null Beeld

PREMIUM

Dagboek van Anne-Wil: “Alles in mij verzet zich. Ik wil het nieuws niet horen”

Anne-Wil

Zondag

“Mam, sorry. Ik heb totaal geen zin om over de hei te lopen. Volgende week misschien weer.” Ze klinkt alsof ze slecht heeft geslapen en nog niet helemaal wakker is. Boy zegt iets op de achtergrond. Manon reageert luid en geïrriteerd: “Mag ik misschien zelf beslissen of ik met de hond ga rondsjokken! Trek zelf je jas aan en loop eens met haar.” Weer hoor ik Boy, luider nu, maar Manon praat er dwars doorheen: “Ik ben nu aan het bellen, ja! Wil je me nu even met rust laten?” En tegen mij: “Sorry mam, ik bel je zodra het hier weer een beetje normaal is. Dat kan nog even duren.”

Ze heeft me weggedrukt voordat ik nog wat kan zeggen. Ik heb al een tijdje het gevoel dat er iets met haar aan de hand is. Uit ervaring weet ik dat ik daar beter niet naar kan vragen. “Ze is onmogelijk”, zei Willeke, die een paar dagen geleden langskwam. “Geen land mee te bezeilen. Ik blijf zo veel mogelijk bij haar uit de buurt. Boy moet het vooral ontgelden. Ik ben benieuwd hoe lang hij dat nog pikt.” Dus ja, ik maak me zorgen. Ik zou graag iets voor haar willen doen. Maar mijn dochter kennende, lost ze haar problemen het liefst zelf op.

Maandag

“Kunnen we morgenmiddag even langskomen?” Jaaps stem doet mijn hart overslaan. Hier ben ik al weken bang voor: het onvermijdelijke gesprek over ziek zijn, uitzichtloosheid en afscheid nemen. Alles in mij verzet zich. Ik wil het nieuws niet horen. Ik wil geen afscheid moeten nemen. Er zijn mensen die heel mindful kunnen zeggen dat het leven is zoals het is, maar zover ben ik nog lang niet.

En die kerstboom gaat vanmiddag nog de deur uit. Ik ben helemaal klaar met die lichtjes en gezelligheid. Han vraagt niets als ik de versiering uit de boom ruk en in de opbergdozen stop. Mijn trui zit vol naalden en ik heb hars aan mijn vingers, maar het kan me niet schelen. Als Han de boom naar buiten heeft gedragen, pak ik de stofzuiger en zuig de laatste sporen van de feestdagen op.

Woensdag

Wat zag hij er breekbaar uit, mijn lieve broer. Terwijl ik naar hem keek, realiseerde ik me dat hij zich groot heeft gehouden tijdens de feestdagen, maar dat het nu op is. Over zijn ziekte hebben we het niet lang gehad. In Spanje was al duidelijk dat hij was uitbehandeld. Daarom wilde hij zo snel mogelijk terug naar Nederland. Nu is hij waar hij wil zijn, dicht bij zijn familie. Bij zijn naderende einde heeft Jaap zich inmiddels neergelegd. Het is voor Anja veel moeilijker dan voor hem. “Ik ben er straks vanaf”, zei hij bijna opgewekt. “Voor Anja begint het dan pas.” Ik keek naar Anja, die naast hem op de bank zat met haar hand beschermend over de zijne. Tranen zijn voor later. Nu glimlachte ze steeds als hij haar aankeek. Met die glimlach maakt ze het afscheid lichter voor hem. Dat weet ik.

Anne-Wil heeft twee kinderen en zes kleinkinderen. Ze is getrouwd met Han en heeft momenteel geen werk.

Tekst: Tineke Beishuizen

Op alle verhalen van Libelle rust uiteraard copyright. Linken kan altijd, eventueel met de intro van het stuk erboven. Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@libelle.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden