Zorgenzoon – deel 14: Iedereen in de rechtbank wacht op Lars
Wegens ernstige gedragsproblemen is Lars in mei 2018 op de gesloten afdeling van een instelling geplaatst. Na diverse vechtpartijen moet hij tot bezinning komen in een andere jeugdinstelling in Groningen. Daar loopt hij weg en komt schuilen bij zijn moeder. Het lukt niemand om hem terug te krijgen. Ondertussen nadert de dag van de nieuwe rechtszaak.
Doemscenario
Lars is nu vier dagen op vrije voeten. Dat bevalt hem duidelijk steeds beter. Was hij in het begin nog angstig en schuchter, heeft hij nu vast de voornemens niet meer terug te gaan naar zijn time out plek in het hoge Noorden. En hoewel hij mij beloofd heeft over twee dagen mee te gaan naar de rechtszaak die beslist of zijn gesloten machtiging verlengd moet worden, begint hij omtrekkende bewegingen te maken. “Ik ga niet, ik ga echt niet!” roept hij steeds vaker. “Ze zoeken het maar uit!” Ik knijp ‘m ondertussen behoorlijk; wat als hij inderdaad niet voor het gerechtshof verschijnt? “Dan ziet het er niet best voor hem uit,” zegt de gezinsmanager van Jeugdzorg. “Als hij niet meewerkt, maakt hij alles erger en verspeelt hij voorlopig de kans op overplaatsing naar een open setting.” Ik breng het doemscenario aan Lars over. “Gewoon met mij meegaan,” zeg ik op een veel rustigere toon dan ik me van binnen voel.
Zal Lars komen?
20 november. Vanmiddag dient de zitting. Ik voel een enorme druk; het is mijn verantwoordelijkheid dat Lars acte de présence geeft. Zijn advocaat heeft de afgelopen dagen meermaals via mijn telefoon contact met hem gehad, op hem ingepraat, belooft dat hij overplaatsing naar een open groep zal bepleiten. Doordat Lars geen eigen telefoon bij zich heeft, belt hij mij via diverse nummers van ‘vrienden’. Ik sla alle nummers direct op in mijn eigen contactenlijst. Ik bel met degene met wie hij het vaakst door de stad zwerft en leg hem de situatie uit. Smeek hem om op Lars in te praten dat hij MOET komen. De jongen belooft dat hij zijn uiterste best zal doen en er desnoods persoonlijk voor zal zorgen dat Lars op tijd bij de rechtbank verschijnt.
Een uur voordat het zover is, belt Lars nog op om te zeggen dat hij echt niet gaat komen. Ik hoor de paniek in zijn stem.
Stoned
In trance fiets ik naar het gerechtsgebouw. Iedereen is er al. Harm, de advocaat, de gezinsmanager met een collega plus twee stevig uitziende begeleiders. Zij moeten Lars na afloop van de zitting in een gereedstaande bus van de Dienst Justitiële Inrichtingen terugbrengen naar Groningen. Van Lars zelf ontbreekt nog ieder spoor.
De spanning is om te snijden. Op het overhemd van de advocaat tekenen zich zweetplekken af. Ik doe honderdduizend schietgebedjes. Harm kijkt mij geërgerd aan. “Het zal mij benieuwen,” zegt de gezinsmanager tergend.
Dan rijdt er een auto voor. Er stappen vier personen uit. Ik herken Lars onmiddellijk. Een jongeman met donker haar, zeker vier jaar ouder dan Lars, loopt naast hem. Plus nog twee andere bleek uitziende pubers. Ik omhels Lars. En ruik dat hij geblowd heeft. Mijn god, stoned naar je eigen rechtszaak. Ik kan het bijna nog begrijpen ook. De advocaat neemt Lars direct apart en gaat met hem zijn pleidooi nog even doornemen. De gezinsmanager toont zich verheugd. Voor haar is het ook beter dat Lars wel is komen opdagen; geen goed verhaal als je cliënt wegloopt uit een instelling en het lukt je niet om hem veilig terug te krijgen.
