PREMIUM
Janneke & het hospice: “Daar ligt een kleine, zwarte kat, opgekruld tegen de benen van mevrouw J.”
Mevrouw J. heeft haar kat Kapitein Sok mee in het hospice. Dat leidt tot opgewondenheid bij de overige bewoners.
Kapitein Sok
Terwijl buiten de wereld in brand staat, grenzen bruut worden overschreden en mensen en dieren moeten schuilen voor het machtsvertoon van één persoon, ligt in het hospice mevrouw J. (79) te slapen met een zeer tevreden kat op haar bed.
Extra bewoner
Aan de lunchtafel wordt opgewonden gefluisterd. In deze microkosmos blijft weinig ongezien.
“Ze heeft een huisdier”, hoor ik meneer L. (73) tegen mevrouw T. (89) zeggen.
“Wie? Waar?” vraagt ze verbaasd en legt haar bestek overdwars op haar bord ten teken dat ze is uitgegeten. “Wie heeft waar een huisdier?”
“Mevrouw J. op haar kamer. Ze heeft een kat. Ik heb het zelf gezien.” Ik spits mijn oren.
“Ben zo terug”, roep ik en ga naar de kamer van mevrouw J., de mevrouw die door haar zoon is gebracht nadat ze voor de zevende keer was gevallen. Ik wist dat ze niet naar de woonkamer zou komen. Collega H. vertelde me aan het begin van de ochtend dat haar laatste val thuis van binnen meer kapot heeft gemaakt dan de bult op haar voorhoofd doet vermoeden.
“Mevrouw J.?” Ik klop op haar deur, stap naar binnen in de half verduisterde kamer. Door het woongedeelte loop ik naar haar bed. Ik zie voederbakjes op de grond, een kattenbak in het keukentje.
“Wie is daar?”
“Janneke”, antwoord ik, “van de lunch.”
“Ik heb het al op, hoor. Kom maar, mijn zoon is er ook.”
“En nog iemand, zie ik.” Op haar bed ligt een kleine, zwarte kat, opgekruld tegen de benen van mevrouw J.. Zijn voetjes zijn tot zijn enkels wit, alsof hij sokjes draagt.
Geluksgevoel
“Ik ben zo blij dat hij hier mag zijn. Hij is al zeventien, behoorlijk op leeftijd.” Mevrouw J. glimlacht, maar houdt haar ogen gesloten. Haar zoon komt uit de badkamer met roze, plastic huishoudhandschoenen aan. “Ha”, begroet hij en schudt wat druppels van zijn handen. “Dat is Kapitein Sok. Je snapt wel waarom-ie zo heet, hè? Onze kapitein. Hij houdt het roer een beetje recht voor m'n moeder.”
Een voor een trekt hij de handschoenen uit. Grote handen aaien het kleine beestje dat zich behaaglijk uitstrekt, zijn plekje opnieuw kneedt met zijn pootjes en zijn lijfje weer schikt in de plooien van de deken.
De zoon vervolgt: “Ik zag laatst op tv zo’n documentaire, over een mevrouw in een verzorgingstehuis die haar paard Winnetoe drie keer per dag mag bezoeken. Ze wilde voor geen goud uit haar huis, weg bij haar Winnetoe, dus toen hebben ze deze oplossing gevonden. Die mevrouw is aan het dementeren, ze pakt elke avond haar spullen in omdat ze denkt dat ze in een hotel is. De verzorgers leiden haar af met foto’s van Winnetoe en de belofte dat ze morgen weer naar het paard gaan, dan gaat ze slapen en de volgende dag gaat het precies zo. Dus ik vertelde dat hier en vroeg of m'n moeder misschien Kapitein bij zich mocht hebben. Ze zeiden dat als het dier rustig, schoon en sociaal is en we zelf zorgen voor het eten en niemand allergisch is, de Kapitein hier mag zijn.” Hij krabt de kat zachtjes onder zijn kin. “Ik had ’m in huis genomen, maar hij bleef mauwen en krabben aan de bank. Nu is hij tevreden. Bij m’n moeder.” Vertederd kijkt hij naar de kat en vervolgens naar zijn moeder die in slaap is gevallen. “Ik heb het uitgezocht. In Amerika hebben ze onderzoek gedaan. Mensen met een huisdier hebben minder stress en meer geluksgevoelens dan mensen zonder een huisdier. En ze zijn gewoon minder eenzaam.”
Huis, haard & huisdieren
Thuis knuffel ik mijn katten Jimmy & June en ik krijg tranen in mijn ogen als ik eraan denk dat ik ooit afscheid van ze zal moeten nemen. Als ik het journaal die avond kijk, breekt mijn hart weer een beetje, maar heelt het ook... Niet alleen mensen wordt onbegrijpelijk veel leed aangedaan, ook dieren zijn het slachtoffer van de tragedie die zich in Oekraïne afspeelt. Mensen moeten halsoverkop hun huis verlaten en sommigen vergeten in de haast hun huisdieren mee te nemen. Maar schaduw bestaat niet zonder licht en zelfs op de donkerste plekken zijn er mensen met een hart die te midden van duisternis kaarsjes branden, want wat blijkt: Oekraïense soldaten aan het front vangen achtergelaten honden op en voeden ze met hun schaarse eten. De honden, zo blijkt uit het nieuwsitem, zorgen anderzijds dat de moraal van de soldaten in de loopgraven intact blijft, daar aan de rafelranden van de wereld. Net als Kapitein Sok en mevrouw J. vinden ze warmte en troost bij elkaar, houden ze het roer een beetje recht voor elkaar. Tot ze weer naar huis mogen, of naar een andere plek waar ze rust zullen vinden.
Janneke Siebelink (47) kookt één dag in de week als vrijwilliger in een hospice. Voor Libelle schrijft ze over de bewoners van het hospice, die veelal in hun laatste levensfase verkeren. En leert ze: in de nabijheid van de dood, is het leven groots.