PREMIUM
Dagboek van Anne-Wil: “‘Mam, wil jij een tijdje voor Titia zorgen, please?’ vraagt Manon”
Donderdag
Han moest erom lachen, toen hij in de krant las dat meer mensen door corona een hond hebben aangeschaft. Zelf vind ik het niet zo gek dat mensen naar een huisdier verlangen als ze het moeilijk hebben. Als ik met Manon op de hei loop, word ik al vrolijk van alleen kijken naar haar spelende hond. Ook zie ik de glimlach op het gezicht van mijn dochter, omdat Arie haar even uit haar sombere gedachten tilt.
Mijn hele leven heb ik honden om me heen gehad, ik weet hoe veel warmte en liefde je van ze krijgt. Om allerlei praktische redenen hebben Han en ik besloten geen hond meer te nemen toen Charles doodging. Die redenen gelden nog steeds, maar wat zou ik graag mijn lieve trouwe Charles weer om me heen hebben.
Zaterdag
“Mam, ik trek het niet meer.” Tja, dat zag ik al een tijd aankomen. Je kunt nog zo flink zijn, maar als je te lang te veel hooi op de vork neemt, komt er een moment dat je niet meer kunt. “Ik heb vanmorgen met m’n baas gepraat en gezegd dat ik een maand vrij wil nemen.”
Stilte.
Ik ken mijn dochter. Dit besluit betekent dat de nood heel erg hoog is. Een maand lang werk loslaten, is voor een zzp’er niet zonder risico: voor haar tien anderen. “Wat zei hij?” vraag ik. “Niet veel, ik heb geen idee wat hij ervan vindt. Zelf vind ik het doodeng, maar ik krijg geen tien behoorlijke regels meer achter elkaar getypt. Ik heb geen keus.”
Voordat ik iets kan zeggen, vervolgt ze: “Mam, je zou me zo helpen als je een tijdje voor Titia zou kunnen zorgen. Die oppasmoeder die we hebben is waardeloos. Zodra Titia ook maar kucht, moeten we haar al komen ophalen, ik heb er meer last van dan gemak. En met Titia om me heen kom ik ook niet aan uitrusten toe. Please?”
Zondag
“Wacht even...” zegt Han. “Je hebt Manon beloofd dat je voor Titia zult zorgen, maar je hebt geen idee wat ze zich daarbij voorstelt? Gaat het om overdag? Ben je een soort oppasmoeder of blijft ze hier ook slapen? Is het voor een paar dagen per week? Een hele week? Of voor we-zien-wel-hoe-lang?” “Ik had niet verwacht dat jij er een probleem van zou maken”, zeg ik. Han zucht. “Dat doe ik niet, Anne-Wil. Ik maak me alleen zorgen om jou. Alsof jij zo blaakt van de energie de laatste tijd. Straks zit jij hier met een burn-out.” “Ik heb jou toch?” antwoord ik opgewekt. “Samen redden we het wel, toch? Han?” Even denk ik dat hij nijdig wordt, maar dan lacht hij: “Je bent echt een vreselijk mens. Soms.”
Anne-Wil heeft twee kinderen, zes kleinkinderen, is getrouwd met Han en heeft momenteel geen werk. Haar dochter Manon geeft toe dat ze het niet meer aankan.