PREMIUM
Dagboek van Maud: “Ik dwing mezelf kalm te blijven. Zijn appje zegt niks”
John heeft eindelijk zijn hele verhaal aan Maud verteld.
De afgelopen drie weken werd ik heen en weer geslingerd tussen verschillende emoties. Eerst had ik vooral met John te doen. Daarna was ik weer kwaad op hem, omdat hij ondanks alles mijn hart was binnengedrongen en ik met lege handen zat. Nu verlang ik ineens weer vreselijk naar hem. Tot nu toe kon ik me bedwingen hem te appen, maar vandaag lukt het me niet. Zonder er veel van te verwachten stuur ik: ‘Hee John. Ik mis je’. Vrijwel meteen krijg ik een bericht terug: ‘Ik jou ook’.
De impact van die drie woorden is enorm. Mijn hart schiet in een hogere versnelling, mijn mond wordt droog en ik ben zo duizelig dat ik moet gaan zitten. Ik dwing mezelf kalm te blijven. Het zegt niks. Het zegt niet dat hij wil afspreken of überhaupt nog iets met mij wil. Het zegt alleen dat er iets tussen ons was wat we allebei missen. Dat wist ik toch al, of niet? Zal ik terug appen of de bal bij hem laten? Zal ik aansturen op een ontmoeting of eerst het gesprek aangaan? Vragen hoe het met hem is en waar hij op dit moment is?
Waarom zijn vrouwen toch altijd zo empathisch. Vraagt hij hoe het met mij is? Nee. Dus waarom zou ik me druk maken over hoe hij zich voelt. Ik besluit even niks terug te schrijven en leg mijn telefoon weg. Precies dan hoor ik een ping: ‘Ik zit in Italië, wijn inkopen, mijn Italiaans bijspijkeren. Hoe gaat het met jou?’ Zijn bericht is zo algemeen, zo niks-aan-de-hand.
Opnieuw wil ik mijn telefoon wegleggen, geen zin in smalltalk. Maar dan besef ik dat ik kinderachtig doe. Nu vráágt hij hoe het met me gaat, en dan is het nog niet goed? Ik probeer te bedenken wat ik kan schrijven, maar hij is me voor: ‘Misschien is het makkelijker om het in het Italiaans te zeggen: sonno triste…’ Ik vertaal zijn woorden: ik voel me triest omdat je niet hier bij me bent. Toch brengt dit landschap, de cultuur, het eten en de wijn herinneringen boven aan ons Italiaanse avontuur, waardoor ik ook troost kan vinden.
Hoewel hieruit lijkt te blijken dat hij nog wat voor mij voelt, durf ik daar niet van uit te gaan. Het kan ook gewoon aardig bedoeld zijn, vriendschappelijk. Ik schrijf terug: ‘Ja, het lijkt me heerlijk om weer in Italië te zijn. In dit koude regenachtige land lijkt alles extra somber.’ Zodra ik het heb verstuurd, bedenk ik dat mijn woorden wel heel deprimerend klinken.
Hij reageert snel: ‘Gelukkig ben jij een zonnetje, en dat is niet cynisch bedoeld!’ Hij heeft er een lachende smiley achter gezet.
‘Ach soms ben ik een zonnetje en soms een wolkje. Is dat niet bij iedereen zo?’
‘Nee, ik ben altijd een zonnetje. En dit is wel cynisch bedoeld.’
Wat wil ik met dit gesprek? Het lijkt nergens heen te gaan. Ik kan het beter afsluiten: ‘John, ik moet gaan. Plezier daar.’ Ik stop m’n telefoon in de achterzak van mijn spijkerbroek en loop naar de kapstok. Het is nog geen lenteweer, maar ik moet mijn 10.000 stappen vandaag halen. Met de frisse wind in mijn haar probeer ik niet meer aan hem te denken. Maar dan voel ik weer een bericht binnenkomen.
‘Maud, kom je hierheen?’
Benieuwd wat hieraan voorafging? Dat lees je hier.
Koen, de ex-man van Maud schrijft ook iedere week in zijn dagboek. Zijn verhalen lees je hier.