PREMIUMcolumn
Dagboek van Willeke: “Ik besef dat mijn moeder me weer eens wantrouwt”
Willeke is de kleindochter van Anne-Wil en de puberdochter van Manon. Iedere week houdt ze een dagboek bij voor Libelle.
Donderdag 21 oktober
“Hoe weet ik dat je nu de waarheid spreekt? Nadat je zoveel tegen me gelogen hebt?”
“Omdat ik van je houd, Brenda. Dat is de waarheid. Dat is altijd al de waarheid geweest.”
Micha heeft me bij mijn bovenarmen vast kijkt me doordringend aan. Dan zie ik een van zijn mondhoeken naar boven schieten en houd ik het niet meer. Ik barst in lachen uit. Hij laat zijn script zakken en lacht ook.
“Intense scène,” zei hij. “Goed dat we nu nog even oefenen, anders krijgen we morgen de wind van voren.”
“Ik wil PASSIE zien! Ik wil dat jullie DIEP gaan!”, roep ik met mijn wijsvinger in de lucht, zoals onze regisseur meneer Heijermans dat altijd doet.
“Overtuigende imitatie. Ik denk niet dat hij er zelf blij mee zou zijn”, zegt Micha.
“Ik denk het wel! WORD DE ANDER!” Dat is ook een favoriete uitspraak van meneer Heijermans.
“Zullen we nog een keertje? Ik moet niet al te laat weer naar huis.”
Ik heb geen idee hoe laat het is, ik heb het zo gezellig dat ik niet weet of Micha pas een kwartier bij mij thuis is of al uren. Het is heerlijk om vrienden te zijn met iemand die zo gepassioneerd kan toneelspelen.
Weer pakt hij me bij mijn bovenarmen. “Brenda, niet schrikken. Ik moet je iets vertellen.”
“Wat is er aan de hand, Frank? Waarom zijn die agenten hier?” Ik probeer zo veel mogelijk gewicht aan mijn stem te geven, en echt te voelen waar de scène over gaat, zoals meneer Heijermans ons geleerd heeft. Ik laat mijn gezicht op zijn borst zakken en adem schokkerig, alsof ik moet huilen.
Dan slaat mijn moeder met een woest gebaar de deur van mijn kamer open. Haar wenkbrauwen schieten omhoog en Micha en ik laten elkaar los. Ik besef dat ze me weer eens wantrouwt.
“Dit hoort bij het stuk hoor, mam”, zeg ik, en ik hoop dat het relaxt klinkt. Straks denkt Micha dat ik een slechte band met mijn moeder heb.
“Ik heb niks gezien!”, zegt ze, en ze doet de deur weer achter zich dicht.
“We doen een scène!”, roep ik er nog achteraan. Ik richt me op Micha. “Sorry daarvoor. Ze is een beetje gestrest. Ze probeert al weken die lelijke stoel in de woonkamer te verkopen.”
Micha lacht. “Geen probleem, ik moet toch zo’n beetje gaan. Sorry dat ik maar zo kort de tijd had.”
Ik laat hem uit en hij stapt op zijn fiets. Het is een oude racefiets, wit met rood. Een mooi ding. Past helemaal bij hem, vind ik.
“Je was echt goed, die laatste keer. We gaan ze morgen helemaal inpalmen”, zegt hij. Hij houdt zijn hand omhoog voor een high five. Dan fietst hij weg.
Vrijdag 22 oktober
Lotte staat me bij de deur van de gymzaal op te wachten na de repetitie. Ze heeft een enorm overhemd aan dat helemaal onder de blauwe verf zit. Er zit ook verf in haar haar en er kleeft een bal tape aan haar broek. Ik buk om de tape eraf te plukken.
“Jeeeezus Wils, je was echt goed vandaag, man!”
“Ja? Heb je het gezien?”
“Ja, dat vliegtuig staat nu toch te drogen, dus ik heb je hele laatste scène meegekeken. Dat huilen deed je heel goed, echt soapmateriaal.”
“Dank je!”
“Wil je het vliegtuig zien? We hebben pas de eerste laag geverfd, hoor.”
We lopen naar het tekenlokaal, waar op vrijdagmiddag druk gewerkt wordt aan het decor en de kostuums van de musical. Ik bewonder een grote blauwe plaat waaruit vliegtuigraampjes zijn gezaagd.
“Je was echt veel beter dan vorige week”, zegt Lotte nog een keer.
“Ik heb gisteren met Micha geoefend, vandaar denk ik. Hij is zo inspirerend, hij kan echt helemaal opgaan in zijn rol. Ik vind het geen wonder dat ze hem de hoofdrol hebben gegeven.”
“Je hebt met hem alleen geoefend? Met z’n tweeën? Wat vindt Floris daarvan?”
“Hoezo, wat vindt Floris daarvan? Ik mag toch wel oefenen met mijn tegenspeler?”
“Als ik Floris was zou ik bloednerveus zijn, zowat iedereen heeft een oogje op Micha.”
“Nou, ik niet. Ik neem de musical gewoon serieus”, zeg ik net iets te fel.
“Sorry hoor. Het was maar een grapje”, zegt Lotte gekwetst.
Ik zucht. “Nee, niet jouw schuld. Je lijkt gewoon soms per ongeluk enorm op mijn moeder.”