PREMIUM
Tessel: “Ik kijk naar mijn lieve vriendinnetje en voel me machteloos”
Tessel denkt terug aan de eerdere keren dat haar leven zo compleet het tegenovergestelde was van dat van Corine.
De dagen erna blijft de toestand van Jacob kritiek. Hij ligt op de IC waar hij in slaap wordt gehouden. Door de hartstilstand en de reanimatie, zo leggen de artsen uit, is er kortsluiting in zijn lichaam ontstaan waardoor veel organen een enorme klap hebben gekregen. Het is afwachten of en hoe zijn lichaam zal herstellen. Het meest vrezen we voor zijn hersenen. Jacob is ruim twintig minuten gereanimeerd en of zijn brein daardoor schade heeft opgelopen, durft niemand te voorspellen. Voorlopig wordt hij onder zeil gehouden zodat zijn lijf in alle rust kan herstellen.
Corine is een klein vogeltje. Elke dag zoek ik haar even op en dan vind ik haar, weggedoken, in de rechterhoek van de bank, haar benen onder zich opgetrokken, een sigaret in haar hand, een kop koffie of een glas wijn voor haar op tafel. Haar gezicht ziet grijs, haar ogen staren in de verte. Ze vertelt dat ze een dagboekje bijhoudt op aanraden van het ziekenhuis. Patiënten als Jacob hebben als ze eenmaal wakker worden geen idee wat ze is overkomen en kunnen zich niets herinneren van de voorbije periode. “Zo’n dagboek kan het gat in de tijd een beetje dichten. En het geeft mij houvast, hou ik een beetje zicht op hoe het proces verloopt.”
Dus schrijft Corine elke avond in het stille huis in haar dagboek. Daarna valt ze als een blok in slaap om na een paar uur weer wakker te worden. Dan telt ze de uren totdat het 7 uur is en ze de afdeling mag bellen en kan vragen hoe de nacht is verlopen.
Ik kijk naar mijn lieve vriendinnetje en voel me machteloos. Ik heb niet het gevoel dat ik ook maar iets voor haar kan doen, behalve af en toe een pannetje soep meenemen. Onze levens hebben vaker in een tegengesteld ritme gelopen. Toen ik net moeder was geworden van Julie en totaal werd opgeslurpt door het kleine, intieme leven van voeden, verschonen en troosten, klapte Corines eerste huwelijk. Ze kwam een paar dagen bij ons logeren toen ze ontdekte dat Henk haar al een jaar bedroog met een van zijn collega’s. Hun dochter Erica was toen anderhalf. Corines rauwe verdriet stond in schril contrast met het prille gezinsgeluk van Thomas en mij. We hielpen haar zo goed als we konden, maar ik kon er niks aan doen dat mijn verliefdheid op Julie, haar geluidjes, haar zachte wangetjes, haar poepluiers, haar eczeem me volledig in beslag namen en oneindig veel belangrijker leken dan het verraad van Henk.
Jaren later waren de rollen omgekeerd. Ik nam Corine mee naar een feestje waar ze Jacob ontmoette. Het was liefde op het eerste gezicht. Terwijl Corine uit elkaar spatte van geluk, knalde mijn huwelijk met Thomas uit elkaar. Ook weer wegens overspel en verraad en deze keer was ik het die getroost moest worden. Ik herinner me dat ik in die maanden Corine bijna niet om mij heen kon velen. Haar glanzende geluk, hoezeer ik het haar gunde, was ondraaglijk.
En nu ligt Jacob in een IC-bed met slangen in zijn lijf. Zit Corine als een uit het nest gedonderd vogeltje op de bank. En ben ik bezig halsoverkop verliefd te worden, nota bene op een man die ik nog niet eens heb ontmoet, maar die me bijna elke avond belt om te vragen hoe het met Jacob is.
“We zouden eigenlijk moeten flirten en lachen en zoenen in plaats van te praten over ziekte en dood”, zeg ik tegen hem. “Dat komt nog wel”, zegt Reinier rustig. “Als we dit samen kunnen, kunnen we de rest ook. Wanneer gaan we afspreken Tessel?”
We spreken af om zondag op het strand te lunchen. Het belooft een zonnige dag te worden. Ik tel de dagen af.