PREMIUMGeen date
Tessel: “Met gillende sirenes was hij naar het ziekenhuis vervoerd”
Even geen Tinderdates of nieuwe matches voor Tessel deze week. Corine heeft haar nodig.
Een kwartier later bel ik bij Corine aan. De jongste dochter van Jacob, Zita, doet open. Haar ogen zijn dik, maar ze klinkt rustig. Binnen vind ik Corine en haar dochter Erica samen op de bank; Corine in een hoekje gekropen, haar benen onder zich getrokken. Ze rookt een sigaret. Voor haar op tafel staat een volle asbak en een leeg wijnglas. Het is jaren geleden dat ik haar heb zien roken.
Zita schenkt ons allebei een glas wijn in. Erica vertelt het verhaal. Jacob was die middag gaan fietsen, duin op en duin af, zoals hij wel vaker doet. Rond een uur of vier zou hij thuis zijn. Toen hij er om half vijf nog niet was, had Corine hem gebeld. Hij had niet opgenomen en ook niet teruggebeld. Dat had Corine vreemd gevonden, want Jacob nam altijd op en belde altijd terug. Na een half uur had ze nog eens gebeld en toen had een vrouw opgenomen. Een verpleegkundige in het ziekenhuis, die vertelde dat ze met hem bezig waren op de OK.
Corine had Erica gebeld, samen waren ze in een taxi naar het ziekenhuis gescheurd. Daar hadden ze het hele verhaal gehoord: Jacob was van zijn fiets gevallen op straat, niet ver van hun huis. Een omstander die het zag gebeuren, had meteen 112 gebeld. Met gillende sirenes was hij naar het ziekenhuis vervoerd. Hij had op straat een hartinfarct gehad, een propje had plots zijn ader afgesloten, en toen ze een stent in zijn slagader plaatsten kreeg hij een hartstilstand. Eindeloos hadden ze hem gereanimeerd, tot zijn hart weer was gaan slaan.
Ik moet opeens aan ER denken, in de jaren negentig mijn lievelingsserie. George Clooney die de sympathieke kinderarts Doug Ross speelde, zuster Carol die verliefd op hem wordt en hij op haar. Het morsige ziekenhuis, de vermoeide dokters. Het koude Chicago waar altijd vuile sneeuw op straat lag als de verpleegsters en de artsen na een eindeloze nachtdienst weer het daglicht instapten.
Jacob ligt op de intensive care, zijn toestand is kritiek. “Hij is ruim 20 minuten gereanimeerd”, vertelt Erica – er was paniek. Ik denk weer aan ER, en ook aan Grey’s Anatomy, aan de scènes waarin haastig mensen op brancards worden binnengebracht en met elektrische schokken weinig zachtzinnig tot leven worden geroepen.
Corine zegt niks, ze staart met grote ogen voor zich uit. Ik vraag me af of het tot haar doordringt wat er is gebeurd, ze lijkt in shock.
Dan zegt ze: “Twintig minuten reanimatie... Jacob zou dat nooit hebben gewild. Hij zei altijd dat hij niet als een kasplant wil leven.” Haar stem breekt. “Wat hebben we hem aangedaan?” Ik weet nu dat ze net als ik aan prins Friso denkt die na die fatale lawine en de reanimatie die daarop volgde nog anderhalf jaar in coma lag.
Maar we zeggen niks. We zitten bij Corine en kijken hoe ze de ene sigaret na de andere opsteekt. Ik vraag of ze het fijn vindt als ik blijf slapen. Maar dat hoeft niet. Erica blijft die nacht bij haar. Straks mogen ze nog even bellen naar het ziekenhuis.
Na een uur stap ik op. Door de regen fiets ik naar huis, waar ik een warme douche neem. Daarna stap ik in bed, een kruik tussen mijn knieën geklemd en overdenk ik de avond. Hoe het leven van de ene seconde op de andere een totaal andere wending kan nemen.
Ik stuur nog een berichtje naar Reiner, de man met de ouwe boeken, dat ik te moe en te aangeslagen ben om hem nu nog te bellen.
Alle begrip. Wat een nachtmerrie. Slaap desondanks goed, Tessel.