Zenuwslopend
De zitting begint. De rechter is dezelfde als de vorige keer. En net als toen, worden wij weer de zaal uitgestuurd en wordt Lars als eerste gehoord.
Wanneer iedereen weer zit, is het woord aan Jeugdzorg. Ik luister hoe onze ‘akela’ eerst haar verontschuldigingen aanbiedt voor het feit dat Lars pas zo laat is onderworpen aan het diagnostisch onderzoek. Vervolgens handhaaft ze haar verzoek voor een verlenging van nog een keer drie maanden op de gesloten afdeling. “Desnoods bij een andere instelling, omdat hij zichzelf niet onder controle heeft.” Dan is het de beurt aan de advocaat. De man neemt ruim de tijd om te vertellen over de uitslag van het onderzoeksrapport, dat het niet goed is voor Lars om langer gesloten te zitten en hoe frustrerend de situatie is voor ‘zo’n kind’. “Het is moeilijk om gemotiveerd te blijven als een gesloten plaatsing verloopt zoals deze bij Lars verloopt. Er worden geen alternatieven geboden en dan kan een gesloten plaatsing contraproductief worden,” besluit hij. Hij bepleit een geschikte plek in een open setting. Ook haalt hij uit naar Jeugdzorg; die in plaats van een goed behandelplan op te stellen, niets anders weet te bedenken dan overplaatsing naar een strengere instelling. En dat het vinden van een geschikte plek echt geen drie maanden hoeft te duren. Hij praat en praat. Ook wij ouders mogen ons woordje doen. Ik voel mijn tranen prikken, maar slaag erin mijn stem beheerst te laten klinken, wanneer ik zeg dat ik de hele gang van zaken zenuwslopend vind, me in de steek gelaten voel door Jeugdzorg en me wanhopig afvraag waarom alles zo tergend langzaam gaat. En dat Lars iets heel anders nodig heeft dan wat de hulpverlening nu laat zien.
Zes weken verlenging
Na ruim twee uur, waarvan 20 minuten beraadslaging achter gesloten deuren, spreekt de kinderrechter het vonnis uit. Hij verleent een machtiging voor gesloten jeugdhulp voor de duur van zes weken, tot begin januari 2019. Lars moet wel terug naar Groningen en zal begin december opnieuw voor de rechter moeten verschijnen. Dan wordt, mits hij zich goed gedraagt, besloten op welke plek hij naar een open setting zal gaan. Dan kan eventueel ook een begin worden gemaakt met weekendverlof. Jeugdzorg krijgt een flinke veeg uit de pan: Lars mag niet meer onnodig worden rondgeschoven, men moet optimale professionele begeleiding garanderen plus een uitgebreid behandelplan opstellen.
Hoewel Lars bozig kijkt, zegt hij dat hij het begrijpt en belooft beterschap.
Ik kijk naar mijn kind dat tussen de twee begeleiders in naar het busje loopt dat hem terug moet brengen naar zijn ‘gevangenis’. Ze ginnegappen met z'n drieën.
Doodmoe ben ik. Toch giert de adrenaline door mijn lichaam. Ik fiets in mijn eentje naar huis. Daar wacht Bente. “Wat eten we?” vraagt ze als ik binnenstap.
Het dagelijkse leven gaat weer verder. Nog één rechtszaak en dan zit 2018 er op. Ik kan niet wachten.
Volgende week: Nieuw jaar, nieuwe kansen
Dit is de dertiende aflevering van een serie columns over Lars (17), een jongen met ADHD en licht autisme. Zijn gedragsstoornis brengt hem regelmatig in de problemen. Zijn moeder, Febe van Otterlo, is freelance journalist. Om privacyredenen zijn de namen in deze column gefingeerd. De naam Febe van Otterlo is een pseudoniem.
Beeld: iStock