PREMIUM
Dagboek van Anne-Wil: “‘Ik ben hier om die onzin van jullie recht te trekken’, zegt Engelien”
Engelien komt langs bij Anne-Wil en ze heeft de tranen in haar ogen. Jaap is niet meer wakker geworden.
Donderdag
Ik schrik als ik de voordeur open doe. Daar staat Engelien. “Mag ik binnenkomen?” vraagt ze opgewekt. Ik doe haastig een stap opzij. “Natuurlijk, kom binnen.” In de keuken hangt ze haar jas over een van de stoelen en gaat zitten. “Koffie?” vraag ik. Het voelt een beetje onnatuurlijk allemaal. “Graag”, zegt ze. Zwijgend roeren we in onze bekers. Net als ik iets wil zeggen om de stilte te verbreken, zegt Engelien: “Ik had geen idee. Ik weet pas sinds gisteravond dat Bart hier is geweest. Ik vroeg of hij jou de laatste tijd nog had gezien en hij reageerde zo vreemd. Toen ik doorvroeg, vertelde hij wat er is gebeurd. Ik vind het verschrikkelijk.”
Verbijsterd kijk ik haar aan. De tranen staan in haar ogen en ik voel ze ook prikken. “Ik vond dat Bart gelijk had”, zeg ik. “Ik héb jullie laten zitten, Engelien. Ik wíst hoe druk jullie het hebben.” Ze schudt haar hoofd. “Als we hulp nodig hebben, kunnen we dat prima zelf aan jou vragen. We weten heel goed dat je altijd voor ons klaarstaat.”
“Dat is aardig van je, maar Bart had wel gelijk toen hij zei dat ik voor Manon...” Ze onderbreekt me, ik zie een glimlach op haar gezicht. “Bart is een broertje dat jaloers is op z’n zus. Bovendien, Manon is je dóchter! Vertel mij wat over moeders en dochters... dat is toch heel normaal? Ondertussen weet Bart zich geen raad met zijn schuldgevoel, dus eigenlijk ben ik hier om die onzin van jullie weer een beetje recht te trekken. En ja, graag nog een kop koffie.”
Vrijdag
Kennelijk is Engelien meteen begonnen met ‘die onzin’ recht te trekken, want aan het eind van de ochtend staat Bart voor me, met een enorm boeket en een verlegen grijns op z’n gezicht. Het is alsof er een rugzak met keien van m’n schouders wordt gehaald. Ik weet dat ik ook kan helpen zonder dat er iets wordt gevraagd, en dat zal ik ook zeker doen.
Maandag
We staan al bij de voordeur als Boy met Titia op zijn arm de tuin in loopt. Mijn hart smelt als ze haar armpjes naar me uitstrekt en me een grote glimlach schenkt. Alles is op haar komst voorbereid, het afgelopen weekend hebben we proefgedraaid en vanaf nu wordt het alleen nog maar genieten van een baby in huis. Dat heb ik me voorgenomen. “Het kan haar niets schelen dat ik wegga”, zegt Boy als hij afscheid neemt. Het klinkt bijna alsof hij liever een ontroostbaar huilend kind had achtergelaten.
Woensdag
Titia is weer naar huis, haar spulletjes zijn allemaal netjes opgeborgen in de commode. “Eigenlijk is het ideaal om deeltijdouders te zijn”, zeg ik. Voordat Han antwoord kan geven, gaat mijn mobiel over. Anja’s stem klinkt zacht: “Anne-Wil, Jaap is vanochtend niet meer wakker geworden.”
Meer lezen van Anne-Wil? Dat kan hier!
Anne-Wil heeft twee kinderen, zes kleinkinderen, is getrouwd met Han en heeft momenteel geen werk.