Zorgenzoon – deel 1: “Ik slik mijn tranen weg. Mijn zoon Lars is boos op de hele wereld”
Het gaat al een tijd niet goed met Lars. Hij is 2 keer van school gestuurd, blowt, heeft woedeaanvallen en blijft nachten weg. Jeugdzorg heeft hem op de wachtlijst voor een jeugdinstelling gezet.
De agente heeft mooie, grote bruine ogen. Ze gaat mij voor door een lange gang naar de afdeling met ontmoetingsplekken. Het ruikt er naar Sanex. ‘Wapenvrije zone’ staat er. Ze opent de deur naar een ruimte die doet denken aan een kleedkamer van een sportclub of zwembad. Dezelfde houten banken langs de muur, gladde tegels tot aan het plafond. Alleen de rubberen matras links in de hoek op een van de banken duidt erop dat het hier toch geen sportcomplex betreft. Lars ligt erop, op zijn buik, zijn hoofd naar de muur gedraaid. Hij draagt hetzelfde zwarte joggingpak als gisteren. In een van zijn sokken zit een gat op de hiel. De agente sluit de glazen deur en verdwijnt. Ik moet bellen als ik er weer uit wil.
Het is jouw schuld
“Nee”, zegt Lars als ik hem vraag of hij me wil aankijken. “Het is jouw schuld dat ik hier zit. En nu moet ik naar die inrichting.” Ik kijk naar zijn blonde, bokkige achterhoofd. Hij ligt stil, alleen zijn voeten wrijven heen en weer. “Ik haat je. En die vrouw van de Jeugdzorg haat ik ook.” Er komt verder niet veel meer uit hem. Ik druk op de bel om de agente te roepen. Zij verschijnt en laat zijn zus binnen. Zodra hij haar hoort, draait Lars zich om. Er komt een lachje op zijn gezicht. “Hé sis.” De kids geven elkaar een knuffel. “Heb je contact met andere gevangenen?”, vraagt Bente. Lars vertelt dat hij heel even een jongen sprak tijdens het luchten. Ook vertelt hij over zijn cel. Die is vies en stinkt.
Vasthouden
“Officieel mag ik hier helemaal niet zo lang zitten”, zegt hij verwijtend naar mij. Hij heeft gelijk, langer dan 24 uur mag je een kind van 15 niet vasthouden. Ook al is hij aangehouden omdat hij in het bezit bleek van een taser, wat onder verboden wapenbezit valt, 1 dagje politiebureau is het maximum. Omdat hij toch al zou worden opgenomen in een instelling voor jongeren met gedragsproblemen, heeft Jeugdzorg een dag verlenging aangevraagd om de bijbehorende administratie in orde te maken. Ik leg hem uit dat Jeugdzorg nu de beslissingen neemt en ik niet veel meer voor hem kan doen. “Toch is het jouw schuld”, besluit hij bozig. Stiekem had ik gehoopt dat hij me om mijn nek zou vliegen, maar Lars is boos op de hele wereld. Ik slik mijn tranen weg en druk op de knop om er weer uit te mogen. Lars omhelst Bente en we volgen de agente terug langs alle hekken en deuren. De grote tas met kleren laat ik achter bij de balie.
Mentor
Buiten schijnt de zon fel. Ik koers richting strand. Het lijkt een onschuldige zomerdag. Angstvallig houd ik de tijd in de gaten. Om 16.00 uur gaat het gebeuren, dan gaat hij het busje in. Zal hij tegenstribbelen? Proberen te vluchten? De dag verstrijkt. Meeuwen krijsen, kinderen spelen in het zand. In de verte glinstert de zee. Om 19.00 uur gaat de telefoon. De instelling. Lars is aangekomen, hij is erg onrustig. Wat ik voor tip heb. "Laat hem even bijkomen", adviseer ik de jongeman aan de lijn. Later op de avond word ik teruggebeld door een vriendelijke man die mij een en ander uitlegt over de komende tijd. Lars krijgt een mentor toegewezen die zijn persoonlijke aanspreekpunt zal zijn. Ook de huisregels worden doorgenomen. Lars moet helpen met koken, afwassen, hij moet zijn eigen kamer schoonmaken en zijn eigen was doen. Om 22.00 uur is het bedtijd en hij mag niet in een jogging- of trainingsbroek naar school. Of ik spoedig kan komen om een stapeltje jeans te brengen. Verder mag Lars de eerste 6 weken geen ander bezoek ontvangen dan zijn vader, zusje of mij. En op de zomervakantie hoef ik ook niet te rekenen.
Doodstil
Die nacht is het stil in huis. Doodstil. Geen gestommel bij de deur, geen stem die hard roept: "Mam!", als hij thuiskomt. In de verte hoor ik sirenes. Wat of wie het ook betreft, Lars kan er in elk geval niet bij betrokken zijn. Hij zit op de gesloten afdeling van een jeugdinstelling, ergens deep down in de provincie.
Dit is de eerste aflevering van een serie columns over Lars (17), een jongen met ADHD en licht autisme. Zijn gedragsstoornis brengt hem regelmatig in de problemen. Zijn moeder, Febe van Otterlo, is freelance journalist.
Om privacyredenen zijn de namen in deze column gefingeerd. De naam Febe van Otterlo is een pseudoniem.