Zorgenzoon – deel 4: “Jaloers bekijk ik een langsfietsende knaap. Hij heeft het wel gered”
Wegens ernstige gedragsproblemen is Lars (15) opgenomen op de gesloten afdeling van een jeugdinstelling. Zijn moeder bezoekt hem wekelijks. Dat verloopt de ene week prettiger dan de andere.
Een paar zondagen na de rechtszaak koers ik wederom richting het oosten van het land. Waar het leven beheerst en rustig is. Het is moederdag. Godsamme, het is bijna 1,5 uur rijden. De zon schijnt nog altijd lekker door. Wederom verbaas ik me over de beeldschone natuur van deze omgeving.
Eigenlijk boft Lars. Wonen temidden van al dat sappige frisse groen. Maar daar ziet hij geen snars van. Want zijn leven speelt zich voorlopig nog af achter gesloten deuren. Onder begeleiding mag hij binnenkort naar school. Een potje voetballen gebeurt met potige types langs de zijlijn. En alleen tussen 18.00 en 19.00 uur heeft hij een uurtje voor zichzelf op zijn kamertje.
Armen als kabeltouwen
Ook dit gesprek met mij vindt onder zes ogen plaats. We zitten in een piepklein driehoekig kamertje. Het stinkt er naar zweet. Lars heeft slechte zin. “Leugenaar,” steekt hij bozig van wal. “Waarom noem jij je moeder een leugenaar?” vraagt Frans, de begeleider van vandaag. Hij is enorm gespierd. Armen als kabeltouwen. Een kaal hoofd. Totaal afgetraind. Deze man laat niemand ontsnappen.
“Omdat ze liegt. Door haar zit ik hier. Ze liegt over alles. We zouden gaan verhuizen. Voor de zomer. Maar ze heeft er nog niets aan gedaan.” Frans springt bijna uit zijn stoel. “Wat is dat voor toon,” zegt hij. “Of jullie gaan verhuizen is haar zaak, niet de jouwe. Je gaat je aanpassen vriend, want dit kan niet. Je moeder komt hier helemaal vanuit Amsterdam naar toe rijden om bij jou op bezoek te komen. Dus dan gedraag je je beleefd.” Hij verheft zijn stem steeds meer. Hij raast flink door. Het wordt een complete preek. Ook slaat hij met zijn hand op het kleine tafeltje wat in het midden staat.
Ik zie Lars zijn onmacht en frustratie groeien. Waarschijnlijk heeft hij zijn goede gedrag de hele week volgehouden maar nu hij mij ziet, komt alles weer boven. Zijn uitbarstingen, het verdriet, de mislukte wisselingen van school. “Jouw moeder houdt heus van jou,” schreeuwt Frans nu. Ik voel mijn tranen prikken. Ik had me zo verheugd op een klein momentje van ontspanning met Lars; had zin om hem te knuffelen. Ik zie dat het hem de grootste moeite kost om zich in te houden. Frans raast door. Wat mij betreft mag het wel een tandje minder.
Kopje thee
Uiteindelijk stelt Frans een time-out voor. Hij stuurt Lars naar de keuken om een kopje thee voor mij te halen en gaat direct achter hem aan als Lars de deur uitloopt. Als-ie hem maar geen klap geeft, denk ik nog. Maar dat mag ik niet denken. Lars keert terug met een kopje thee. Nors zet hij het voor mij neer. We proberen het nog een keertje. Lars zit voorovergebogen, tuurt naar de grond. Zijn hoofd heeft hij tussen zijn handen.
Frans geeft hem een compliment voor het feit dat hij zich toch heeft weten te bedwingen. “Mooi jongen,” zegt hij. Van een echt gesprek komt het niet meer. Na een uurtje sta ik op. Lars wil me niet aankijken en verdwijnt direct naar zijn kamer. Frans begeleidt me naar de uitgang. “Ik was niet echt boos,” zegt hij, “Het was een rollenspel. Zo kunnen wij zijn gedrag bekijken en hem direct corrigeren.”
Ik knik wat verbouwereerd en loop terug naar de auto. Een Volkswagen met rood leren bekleding. Rijdt als een tierelier. Geleend van de buurvrouw schuin rechts aan de overkant. Omdat ik geen auto heb. Vrienden en buren weten hoe de vlag ervoor hangt en bieden hun vehikels aan. Ik heb een mooie carpoolclub bij elkaar gesprokkeld.
Verdrietig rijd ik over de mooiste weg van Nederland. De ingang van Natuurpark De Hoge Veluwe ligt zowat naast Lars zijn onderkomen. De bloesems bloeien nog even mooi, het jonge graan in de weilanden wuift in de wind, vogels kwetteren.
Alles gaat door
Het is raar hoe de wereld doorgaat. De was moet gedraaid, de boodschappen gedaan. Als ik naar mijn werk fiets, zie ik lachende mensen in het park. Een jongen van de leeftijd van Lars fietst mij tegemoet. Over zijn schouder heeft hij een voetbaltas geslingerd. Het is dezelfde club als waar Lars bij speelde. In de selectie. Tot hij uit het team gezet werd omdat hij te vaak niet meer kwam opdagen. Te veel geblowd de avond ervoor. Bijna jaloers bekijk ik de langsfietsende knaap. Hij heeft het wel gered, denk ik. De mijne is wegens slecht functioneren voorlopig uit de scenes van het normale dagelijks leven geknipt.
Volgende keer: De jonge jaren van Lars. Hoe een blij druk mannetje uitgroeit tot een puber die niet meer aan te sturen is.
Dit is de 4e aflevering van een serie columns over Lars, een jongen met ADHD en licht autisme. Zijn gedragsstoornis brengt hem regelmatig in de problemen en zorgt ervoor dat hij naast de maatschappij komt te staan. Zijn moeder, Febe van Otterlo, is freelance journalist.
Om privacyredenen zijn de namen in deze column gefingeerd. De naam Febe van Otterlo is een pseudoniem. Beeld: iStock