null Beeld

PREMIUM

Dagboek van Willeke: “Ze kunnen erin stikken, ik mag vanavond bij Rob logeren”

Willeke heeft er moeite mee dat haar moeder erg huilerig is en besluit om even naar Amsterdam te vluchten.

Willeke

Zaterdag 22 januari

“Wat een putlucht”, zeg ik, nog nahijgend van de steile Amsterdamse trap. Ik ben naar Amsterdam gevlucht. Mama is sinds donderdag nóg onuitstaanbaarder en niemand vertelt me waarom. Ik weet wel dat oom Bart langs is geweest, maar verder niks. Mama gaat bij ongeveer alles huilen, dus ik kan haar beter niks vragen. En Boy zegt beurtelings “vraag maar aan je moeder” en “laat je moeder met rust.”

Ze kunnen erin stikken, ik mag vanavond bij Rob logeren. Ik gooi mijn slaapzak op de grond en laat me zakken op een hoekig designmeubel met een ongemakkelijke rugleuning.

“Ja, er is iets met het riool,” zegt Rob afwezig, “maar morgen laat Nelson een mannetje komen.” Hij klooit met een muziekinstallatie die er indrukwekkend uitziet, te groot voor dit kamertje en met een ingebouwde pick-up om platen op te draaien. Opnieuw verbaast het me hoe razendsnel Rob een volwassen smaak heeft ontwikkeld.

“Vet ding”, zeg ik en ik probeer niet te laten doorschemeren hoe cool ik hem vind. Hij zou me er enorm mee pesten, hij blijft mijn grote broer. “Was dat niet heel duur?”

Hij zet een plaat op die van blauw vinyl is gemaakt. Er klinkt zachte retro popmuziek in een vreemde taal. Koreaans?

“Ik weet het eigenlijk niet”, zegt hij. “Hij is van Nelson. Maar ik mocht hem hebben.”

“Van je huisbaas?”

“Nou ja, huisbaas. Hij is ook mijn baas bij de galerie. En hij leert me een beetje de juiste mensen kennen in het wereldje. Dus we zijn ook wel vrienden, soort van.”

Ik wou dat ik zo’n vriend had! Die mij meubels en muziekinstallaties cadeau doet en meteen ‘een mannetje’ laat komen als er wat is. Ik heb alleen mijn Lotte van wie ik heel scheve zelfgebreide wanten heb gekregen, en een zak aardperen.

Het is gezellig. We luisteren Robs rare muziek, hij kookt wat pasta op zijn kleine fornuisje en roert er pesto doorheen. Daarna wikkelt hij zich in een dekbed en ik in mijn slaapzak en kijken we onze lievelingsfilm, The devil wears Prada. Robbert kan alle teksten van Meryl Streep meepraten. Vroeger trok hij wel eens de lange jas en hakken van mama aan en deed hij alsof hij haar personage uit de film was. Als de film bijna afgelopen is, wordt er zachtjes op de deur van het appartement geklopt. Robbert laat de film aanstaan en springt op om de deur op een kier te zetten. Hij praat kort en zacht met iemand en dan gaat de deur weer dicht. Ik zet de film op pauze.

“Wie was dat?”

“O, gewoon Nelson. Over die loodgieter die morgen komt.”

“Dat komt hij je om halftwaalf vertellen?” vraag ik verbaasd.

“Ja, geen big deal, hoor. Hij woont hiernaast. Hij komt wel vaker even langs rond dit tijdstip, dan komt hij even met mijn vrienden chillen of praten we met z’n tweeën bij. Hij verzamelt wijnen, soms mag ik iets proeven. Dat soort dingen.”

Ik krijg er een raar gevoel van, maar ik zeg verder niks. Misschien begrijp ik ook gewoon niet genoeg van Robberts leven. De dinertjes, ‘het wereldje’, de dure cadeaus, de rare muziek, wijn verzamelen en de vreemde vriendschap met zijn huisbaas, misschien is dat allemaal hartstikke normaal als je in Amsterdam woont en op de kunstacademie zit. Ik maak er geen punt van, want ik ben allang blij dat ik bij Robbert mag logeren. En hij is mijn grote broer. Hij zal wel weten wat hij doet.

Meer lezen van Willleke? Dat kan hier!

Willeke is de kleindochter van Anne-Wil en de puberdochter van Manon. Iedere week houdt ze een dagboek bij voor Libelle.

Op alle verhalen van Libelle rust uiteraard copyright. Linken kan altijd, eventueel met de intro van het stuk erboven. Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@libelle.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden