. Van wat er na die nachtclub gebeurd is, kan ik me slechts flarden herinneren. We hadden een groep Brabanders leren kennen die ook bij ons in het hotel zitten, en met hen liepen we zingend over straat. Volgens mij zijn we toen naar huis gegaan… Of, wacht, ik weet nog dat Maarten een steeg indook omdat hij zijn blaas moest legen… Ja, dat is het laatste moment dat ik hem gezien heb. Als hij daar maar niet is gevallen en doodgevroren!
Ik schiet mijn kleren aan, nog steeds wankel door de kater, en loop naar beneden. Voor ik in het dorp wil gaan zoeken, of bij de politie aanklop, vraag ik eerst of ze in het hotel iets hebben gehoord. De vrouw bij de receptie kijkt me verbaasd aan. “Maarten, van kamer 116? Die zit gewoon te ontbijten daar.” Ik kijk in de ontbijtzaal en daar zit hij inderdaad. Hij ziet er zelfs uit alsof hij fris gedoucht is.
Betrapt
“Waar kom jij vandaan?”, vraag ik kwaad.
“Gewoon uit de kamer, terwijl jij nog in coma lag. Hoezo?”
“Dat klopt niet, Maart. Je bent niet in onze kamer geweest.”
“Ai, betrapt”, zegt hij dan lacherig.
“Fuck man, kun je de volgende keer niet even melden dat je de nacht bij een chica doorbrengt?”
Op dat moment schuift er een man naast hem met een koffie voor Maarten en voor zichzelf. “Ook goedemorgen!”, zegt hij met en zachte ‘g’. “Was gezellig gisteren hè?”
Ik kijk van Maarten naar de man en dan weer terug naar Maarten, die mijn blik mijdt. En dan heb ik het eindelijk door.
Benieuwd wat hieraan vooraf ging? Dat lees je hier.
Maud, de ex-vrouw van Koen, schrijft ook iedere week in haar dagboek. Haar verhalen lees je hier.